Inleiding

LANDHUIS, behorende tot het complex "Eemnesserweg 37", gebouwd in 1912 en vergroot in 1925 naar het ontwerp van Th. Rueter in de Gooise landhuisstijl.

Omschrijving

Landhuis, opgetrokken op rechthoekige plattegrond met vijfzijdige erker aan de zuidzijde en uitbouw aan de noordzijde en bestaande uit één bouwlaag onder rieten zadeldak met de noklijn evenwijdig aan de weg. De gevels zijn opgetrokken in rode baksteen op een licht uitstekende plint. De topgevels zijn voorzien van vlechtingen en op de verdiepingscheiding is een getande sierrand ingemetseld, waardoor het muurvlak daarboven een fractie naar voren komt. De dakrand wordt geaccentueerd door een gemetselde band en een gesneden daklijst op gesneden consoles.

De vensters in de geprofileerde kozijnen onder rollaag zijn voorzien van glas-in-lood ramen.

De symmetrische voorgevel (W) bevat in het midden de ingangspartij, bestaande uit een houten deur met bovenlicht geflankeerd door zijramen met bovenlicht onder licht gebogen luifel met zinken schubbedekking op gesneden consoles. De penanten zijn uitgevoerd als lisenen. Een ijzeren lantaarn is op de twee buitenste aangebracht. De glas-in-loodramen zijn decoratief uitgevoerd in bloemmotieven. Links en rechts is een kruisvenster (gekoppelde vensters met bovenlichten) met luiken voor de benedenramen geplaatst. Boven de ingangspartij doorbreekt een geveldeel, waarin een dubbel venster met luiken, de daklijst en wordt afgesloten door een driezijdig schilddak. Links en rechts bevindt zich in het dakvlak een dakkapel. Boven de middenpartij staan op de nok twee hoge schoorstenen.

De linker zijgevel (N) bevat aan de linkerzijde de lagere uitbouw onder zadeldak. De gevel wordt gedomineerd door een hoog opgaande uitgebouwde schoorsteen met koppenrelief in de schacht. Op de verdieping bevindt zich links en rechts van de schoorsteen een klein venster met luik. In de westgevel van de uitbouw bevindt zich op de begane grond een kozijn met openslaande deuren met luiken en bovenlichten, op de verdieping, waar het dak knikt aan de rechterzijde, een dubbel venster met luiken. In de noordgevel van het hoofdvolume bevindt zich op de begane grond een kruisvenster, op de verdieping een venster met luik en in de top een dubbel venster.

De rechter zijgevel (Z) bevat in het midden de vijfhoekige serre op de begane grond met daarboven de vijfhoekige erker op de verdieping. De serre wordt met de erker verbonden door een zinken dak met zeeg en schubmotief, de erker wordt afgesloten door een zinken driezijdig schilddak met schubmotief en sieranker. De serre bevat aan de zuidzijde openslaande deuren met luiken en bovenlichten, bereikbaar via een stoep, aan de westzijde een kruisvenster, aan de zuidwestzijde een venster met bovenlicht en aan de zuidoostzijde een venster met bovenlicht. In de gevel van het hoofdvolume bevindt zich op de begane grond links een kruisvenster, rechts openslaande deuren met bovenlichten onder overstek waarlangs de kroonlijst van het dak van de serre is doorgezet. Op de verdieping is links en rechts van de erker een venster met luik geplaatst. De zolderverdieping wordt verlicht door twee kleine vensters.

De achtergevel (O) bevat geheel links de verbinding met het bijgebouw via een overdekte doorgang. Het in het midden van het hoofdvolume geplaatste trappenhuis doorbreekt de daklijst en wordt afgesloten door een zadeldak. Op de begane grond wordt een deur geflankeerd door luiken en zijlichten met ijzerwerk. Op de verdieping bevindt zich een dubbel venster met gekleurde glas-in-loodramen, op de zolderverdieping een ovaal venster met gekleurd glas-in-loodraam. Links van het trappenhuis bevindt zich op de begane grond openslaande deuren met bovenlichten, in het dakvlak een dakkapel. Rechts bevinden zich op de begane grond drie kruisvensters, in het dakvlak twee dakkapellen.

In het interieur zijn originele elementen aanwezig, onder meer de balkenplafonds en houten kozijnafwerking, in de woonkamer met kraalmotief. In de voormalige eetkamer is daarnaast de originele betengeling en houten vloer nog aanwezig, in de hal de zwarte en witte plavuizen en de trapbalustrade. Op de verdieping is in het kamertje aan de westzijde achter het dubbele venster de houten vloer, de betengeling en de ronde kast nog aanwezig.

Waardering

Het landhuis is van algemeen belang uit cultuur- en architectuurhistorisch oogpunt als gaaf bewaard gebleven voorbeeld van een landhuis in de Gooise landhuisstijl, ontworpen en verbouwd door Th. Rueter, uit de eerste helft van de 20ste eeuw.