Valkenheining, Baambrugge

HOOFDGEBOUW (Huis Valkenheining). Het huis wordt gevormd door een in baksteen opgetrokken onderkelderd hoofdgebouw op rechthoekige grondslag en een iets terugwijkend, lager bijgebouw eveneens op rechthoekige grondslag. Het hoofdgebouw is met een met grijze pannen gedekt afgeknot schilddak overkapt, met twee vierkante schoorstenen, elk onder een kap, op de nokeinden. Het bijgebouw is overkapt met een onder grij ze pannen gedekt zadeldak, dat aan de zijde van het hoofdgebouw afgeknot is. Zowel hoofd- als bijgebouw zijn (thans) zachtgeel gepleisterd. De voorgevel van het hoofdgebouw bestaat uit een in vijf traveeën gelede gevelpartij met een iets vooruit springende middenrisaliet waarin zich de ingangspartij bevindt. De middenrisaliet wordt bekroond door een tympaan waarin een ovaalvormig raam. Rondom het dak loopt een kroonlijst. Voor de ingangspartij ligt een hardstenen trap met bordes, waarlangs een smeedijzeren leuning. De hoofdingang bestaat uit een dubbele paneeldeur met een getoogd 4-ruits bovenlicht aan interieurzijde voorzien van een diefijzer met stervormige decoratie. De hoofdingang wordt omgeven door een getoogde kroonlijst die gesteund wordt door twee Ionische pilasters, onder de kapitelen en onderaan gesierd met acanthusblad en bloemdecoratie. Aan weerszijden van de trap op souterrainniveau bevinden zich twee (thans) dubbele 18-ruits vensters voorzien van luiken. Op de bel étage aan weerszijden van de ingangspartij twee (thans) 45-ruits schuifvensters. Op de verdieping vijf schuifvensters met (thans) 30-ruitsindeling. De lantaarns met voluutvormige armen aan weerszijden van de dubbele deur zijn tijdens de restauratie in de jaren '70 aangebracht. Aan de rechterbovenzijde van de gevel bevindt zich een zonnewijzer die omgaat naar de rechterzijgevel. In de linkergevel (noordwest) is centraal het rookkanaal van de schouw, gesteund door ijzeren banden, uitgebouwd. Op bel étageniveau aan weerszijden van het rookkanaal een blindnis, erboven op de verdieping een kleinere. De rechtergevel (zuidoost) waartegen het bijgebouw is geplaatst, heeft op de bel étage een (thans) 18-ruits venster en op de verdieping een (thans) 15-ruits venster. De overgang van hoofd- naar bijgebouw wordt op dit gevelvlak geaccentueerd door een muizetandlijst. De achtergevel van het hoofdgebouw heeft een onregelmatige vensterindeling. Op het dak bevindt zich een dakkapel. De kapel heeft een getoogde omlijsting en een (thans) dubbele 12-ruits indeling. De achtergevel is in drie traveeën te verdelen. De linkertravee bevindt zich op de bel étage een blindnis, op de verdieping bevinden zich twee (thans) 24-ruits uitzetramen, voor de restauratie in de jaren '70 bevond zich hier één raam. Deze travee is tijdens de verbouwing voorzien van een buitentrap naar het souterrain, geflankeerd door 12-ruits vensters. De middelste travee laat de vensters die in het trappenhuis zitten zien. Binnen de travee verspringen drie (thans) 15-ruits uitzetramen. De trav ee eindigt met een (thans) 12-ruits uitzetvenster in de rechterbovenhoek. De rechtertravee werd in de jaren '20 voorzien van een verhoogd terras, bereikbaar door een bakstenen steektrap. Het terras wordt beschermd door een tentachtige overkapping en een windscherm bestaande uit een 9-ruits venster. In 1994 is weer een geschulpte rand langs de overkapping aangebracht. De twee (thans) 45-ruits schuifvensters die op het terras uitkijken zijn tijdens de meest recente verbouwing voorzien van een systeem waardoor zij als deuren kunnen functioneren. Het 18de-eeuwse fonteintje op het terras is ingemetseld omstreeks de jaren '30, de herkomst is onduidelijk. Op de verdieping bevindt zich een (thans) 12-ruits uitzetvenster met luik. Het terugwijkende bijgebouw, oorspronkelijk de functie van koetshuis en stal bekledend (thans de functies van muziekzaal, tuinmanswoning, gastenverblijf en garage bekledend), is aan de voorzijde onregelmatig verdeeld in zeven (venster)traveeën. De zijgevel van het bijgebouw heeft een tuitgevel, het noordelijke dakschild is lager dan het zuidelijke. Iets uit het midden bevindt zich een deur met getoogd bovenlicht met roedenverdeling. Aan weerszijden voorzien van een 6-ruits venster. Boven de ingangspartij een venster met 12-ruitsindeling. De achterzijde van het bijgebouw heeft een onregelmatige vensterindeling. Het deel dat aan het hoofdgebouw grenst heeft, in tegenstelling tot het eerste deel, een verdieping. Op het dak een dakkapel voorzien van een (thans) dubbel 6-ruitsvenster. De zijgevel die haaks op het hoofdgebouw staat is op de begane grond voorzien van een deur, aangebracht tijdens de restauratie in de jaren '70 en een (thans) 9-ruits schuifvenster. Op de verdieping bevinden zich hier twee (thans) 12-ruits schuifvensters en op de eerste verdieping een (thans) 12-ruits venster. Het interieur van het hoofdgebouw is voor een groot deel omstreeks 1740 aangepast door Wouter Valckenier. Hij liet het huis verfraaien en voorzien van elementen in Lodewijk XV-stijl. De hal, gelegen achter de hoofdingang, heeft een marmeren vloer en wordt afgesloten door een wand met daarin drie deuren bekroond door een kroonlijst. De buitenste deuren geven toegang tot het trappenhuis. Het trappenhuis is betegeld met originele witte tegels met op de hoekeinden van elk trapdeel een ronde tegel, balusters voorstellende. De eiken trap loopt rondom en voor een deel door twee bedsteden. Het plafond in de hal is gestuct in Lodewijk XV-stijl. In de linker kamer (west) heeft de haard een mantel in Lodewijk XV-stijl en is het boezemdeel van de haard gestuct en voorzien van florale elementen als narcissen, rozen, gras en een waterspuwertje. Het stucplafond is eveneens in Lodewijk XV-stijl. De uit de bouwperiode stammende vloerdelen (evenals in de rechter kamer) zijn van grenen. De ramen aan de voorzijde van het huis zijn voorzien van invouwbare eikenhouten luiken. In de rechter kamer (oost) is de haard voorzien van een Lodewijk XV mantel. Het boezemdeel heeft gestuct lijstwerk in Lodewijk XV-stijl en een eigentijdse schilde ring. De haardplaat is van gietijzer. In de zuidwand een wandkast, gesloten door een aan boven- en onderzijde getoogde deur voorzien van 65 ruitjes. Tegenover de wandkast bevindt zich een gestucte nis, waarin een stroomgodje en rococo-elementen. Het stucplafond is in Lodewijk XV-stijl. De wanden zijn voorzien van lambrizeringen en de luiken zijn thans geschilderd. De rechter kamer op de verdieping heeft een robuuste schouw in Lodewijk XIV-stijl. De keuken is tijdens de verbouwing in de jaren '70 teruggebracht naar haar oorspronkelijke plaats in het souterrain en is voorzien van de oude plavuizen vloer. Het souterrain heeft kleine troggewelven tussen houten moerbalken.

