Inleiding

WOONHUIS-WINKEL, 1904, in de gesloten straatwand van de Wycker Brugstraat. Gebouwd in een eclectische stijl met overwegend elementen van neo-barok, in opdracht van dhr. J.H. Cox-Heckrath. De voorgevel is rijker geornamenteerd dan in het oorspronkelijke ontwerp van architect C. Joosten was voorzien.

Omschrijving

Woonhuis-winkel op L-vormige plattegrond. Het hoofdvolume heeft een souterrainverdieping, vier bouwlagen, een zolderverdieping en een vliering.

Dwars tegen de achtergevel een uitbouw van vijf bouwlagen onder plat.

Het hoofdvolume wordt gedekt door een gecombineerd mansarde- en zadeldak met leien op het dakschild, pannen en is verzonken tussen kopgevels.

De VOORGEVEL is vanaf de tweede laag symmetrisch ingedeeld en telt drie vensterassen. Tegen een achtergrond van wit geglazuurde baksteen heeft de gevel een rijke ornamentering in hardsteen en stuc, oorspronkelijk verguld.

In de eerste laag een winkelpui met harstenen plint (incl. souterrainrooster), een afgeronde glazen etalagepui met glas-in-lood bovenlichten. Daarnaast een entreeportiek, waarin verdiept geplaatst de de winkel- en woonhuisdeuren. In het portiek: een marmeren mozaïekvloer waarin de naam van de eerste bewoner "COX HECKRATH"; in de wand een gegraveerde gevelplaat bestaande uit een granieten ornament, groot ca. 310 x 87 cm, gedecoreerd in Art Nouveau-stijl met in lengte verlopende cartouche waarbinnen gegraveerd en gepolychromeerd een decor met gestileerde korenbloemen, pioenen en een Franse lelie; een geslepen spiegel met Art Nouveau-motieven en de inscriptie "Gravo Marmorite MPV Maastricht".

In de tweede laag een dubbele houten balkondeur en twee houten T-vensters met afgeronde bovenlichthoeken. Rechthoekig, centraal geplaatst balkon met een onder de flankerende vensters doorlopende balustrade. Beide balkonconsoles hebben een ornamentering in de vorm van mensenhoofden. Twee Griekse urnen op de hoeken van de balkonbalustrade.

Rijk stucwerk in de venster- en deurlijsten.

In de derde laag een rechthoekige, dubbele houten balkondeur en twee flankerende rechthoekige houten T-vensters. Een halfrond balkon met sierlijke balusters, het geheel gedragen door twee putti, met daarboven in gouden letters de tekst "Auspice Deo", alsook het jaartal 1905.

Gestucte venster- en deurlijsten met schelpmotieven.

In de vierde laag drie rechthoekige houten T-vensters in stuclijsten. De gevel wordt bekroond door een stuclijst met figuratieve bakgootconsoles. De middenas loopt uit in een lucarne met fronton en klauwstukken. Op het voordakvlak boven beide zij-assen een dakkapel met spits en smeedijzeren nokornament, op de lucarne oorspronkelijk met windvaan waarin de initialen "CH". De nok is voorzien van een smeedijzeren hekwerk.

Het vrijgebleven bakstenen deel van de achtergevel telt één vensteras over vier bouwlagen. De uitbouw dwars op de achtergevel heeft een zich verbredende plattegrond. Twee vensterassen met rechthoekige houten tuindeur, segmentboogvormige houten T-vensters en verticaal ingedeelde segmentboogvormige houten vensters in de binnenplaatsgevel.

Één vensteras in de achtergevel van de uitbouw.

Het INTERIEUR is in 1980 ingrijpend vernieuwd, waarbij de tweede tot en met de vierde bouwlaag werden ingericht als appartement.

Waardering

De architectuurhistorische waarden van de winkelwoning Cox-Heckrath zijn zeer aanzienlijk en worden bepaald door de bouwstijl, de betrokkenheid van architect C. Joosten, de hoogwaardige esthetische kwaliteiten van het ontwerp, het materiaalgebruik en de ornamentiek. Het pand behoort tot de zogenaamde Wycker Percee en is derhalve een zeer belangrijk onderdeel in het beschermde stadsgezicht en ten zeerste verbonden met de ontwikkeling/uitbreiding van de stad en van zeer bijzondere betekenis voor het aanzien van de stad.

Het pand is voorts van belang vanwege de hoge mate van gaafheid en is van grote importantie in relatie tot de structurele en visuele gaafheid van de stedelijke omgeving.

Bovendien is er sprake van een hoge mate van architectuurhistorische zeldzaamheid.