Blijkens gevelsteen uit 1929 daterende villa genaamd De Boogerd, met verdieping onder dwarsgeplaatst pannen zadeldak met zeer licht overstek tussen puntgevels, waarbij de langsgevels bij wijze van steunberen iets zijn doorgezet, opgetrokken in baksteen, witgeverfd, met te linkerzijde een lage schuur onder zadeldak, via een poort verbonden met het hoofdhuis, en te rechterzijde een lage aanbouw met aparte toegang en plat afgedekt, naar ontwerp van M.J. Grampre Moliere ten behoeve van mr K.P. van der Mandele, gebouwd in Delftse Schoolstijl.

De voorgevel bevat in het midden de hoofdtoegang met omlijsting en stoep, en links twee paar gekoppelde horizontale vensters en rechts twee paar gekoppelde verticale vensters beneden en op de verdieping in het midden twee gekoppelde verticale vensters en te weerszijden twee gekoppelde horizontale vensters, alle met horizontale, laag aangebrachte enkelvoudige roedenverdeling, die nog herhaald wordt in het venster van de dakkapel in het midden, met evenwijdig aan de kap aangebrachte pannen afdekking; de kap heeft aan weerszijden een rechte houten goot. Op het dak zijn drie schoorstenen geplaatst, een rechts voor en twee aan de achterzijde nabij het midden.

De beide zijgevels worden doorbroken door verschillende vensters van vergelijkbare vormgeving, harmonisch, doch niet symmetrisch over de gevels verdeeld; de achtergevel bevat op de verdieping nog een dubbelvenster met horizontale roedenverdeling (links), alsook in de beide dakkapellen te rechterzijde boven het houten balcon op de verdieping; aansluitend een terras met drie treden tellende stoep, waarop openslaande deuren uitkomen.

De rechtafgesloten poort te linkerzijde aan de straat bevat een rondboogvormige deur met omlijsting; de aangrenzende schuur is aan de straatzijde, evenals aan beide lange zijden, vrijwel blind en heeft alleen in de top twee kleine vensters, evenals aan de tuinzijde, waar de gevel verder nog wordt doorbroken door een deur in het midden en links een vensterpartij.

Woonhuis van voor de Delftse School-opvattingen over de woonhuisbouw kenmerkende architectuur wegens de toepassing van gesloten aandoende baksteenmuren met bescheiden vensters ritmisch over de gevels verdeeld, en een subtiel geaccentueerd pannen zadeldak, en zorgvuldige eigentijdse, op traditionele bouwwijze geinspireerde detaillering bij deur- en vensteromlijsting en benadrukking van de hoofdtoegang door het gebruik van stoep en gevelsteen, als geheel bedoeld tot uitdrukking van de bij deze architectuurstroming levende idealen van intimiteit en beslotenheid enerzijds - waartoe mede de poort en aangrenzende schuur bijdragen - en anderzijds ruimte is gecreeerd voor direct contact met de natuur door de aanleg van terras en balcon.