Beeckestijn, Velsen-Zuid

HOOFDGEBOUW. Het witgeschilderde in hoofdzaak bakstenen landhuis is met de voorgevel op het noordoosten gesitueerd en gebouwd op een rechthoekige grondslag in twee bouwlagen op natuurstenen plint; op de noord- en zuidhoek van de voorgevel zijn in 1772 risalerend ten op zichte van die voorgevel rechthoekige aanbouwen met een bekleding van Bentheimer zandsteen toegevoegd, die een geringere diepte hebben dan het oorspronkelijke bouwwerk; deze rechthoekige aanbouwen zijn op de hoeken - ongeveer in het midden van de zijgevel- afgeschuind; aan de zuid/west hoek is een rechthoekige uitbouw geplaatst, eveneens van twee bouwlagen en met Bentheimer zandsteen bekleed; alleen het gedeelte aan de noord/west hoek is onderkelderd. Het huis kent een omlopend schilddak met een dwars zadeldak in het midden, evenwijdig aan de voorgevel; op de uitbouw is een zadeldak met voorschild geplaatst, en de beide in 1772 toegevoegde risalerende partijen naast de voorgevel zijn voorzien van platte daken; de schild-en zadeldaken zijn met gesmoorde pannen gedekt; op de hoeken van het schilddak en het dak boven de aanbouw bevinden zich schoorstenen, afgedekt door borden met gietijzeren top-ornamenten, en midden op de voorste dakpartij is een klokketoren aangebracht, die bestaat uit vier Toskaanse kolommen, waarop een tentdak, gedekt met zink en voorzien van een geprofileerde kroonlijst, en op de top een gietijzeren ornament met een kruis op een bol. Aan de voet van de daken een ruim uitkragende geprofileerde kroonlijst met triglyphen op de midden- en zijrisalieten, en spiegels op de gedeelten daartussen; de voor- en achtergevel hebben bovendien nog modillons. In het midden van de voorgevel een langgerekt min of meer driehoekig opzetstuk met een één-wijzer uurwerk in ronde omlijsting; in het midden en aan de randen van dit opzetstuk voluten in lofwerk, en aan elke zijde een guirlande, vastgehouden door een kinderfiguurtje aan de basis; in de driehoek tevens platte banden die in golvende lijn een geruit veld aan de onderzijde begrenzen; op de top een borstbeeld van een gebaarde mannefiguur; het beeldhouwwerk is van de hand van Ignatius van Logteren (1685-1732).

