Middeleeuws, onderkelderd woonhuis met overwelfde gang tussen voor- en achterhuis, twee bouwlagen en een zolderverdieping.

In de overwelfde, met rode plavuizen belegde kelder bevindt zich aan de voorzijde een kaarsnis en een gemetselde trap naar de begane grond; de bouwmuur tussen voor- en achterhuis is oorspronkelijk. Inwendig op de begane grond en verdieping balklagen met moer- en kinderbalken en, in een aantal gevallen, geprofileerde sleutelstukken op kraagstenen; gestucte plafonds uit de 18de eeuw. De kapconstructie met gedeeltelijk een vlieringzolder op kinderbinten bestaat uit twee-jukkige eiken schaargebinten, eiken muurplaten, rond-eiken sporen en gordingen; de haanhouten zijn verdwenen; de spanten hebben gehaalde, de sporen gehakte telmerken; de kap van het achterhuis is iets verhoogd en jonger dan die van het voorhuis, midden en resp. laat 15de-eeuws. De gecementeerde achtergevel bestaat op de verdieping en zolder nog uit oud metselwerk. De voorgevel met erker waarin gekleurd glas-in-lood dateert uit 1937; de pui van glas en aluminium heeft geen monumentale waarde, hetzelfde geldt voor het winkelinterieur. Het schuifvenster in de linker zijgevel met gekleurd glas-in-lood dateert ook uit 1937. Ouderdom, gaafheid van hoofdconstructie en -indeling, alsmede de plafonds uit de 18de eeuw vertegenwoordigen gezamenlijk de cultuurhistorische waarde die inschrijving in het monumentenregister rechtvaardigt.