Inleiding

In 1923-1924 tot stand gekomen bouwwerk, in oorsprong bestemd als 'POLITIEBUREAU voor het Verkeerswezen aan den Overtoom', uitgevoerd in Amsterdamse Schoolstijl naar ontwerp van P.L. Marnette van de Dienst Publieke Werken. Thans resteren alleen nog de karakteristieke voorgevel en aansluitende delen van het oorspronkelijk casco.

In het midden van de voorgevel bevond zich tussen de garagedeuren aan de linkerzijde en de hoofdingang aan de rechterzijde in oorsprong de loge voor de brigadier. Daarachter waren de ruimten voor de reiniging en stalling van paarden, alsmede voor de reiniging en berging van rijwielen. Voor de stalling van paarden werd aanvankelijk gebruik gemaakt van een bestaande loods met paardenstal. De kappen hadden een basilicale opbouw in verband met de lichttoetreding. Bij de verbouwing van medio 1994 zijn deze onderdelen echter verdwenen.

Omschrijving

Grotendeels in metselwerk opgetrokken bouwwerk met vier bouwlagen: begane grond, twee verdiepingen en een vrijwel blinde topverdieping. In oorsprong nam het aantal verdiepingen in de richting van de achtergevel steeds af, ten dele te zien in de oostgevel, die oorspronkelijk nog enkele grote vensterpartijen met bovenlichten bevatte.

Het dak van het aan de straatzijde gelegen deel is plat.

Ter hoogte van de begane grond is de voorgevel met natuursteen bekleed. Links en rechts twee vierkante volumina met horizontaal gelede toegangsdeur aan de binnenzijde. Afgeschuinde hoek van de plint met overstek. In het midden de afgeplatte, ronde uitbouw van de brigadiersloge op iets teruggezette plint. Centraal een vierkante decoratieve natuurstenen plaat. Aan weerszijden hiervan een vrijwel omlopend venster met halverwege een breed houten horizontaal kalf met concave profielband. Aan weerszijden van de loge bevinden zich verdiept in het ontstane portiek tussen loge en de twee vierkante volumina elk een stel dubbele deuren met expressief uitgevoerd beslag en geheng, en een groot ovaal venster. Het bovengelegen concave geveldeel wijkt iets van de rooilijn en heeft aan de rechter- en linkerzijde een muurdam op console. Het gevelvlak zwenkt vervolgens naar voren om dan geleidelijk naar het midden toe concaaf te verlopen. De in houten kozijnen gevatte vensterstroken op de twee verdiepingen zijn identiek, met sterke horizontale geleding die de concave-convexe lijn van de gevel volgen en elk tien gekoppelde vensters bevatten. Elke venstergroep bestaat uit vier gelijke ramen, elk weer met drieruits horizontale roedenverdeling. In het midden van elke vensterserie een breed en uitkragend kalf. Boven de tweede serie vensters zet de gevel zich vrijwel blind voort. Aan weerszijden in het concave geveldeel elk een klein draairaam met houten kozijn en een naar het midden gericht ornament met driedelige vlaggemasthouder. In het midden van de gevelbeëindiging een getand fries met gepunte hoekaccenten.

Waardering

Verkeerspolitiebureau in de trant van de Amsterdamse School van algemeen belang vanwege de architectuurhistorische en typologische waarde. Tevens van cultuurhistorische waarde wegens de verbondenheid met de toenemende gemeentelijke bemoeienis en de ontwikkeling van het verkeer.