Inleiding

Het WOONHUIS uit ca. 1910 is uitgevoerd in een eclectische trant, waarbij elementen zijn ontleend aan de Chalet-stijl. De woning is thans deels kantoor van het naast gelegen restaurant. De bouwwijze doet vermoeden dat het ontwerp van de hand is van J.C. Velding uit Buitenpost. In 1984 is de woning gewijzigd door inpandige verbouw van de oorspronkelijke bijkeuken en de verbouw van het berghok. De geschakelde aanbouwen vanaf de bijkeuken vallen wegens te geringe architectonische waarde buiten bescherming van Rijkswege.

Omschrijving

Een woonhuis van één bouwlaag met een L-vormige plattegrond. Het pand heeft een samengesteld zadeldak met wolfseinden en is gedekt met zwart geglazuurde gegolfde Friese pannen. De gootlijst rust op eenopengewerkte gootklamp. Op de snijpunten van de noklijnen staan zinken pironnen. Aan de achterzijde is een contemporaine bijkeuken gebouwd onder een plat dak. Het opgaand muurwerk is uitgevoerd in roodbruine bakstenen op een klinkerstenen trasraam. De voorgevels zijn verlevendigd met witte kalkzandstenen banden, een groen geglazuurde bakstenen band onder de kalkzandstenen daklijst en gepleisterde imitatie neggeblokken op de hoekpunten. De opstand van de O-zijgevel is gelijk aan die van de N-gevel: ze zijn voorzien van een halfrond gebogen sierspant dat middels ingesnoerde en aangepunte "radialen" aan de overstekende en versierde, ingezwenkte windveer is bevestigd. Het overstek rust op sierkorbelen met sierkalf. De W-gevel is vergelijkbaar met de langsgevel aan de N-zijde: het bevat twee getoogde T-vensters met bovenlicht en de W-gevel bovendien nog een klein provisiekelderraam. De overige, getoogde H-vensters met vierruits bovenlicht, hebben een groen geglazuurde bakstenen aflekdorpel. De getoogde streklagen boven de ramen hebben gepleisterde imitatie aanzetstenen en een sluitsteen met diamantkop.

Twee van de vier ramen aan de N-zijde zijn voorzien van een versierde houten kast voor rolluiken. Uit de dakvoet van de W-zijgevel rijst een verjongende schoorsteen, zadelvormig afgedekt door twee zwart geglazuurde Friese pannen. Een zelfde schoorsteen rijst op uit het dakvlak aan de Z-zijde, naast de eenvoudiger schoorsteen uit de bijkeuken. Aan de andere zijde van de bijkeuken een vierde eenvoudige, kleine schoorsteen met een keramische schoorsteenpot. In het dakvlak van de gevel parallel aan de straat is een sierlijk dakkapelletje onder zadeldak met wolfeind, waarop een zinken piron staat. Het heeft een ingezwenkte windveer en een H-venster met drieruits bovenlicht.

Voor het inpandige portiek met dubbele paneeldeur, voorzien van ijzeren sierhekjes, ligt een beraapte stoep.

Waardering

Het woonhuis in eclectische trant met elementen van de Chaletstijl is van cultuurhistorisch en architectonisch belang:

- als karakteristiek voorbeeld van de Chaletstijl-elementen in de plattelandsarchitectuur,

- vanwege de eenvoudige, maar verzorgde detaillering en levendige ornamentiek,

- vanwege de hoge mate van gaafheid van het exterieur.