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Locatie

Monumentnummer
506234
Complexnaam
Valkenheining
Provincie
Gemeente
Plaats
Complexomschrijving

HISTORISCHE BUITENPLAATS VALKENHEINING (Rijksstraatweg 143,145,147,149 en 151, Baambrugge). De buitenplaats Valkenheining is gelegen op de oostelijke oever van het riviertje de Kromme Angstel tussen Loenersloot en Baambrugge. De buitenplaats werd gesticht in 1677 en heeft zijn naam te danken aan een samenvoeging van de namen van de stichter Cornelis Valckenier en zijn echtgenote Catharina van Heyningen. Cornelis Valckenier was secretaris van de weeskamer te Amsterdam, voorts koopman en admiraal van de Oost Indische Compagnie, daarna burgemeester van Amsterdam.

Op 2 juni 1677 werd Cornelis Valckenier eigenaar van een 'seckere hofstede met omtrent vijf en twintich morgen landt gelegen onder den gerechte van Abcoude' die hij kocht van van Dirck Jansz. Hellingh. Op 25 juli 1677 vond de overdracht van meer onderdelen plaats: 'seckere hofstede met huijs, barch, schuijr en drie en twintig mergen en twee honts lands, bespotinghe ende beplantinghe...'. Cornelis Valckenier had v olgens een request het plan opgevat op deze plaats een 'lustplaats en boerenwoning' te bouwen. Deze betiteling is waarschijnlijk van toepassing op het huidige huis: het vijf traveeën brede en twee verdiepingen hoge, in classicistische stijl met centrale ingangspartij gebouwde huis en het daarmee verbonden lagere complex bijgebouwen aan de zuidzijde van het huis, dat gedeeltelijk de bestemming koetshuis, stal en tuinmanswoning had. Met de bouw van het huis zal kort na juli 1677 zijn aangevangen. De architect van het huis is onbekend.