De voorgevel kent een iets risalerend middenveld tussen geblokte pilasters en daarin een ingangspartij; de overgang tussen risaliet en pilasters is gebogen; de ingang is geplaatst tussen gladde pilasters met Ionische kapitelen, waarop een hoofdgestel met gladde fries en een geprofileerde kroonlijst op klossen; tussen de omlijsting van de pilasters, respectievelijk van het hoofdgestel, en het deurkozijn een recht, respectievelijk schuin geblokte profiellijst; de dubbele paneeldeur is voorzien van een bovenlicht met vulling in de zwikken en rondboog glasraam met spaken; boven de ingang opzetstuk, dat het wapen van de families Trip en Van Hoorn draagt, gezet in ovale omlijsting voorzien van lofwerk, waaronder een letterstuk met de naam Beeckestijn in een veld begrensd door bandwerk met voluten aan de uiteinden; aan beide zijden van de deur smalle vensters waarin een kleine roedenverdeling(b.g.3x4 boven, 3x5 beneden, verd.3x3 boven en beneden), en links en rechts daarvan een twee venstertraveeën breed gevelveld, ingesloten tussen geblokte pilasters, (roedenverdeling van elk van de vensters b.g.6x4 boven, 6x5 beneden, verd.6x3 boven en beneden); daarnaast de beide risalerende aanbouwen die slechts één venstertravee breed zijn, eveneens zijn ingesloten tussen pilasters, en waarvan de voorgevels zijn uitgevoerd in Bentheimersteen; de daarin aanwezige vensters hebben een roedenverdeling op de b.g.5x4 boven en 5x5 beneden, verd.5x3 boven en beneden. Aan de linkerzijgevel is een nieuwe toegang gecreëerd. De linker zijgevel kent in de aanbouw van de voorgevel een venster met een verdeling b.g. 5x4 boven en 5x5 beneden, verd.5x3 boven en beneden; links naast het nieuwe portaal tegen de zijgevel een aanbouw, en tegen de achterzijde van de uitbreiding van 1772 van de achtergevel, een winkelhaakvormige muur; de aanbouw en de muur zijn beide slechts één bouwlaag hoog; in deze muur een eenvoudige strokendeur, verdeeld in onder- en bovendeur; boven het portaal op de verdieping een venster met de verdeling 6x3 boven en beneden, als ook in de hoek tussen de zijgevel en de aanbouw uit 1772; op de begane grond en de verdieping heeft de achtergevel van deze aanbouw vensters met een verdeling van 5x3 boven en beneden; de aanbouw links van het nieuwe portaal heeft vensters met de verdeling 4x4 boven en 5x4 beneden. De achtergevel toont hoe door de aanbouw aan de rechterzijde op het dak de verschillende dakschilden zijn ontstaan en de gevel niet meer symmetrisch is; de dakschilden van het gedeelte geheel links (en het corresponderende deel rechts daarvan) zijn gelijkzijdig, dat van de aanbouw rechts is gelijkbenig; op het dak drie dakkapellen met kleine roedenverdeling en wangen; in het gedeelte van v¢¢r 1772 zitten zij recht boven de vensters eronder, niet midden in het dakschild. Deze achtergevel is te verdelen in vier partijen, waarvan er drie vertikaal zijn begrensd door geblokte pilasters; de vierde partij heeft naast de dubbele deur (en het raam erboven) gladde pilasters; deze partij heeft triglyphen op het fries, de andere drie triglyphen én spiegels; deze drie hebben overigens ook licht verdiepte spaarvelden. Het terugliggende gedeelte links van het midden heeft een dubbele glasdeur met geprofileerd en dito gebogen bovendorpel plus snijraam in het midden; erboven een venster in blokomlijsting met een roedenverdeling boven 5x3, beneden 5x4; naast de deur aan beide zijden smalle vensters met op de b.g. boven 3x4, beneden 3x5, verd. 3x3 boven 3x4 beneden; zowel links als rechts van dit terugliggende gedeelte de partijen met vensters b.g. 7x4 boven, 7x5 beneden, op de verd. 7x3 boven, 7x4 beneden. Het rechter in 1772 gebouwde deel springt nog iets meer naar voren en heeft gelijke vensters als de andere twee partijen. De rechter zijgevel heeft twee vensters in de aanbouw uit 1772 met kleine roedenverdeling (b.g.5x4 boven, 5x5 beneden, verd.5x3 boven en beneden); de vier overige vensters hebben een gelijke verdeling (b.g. 7x4 boven en beneden, verd. 7x3 boven en beneden).

De indeling van het huis is als volgt: in het midden een hal die overgaat in de gang welke uitmondt in een tweede -kleinere - hal, waar zich de steektrappen naar de verdieping bevinden, en de dubbele deur naar de tuin; bezijden deze hal, gang en tweede hal, niet symmetrische gerangschikt, vertrekken met de functies van antichambre, eetkamer, tuinkamer en salon, respectievelijk, zitkamer, boudoir, en porselein kabinet; voorts de garderobe en de keuken. De schoorsteenmantel in de eetkamer en de garderobe zijn de oorspronkelijke, de overige zijn van elders naar hier overgebracht. Het stucwerk in de hal is ten dele vernieuwd; de figuren in de nissen in de voorste hal (een Bacchante en een Abundantia) en de plafondstukken in deze hal, in de gang en de achterhal zijn vernieuwd; de beschadigde oorspronkelijke stucwerken van de voor- en achterhal (Venus en Apollo, vervaardigd door Ignatius van Logteren) zijn naar de bijgebouwen overgebracht; boven de deuren van de voorhal portretkoppen in stuc van klassieke mansfiguren. Op de verdieping is door voor het huidige gebruik van het huis aangebrachte wijzingen geen historische indeling meer aanwezig; de stucplafonds, betimmering en lambrizering zijn van historische waarde.

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Locatie

Monumentnummer
506939
Complexnaam
Beeckestijn
Provincie
Gemeente
Plaats
Complexomschrijving

BUITENPLAATS BEECKESTIJN. Ten zuiden van Velsen-Zuid aan de Rijksweg gelegen historische buitenplaats met (adellijk) landhuis uit de 17de en 18de eeuw, koetshuizen uit de 18de eeuw, tuinmanswoning uit 1770, 18de eeuwse ijskelder, slangemuren uit het eerste kwart van de 18de eeuw, respectievelijk uit het begin van de 20ste eeuw, 18de eeuwse tuinmuur met tuinhek en speelhuizen, alsmede vier paar toegangshekken. Dit alles gelegen in een historische tuinaanleg bestaande uit een formele tuinaanleg uit de 17de eeuw, gewijzigd in het begin van de 18de eeuw met daarbij behorende stenen waterkom en een zgn. droge aarden kom; in deze aanleg opgenomen voor Nederland uniek, structureel authentiek, én de eerste in zijn soort gecreëerde landschappelijke aanleg met een slingerende beek door - voor doorkijkjes - wisselend open gehouden ruimten en dicht begroeide gedeelten.