In 1700 werd Jacob Valckenier, zoon van Cornelis Valckenier en schepen van Amsterdam, door vererving eigenaar van Valkenheining. Waarschijnlijk was het Jacob Valckenier die de rijk geornamenteerde koepel ten zuidwesten van het huis gelegen liet bouwen. Deze koepel, samen met de soberder koepel van Slot Zeist behorende tot de oudst bewaarden van ons land, is op een ets uit 1730 (door A. Rademaker, Hollands Arcadia, 1730) duidelijk te herkennen. Wellicht is de koepel rond 1700 geb ouwd. Op stilistische gronden wordt de koepel wel aan Daniël Marot toegeschreven. In 1717 breidde Jacob Valckenier het terrein van de buitenplaats uit met een 'huijsje en Erfje, Staande en gelegen onder Abcoude d'Leeuws gerecht bij Loenersloot'. De volgende eigenaar van Valkenheining was de zoon van Jacob, Wouter Valckenier, schepen van Amsterdam. Hij erfde de buitenplaats in 1740 en was tot 1784 eigenaar van Valkenheining. Waarschijnlijk liet hij het huis verfraaien in huidige Lodewijk XV-stijl. Wouter Val ckenier was gehuwd met Elisabeth Hooft, zuster van Henrik Hooft Danielsz. Laatstgenoemde was burgemeester van Amsterdam en werd in 1787 door prins Willem V uit zijn ambt gezet wegens patriotisme. In het midden van de tweede helft van de 18de eeuw strekte de aanleg van Valkenheining zich voornamelijk in oostelijke richting uit. Het meest westelijke deel van deze aanleg had een driehoekige vorm, hierin lag het huis. Dit gedeelte maakt in de huidige park- en tuinaanleg rondom Valkenheining nog steeds een bel angrijk deel uit. Het volgende deel sloot in oostelijke richting op de driehoek aan en werd in het noorden begrenst door de buitenplaats Den Haring, het derde deel van de aanleg lag het meest oostelijk en staat op een kaart uit 1769 aangegeven als sterrebos. Als zodanig is dit deel van de historische aanleg niet meer bewaard.

Na de dood van Elisabeth Hooft vererfde Valkenheining voor de ene helft aan de familie Valckenier en voor de andere helft aan de familie Hooft. In 1796 verkochten beide families de bu itenplaats via makelaar W.H. Stoopendaal. Deze beschreef het huis op 6 maart 1796 als zijnde: 'dood ouderwets en vervallen'. Op 3 mei 1796 werd Valkenheining in een advertentie in de Oprechter Haarlemmer Courant als volgt beschreven: 'Een zeer plaisante en extra welgesitueerde Hofsteede, genaamd VALK EN HEINING, met deszelfs Heeren-Huizinge, koetshuis en stallinge, tuinmanswooning, coepel, menagerie etc.; mitsgaders een boerdery, berg en schuur met deszelfs weltoegemaakte landeryen, bosch en hakhout, etc., groot te zamen 34 morgen voetstoods, alles te samen in één koop, staande en geleegen aan de Rivier de Vecht, onder den gerechte van Abcoude, tusschen Baambrug en Loendersloot op het Loendersloot-Eind'. De Kadastrale Minuutplan van ca. 1832 geeft een indruk van de gronden rondom Valkenheining en de inrichting daarvan aan het begin van de 19de eeuw. Het oorspronkelijke sterrebos en het middenstuk van de aanleg zijn definitief weiland geworden.

Omstreeks 1836 werd de heer H. Kersjes de eigenaar van Valkenheining. In 1844 wordt ook de hofstede Den Haring vermeld als eigendom van Kersjes en heeft er waarschijnlijk een samenvoeging van beide buitenplaatsen plaatsgevonden. Waarschijnlijk was Kersjes in 1843 al eigenaar van beide plaatsen, omdat de ornamentele oogvormige vijverpartij op de scheidingssloot tussen Den Haring en Valkenheining in een acte uit 1843 reeds wordt genoemd. In 1856 blijkt Den Haring te zijn afgebroken. In 1863 komt het Kleine Huis (waarschijnlijk bestemd als koetshuis voor Valkenheining), g ebouwd ten oosten van de plaats waar Den Haring stond, voor het eerst voor op een kadastrale hulpkaart en zal kort voor 1863 gebouwd zijn. Toen werd vermoedelijk ook de nog bestaande laan naar het Kleine Huis aangelegd, die aansluitend aan de lindenlaan aan de NW-hoek van de buitenplaats ontspringt.