De eerste vermelding van de geslachtsnaam Beeckestijn dateert uit de 14de eeuw, of er toen ook al een buitenplaats van die naam gesticht is, is niet bekend. Aan het einde van de 16de eeuw is de plaats eigendom van Maria Gerrits van Beeckesteijn. In 1648 komt de buitenplaats in het bezit van de vooraanstaande Amsterdamse koopman Nicolaas Corver, die later ook burgemeester van die stad zou worden. Over de vorm van het huis in de 17de eeuw zijn geen gegevens beschikbaar, wel is tijdens de restauratie (1959-1969) gebleken dat het huis vermoedelijk aan het begin van de eeuw een hofstede was van één vertrek diep, en in de loop van de eeuw werd uitgebreid tot twee vertrekken diep. De buitenplaats wordt verworven door de familie Trip; eind 17de eeuw bestaat de tuinaanleg uit een hoofd- en een dwarsas achter het huis en twee perken er voor, het overige terrein heeft vermoedelijk de bestemming van boomgaard. Ten tijde dat Jan Trip de Jonge eigenaar was, wordt de buitenplaats tussen 1716 en 1721 ingrijpend gewijzigd. De in formele stijl aangelegde tuin krijgt dan de voor de Hollandse tuin in die tijd karakteristieke maatverhouding van 3:4; ook de assen in de lengterichting zijn kenmerkend; door middel van dwarsassen ontstaat een indeling in drie vakken; een grote waterkom als middelpunt van de geometrische aanleg is gedateerd 1719; met de vijver als snijpunt lopen diagonaalsgewijs paden of lanen in de achterste vakken. Slechts een klein deel van de laanbeplanting op de diagonaal in het (huidige) derde vak rechts is daarvan nu nog aanwezig. Het huis krijgt een nieuwe voorgevel in Lodewijk XIVde stijl met geblokte pilasters, een ingang met een rijke bekroning, en een fronton waarin de familiewapens van Jan Trip de Jonge en zijn vrouw Petronella W. van Hoorn, en kinderfiguurtjes; aan de tuinzijde wordt het huis uitgebreid. Aan de voorzijde waren al v¢¢r 1716 een stalling en koetshuis gebouwd; in 1722 zijn ze uitgebreid. Het tussen deze gebouwen gelegen voorplein wordt aan de wegzijde afgesloten door een muur waarin een inrijhek met aan beide zijden een speelhuis. In 1742 komt de buitenplaats na verkoop in het bezit van Jacob Boreel. In 1755 wordt de buitenplaats bijna twee maal zo groot door aankoop van grond aan de noordwest grens; de maatverhouding van de nieuwe kavel is net als die van het oude gedeelte 3:4; de beek die aan de noordoost zijde van huis en tuin loopt, wordt verlegd naar de noordgrens van de formele tuin; in het pas verworven gedeelte vormt hij een nog bestaande slingerbeek vanaf het midden van de noordwestelijk grens naar de noordgrens, nabij de overgang tussen de formele tuin en het achterste deel; in het formele deel voedt de beek de waterkom van 1719, in het andere deel enige kleine -thans nog aanwezige- vijvers. In het formele deel maken de diagonale paden of lanen met de vijver als snijpunt, in het tweede vak links van de hoofdas vermoedelijk plaats voor een doolhof en bosket met paden waarin halve cirkels en scherpe hoeken overheersen. Nu worden twee op de middenas van de gehele tuin aansluitende diagonale lanen - een zogenaamde ganzevoet - in de beide derde vakken aangelegd; zij lopen vanaf de noord- en zuidgrens naar het midden van de wal tussen de formele en het in 1755 verworven deel; aan de noordzijde van deze nieuwe diagonaal wordt in het derde vak rechts een kronkelend pad aangelegd; langs de noordzijde van het formele gedeelte loopt dan een regelmatig golvend pad, en langs de gehele noordgrens een doorlopende laan, evenals aan de westzijde; aan de zuidzijde loopt vermoedelijk een laan langs het formele gedeelte; in het in 1755 verworven deel wordt vermoedelijk in de noordwest hoek, het vierkante bosket met slingerpad naar een cirkel gemaakt; het slingerpad naar de cirkel is in de 20ste eeuw gereconstrueerd. De lanen aan de noordgrens en aan de westzijde, evenals de diagonale laan (van de ganzevoet) in het rechter derde vak van de formele tuin, zijn gehandhaafd; het golvende pad langs de noordgrens bestaat niet meer; van het overige, zoals het doolhof en bosket, zijn slechts rudimenten terug te vinden.

Na 1772 wordt binnen de bestaande formele aanleg, naar ontwerp van J.G. Michael een aanleg in landschapsstijl ingepast; Michael's plan is mogelijk niet geheel uitgevoerd; binnen het formele deel wordt een ronde waterkom in het eerste vak links aangelegd, en in het derde vak links een kronkelend pad (door het gehele vak) tussen bloeiende heesters. De ronde kom is sindsdien vervangen door een andere kom op een andere plaats in dit vak. In het eerste vak rechts komt een rond bloemperk tot stand, dit ronde bloemperk is na 1818 verdwenen.

Op de kaart van 1772 staat de centrale laan in het midden van het landschappelijk deel aangegeven met als beplanting naald- en loofbomen; aan het einde van deze hoofdas stond een colonnade, die reeds in 1768 aanwezig was; mogelijk was de centrale laan dan ook al aanwezig voor 1762, het jaar dat Michael op Beeckestijn arriveerde; de colonnade - die waarschijnlijk niet meer was dan een beschilderd schotwerk - is ook in vooraanzicht weergegeven op de kaart van Michael.

Het huis wordt in 1772 vergroot met twee zijvleugels aan de voorzijde en een aanbouw aan de tuinzijde.

Op het kadastrale minuutplan van omstreeks 1818 is te zien dat Willem Boreel (zoon van Jacob), die in 1778 eigenaar was geworden van zowel Beeckestijn als het nabij gelegen Hoogergeest, delen van de formele tuin in landschappelijke stijl liet wijzigen; de laan aan de zuidzijde is gekapt en in de landschappelijke aanleg aan die zijde is een weiland met boomgroepen ontstaan; het terrein is daar aanzienlijk uitgebreid; het doolhof maakte mogelijk nog deel uit van de landschappelijke aanleg, net als het derde vak links, de diagonale laan is daar gekapt, de heesters zijn verdwenen, de bestemming is weiland geworden. Aan de andere zijde van de middenas is de diagonale laan in het derde vak gehandhaafd; het vak zelf wordt als weiland aangeduid; het tweede vak rechts fungeert als boomkwekerij, de schuine laan in dit vak is vermoedelijk gekapt; in het eerste vak rechts is het bloemperk vermoedelijk nog wel aanwezig, het overige terrein is bestemd voor een kwekerij. Achter het zuidelijke koetshuis zijn een moestuin en boomgaard aangelegd.

In 1936 schetste tuinarchitect L.A. Springer de situatie op Beeckestijn; aan de zuidzijde van de buitenplaats bevonden zich enkele grote boomgroepen, het overige is weiland; de dwarsassen kennen dubbele laanbeplanting, evenals de laan aan de noordgrens; de ronde kom links (eerste vak) en de boomgaard rechts (tweede vak) staan op de schets aangegeven, evenals twee moestuinen achter de beide koetshuizen; de centrale middenas in het formele gedeelte lijkt als laan of pad te zijn verdwenen, en uitsluitend nog als zichtas te bestaan.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn er verschillende bunkers in de tuin gebouwd; één bunker pal achter het huis heeft men voor de restauratie in 1959 kunnen laten verzinken, de andere drie zijn door begroeiïng ietwat aan het zicht onttrokken; zij bevinden zich aan de voorzijde bij het huis in de noordoosthoek, aan de achterzijde van het landschappelijk gedeelte nabij de tuinmanswoning en links van de middenas in het tweede vak van de formele tuin.

Na de restauratie van het hoofdgebouw (1959-1969) is het lanenstelsel in de formele tuin hersteld; in 1976 en 1986 is de kruidhof achter het noordelijke koetshuis aangelegd, achter het zuidelijk koetshuis is een nieuwe formeel aangelegde tuin met buxus en rozen gecreëerd.

Nabij het huis bevindt zich een beeldengroep van Vulcanus, Venus en Amor, gemaakt voor de buitenplaats Vechtenstein te Maarssen - en daarna verworven door de eigenaar van Spaarnberg te Velsen - en toegeschreven aan Johannes Blommendaal (1648?-1708); de beeldengroep is door de gemeente Velsen in 1949 aangekocht en in 1966 overgebracht naar Beeckestijn. Aan het begin van de formele tuin staan vier 18de eeuwse beelden opgesteld, eveneens afkomstig van de buitenplaats Spaarnberg, voorstellende Venus, Fortitudo of Flora, een god van de Jacht en een godin die het element water symboliseert. Ook deze beelden zijn in 1949 aangekocht en in 1966 naar Beeckestijn overgebracht.