Rond 1900 werd direct achter het huis Valkenheining een neo-formele tuin aangelegd. Deze aanleg werd gerealiseerd voordat de buitenplaats in 1924 in het bezit kwam van J. Kalff. In deze tijd is de parkaanleg aa nzienlijk opener geworden. Foto's uit deze periode geven een duidelijk beeld van de aanleg die tegenwoordig nog goed te herkennen is. Een luchtfoto uit 1930 geeft weer hoe de buitenplaats er na een meer dan 250 jaar lange ontwikkeling er op dat moment uitziet: de neo-formele tuin is duidelijk zichtbaar, evenals het zicht in oostelijke richting. Ook is een as in het parkbos die achter het huis eindigt te onderscheiden en zijn de thans verdwenen slingerpaden rond de neo-formele tuin te zien. In het deel van h et park dat thans tot het 'Kleine Huis' behoort staat een volwassen kastanjelaan. Het gedeelte ten zuiden van de kastanjelaan, lopende van west naar oost, bestaat uit een vrij open ruimte met daarin slingerpaden, coniferen en heesters, alsmede een kleine moestuin. Over de scheisloot met de wellicht in de eerste helft van de 19de eeuw gerealiseerde ornamentele halfcirkelvormige verbreding liggen twee bruggen die beide delen van de buitenplaats met elkaar verbinden.

In 1946 wordt de buitenplaats Valkenheining eigendom van meerdere eigenaren. De parkaanleg blijft echter de historische samenhang vertonen. De eenvoudige neo-formele aanleg in de vorm van een gazon met vormboompjes op de hoeken, tussen het huis en de koepel stamt van na deze tijd.

In de tuin bevinden zich een aantal interessante tuinornamenten (voetstukken en een tuinbeeld) en twee oude schuren. Het huis is bereikbaar via een oprit die afgesloten wordt door een smeedijzeren hek uit ca 1800. In 1969 werd het huis Valkenheining aangekocht door mevrouw M. van Erven Dorens-Vinke. In de jaren '70 volgde een restauratie van het huis en de zwaar vervallen koepel. Omstreeks 1977 is de koepel hersteld. De omgrenzing van de historische buitenplaats staat op de bij deze registeromschrijving bijhorende kaart aangegeven en wordt in de omschrijving van onderdeel 2 van dit complex nader gespecificeerd.

De historische buitenplaats Valkenheining is uit de volgende samenstellende onderdelen opgebouwd:

1. hoofdgebouw (huis Valkenheining), zie voor omschrijving hierna;

2. historische tuin- en parkaanleg, zie idem;

3. koepel, zie idem;

4. kleine huis, zie idem;

5. schuur, van oorsprong 17de-eeuwse hooiberg, zie idem;

6. schuur, zie idem;

7. hardstenen voetstuk aan zuidzijde van de neo-formele tuin, zie idem;

8. voetstuk aan zuidzijde van de neo-formele tuin, zie idem;

9. hardstenen voetstuk aan zuidzijde van de neo-formele tuin, zie idem;

10.betonnen voetstuk aan noordzijde van de neo-formele tuin, zie idem;

11.hardstenen voetstuk met vrouwenfiguur aan noordzijde van de neo-formele tuin, zie idem;

12.hardstenen sokkel aan oostzijde tuin, zie idem;

13.hardstenen voetstuk in neo-formele voortuin, zie idem;

14.twee hardstenen sokkeltjes, zie idem;

15.toegangshek voorzijde huis, zie idem.

De historische buitenplaats Valkenheining is in cultuur-, architectuur en tuinhistorisch opzicht van algemeen belang vanwege:

- het hoofdgebouw, een oorspronkelijk laat 17de-eeuws huis met Lodewijk XIV kenmerken dat in de eerste helft van de 18de eeuw gemodernise erd werd,

- het inwendige van het hoofdgebouw, met name het interieur van de bel-etage dat fraaie stucplafonds en stucdecoraties op de schouwboezems in Lodewijk XV-stijl bezit,

- de parkaanleg op driehoekige grondslag, dat een typerend voorbeeld is van een gaaf bewaarde parkaanleg in landschapsstijl met formele en neo-formele elementen, van een kleine Vechtbuitenplaats,

- de vroeg 18de-eeuwse houten koepel in Marotstijl, die één van de oudst bewaarde van ons land is en zich nog in vrijwel originele staat bevindt.

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Kastelen, landhuizen en parken Kasteel, buitenplaats oorspronkelijke functie Ja
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
Rijksstraatweg 147 1396 JK Baambrugge Ja
Rijksstraatweg 149 1396 JK Baambrugge
Rijksstraatweg 151 1396 JK Baambrugge
Percelen
Kadastraal perceel Kadastrale sectie Kadastraal object Appartement Kadastrale gemeente
A 3009 Baambrugge
Bouwperioden
Start Eind Notitie Beschrijving
1677 1677 vervaardiging
Naar boven