Op de buitenplaats zijn diverse tuinsieraden aanwezig; voor het hoofdgebouw bevinden zich twee 18de eeuwse natuurstenen tuinvazen met daarop taferelen ontleend aan de textielnijverheid, zij zijn rond 1730 voor linnenwever W. Kops gemaakt en zijn afkomstig van de naburige buitenplaats Waterland waar men ze van Wildhoef te Bloemendaal had verworven; in 1990 zijn zij op Beeckestijn geplaatst. Voorts staat in het ronde grasperk voor het hoofdgebouw een zonnewijzer; de zonnewijzer heeft een 18de eeuwse vaasvormige sokkel op vierkante basis; de vaas is versierd met bladmotieven; de zonnewijzer is in 1966 op Beeckestijn geplaatst; hij is verworven van de buitenplaats Nienoord te Leek; in de boomgaard voor de kruidentuin bevindt zich één 18de eeuwse natuurstenen rechthoekige sokkel, voorzien van schub-ornament en voluten; deze sokkel is geschonken door het Haags Gemeentemuseum; bij de ingang van de kruidentuin zijn twee 18de eeuwse natuurstenen sokkels in vaasvorm geplaatst; net als de beide tuinvazen zijn deze sokkels afkomstig van de buitenplaats Waterland; deze drie sokkels zijn in 1990 op Beeckestijn geplaatst. De hardstenen platen nabij de vijver, die in 1994 zijn verwerkt tot banken, zijn afkomstig van de buitenplaats Duin en Kruidberg. Daar al deze zaken nog geen 50 jaar op de buitenplaats aanwezig zijn, kunnen zij thans nog niet onder de beschermende werking van de Monumentenwet worden gebracht.

Op de bij de omschrijving behorende kaart is de omgrenzing van het complex alsmede de aanduiding van de onderdelen weergegeven.

De historische buitenplaats Beeckestijn is in cultuurhistorisch opzicht van groot belang, vanwege:

------- het uit de 17de en 18de eeuw daterende classicistische hoofdgebouw, waarvan de vorm, de plattegrond en de gevels karakteristiek zijn voor de tijd van ontstaan; dat typologisch waardevol is alsmede zeldzaam en authentiek, en visueel de kern van de buitenplaats vormt

------- de historische tuin- en parkaanleg in formele én landschapsstijl, een voor Nederland unieke combinatie, die zeldzaam is en authentiek

------- de historische tuin- en parkaanleg in landschappelijke stijl, die typologisch zeer waardevol is vanwege de grote ouderdom en vrijwel authentieke staat waarin de structuur van de aanleg is bewaard

------- de beide 18de eeuwse koetshuizen die typologisch en door hun situering waardevol zijn

------- de 18de eeuwse tuinmuur met de beide uit dezelfde tijd daterende speelhuizen die typologisch waardevol zijn alsmede zeldzaam

------- de vroeg 18de eeuwse en vroeg 20ste eeuwse slangemuren, die typologisch belangrijk zijn, zeldzaam en authentiek

------- de van 1770 daterende tuinmanswoning in neogotische vormgeving, die typologisch waardevol, zeldzaam en authentiek is.

------- de 18de eeuwse ijskelder, die typologisch belangrijk is, bovendien zeldzaam en authentiek

------- de toegangshekken, hekpijlers en smeedijzeren hekken, die typologisch belangrijk zijn

------- de 18de eeuwse beelden en beeldengroep, alsmede de tuinvazen, zonnewijzer en sokkels, die kunsthistorisch van belang zijn en een sieraad voor de buitenplaats, doch vanwege het jaar van plaatsing op deze buitenplaats thans nog niet voor bescherming in aanmerking kunnen komen.

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Landhuis Kastelen, landhuizen en parken Kasteel, buitenplaats oorspronkelijke functie Ja
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
Rijksweg 136 1981 LD Velsen-Zuid Ja
Types
Hoofdcategorie Subcategorie Beschrijving Notitie
N.V.T. Niet van Toepassing
Percelen
Kadastraal perceel Kadastrale sectie Kadastraal object Appartement Kadastrale gemeente
H 8244 Velsen
Bouwperioden
Start Eind Notitie Beschrijving
1772 1772 verbouwing
Naar boven