Leeuwenlaan 42, 's-Graveland

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

KOETSHUIS, PAARDESTAL ANNEX TUINMANSWONING. Rechthoekig ensemble van koetshuis, paardestal en tuinmanswoning, dat in verschillende bouwcampagnes tot stand is gekomen. De grondslag van het aan de noordzijde gelegen koetshuis, dat oorspronkelijk ook een tuinmanswoning herbergde, werd waarschijnlijk aan het einde van de 18e eeuw in opdracht van Hendrik Otto Arntzenius gebouwd. In een akte van arbitrage uit 1794 wordt een nieuw te maken schuur vermeld, die volgens deze akte ter plekke van het genoemde ensemble van koetshuis en woning was gelegen (zie Bijdragen Bronnenonderzoek Jagtlust, p. 6-9). Het aan de noordzijde gelegen ensemble van koetshuis (rechts) en voormalige woning (links) is opgetrokken in lichtgrijs geschilderde gepotdekselde delen op een rode bakstenen voeting. De venster- en deuromlijstingen zijn wit en de deuren zijn donkergroen geschilderd. Voor(noord-)gevel: aan de linker zijde de door een tuitgevel afgesloten voorgevel van de voormalige door een zadeldak met grijze ongeglazuurde pannen gedekte woning met beganegronds centraal een paneeldeur met 4-ruits bovenlicht (verticale roeden) met aan weerszijden een 18e-eeuws 20-ruits schuifvenster. Op de verdieping boven de deur een laadluik met 4-ruitsbovenlicht (verticale roeden). Op de bovendorpel van de deur de geschilderde tekst "In Den Gekentenden Draak", die dateert uit de tijd, dat Jkvr. H.M.A.F. Six in deze woning haar gelijknamig atelier had. Aan de linker gevel van de voormalige woning links twee 18e-eeuwse 20-ruits schuifvensters en rechts hiervan een 18e-eeuws 9-ruitsvenster. Het linker horizontale schouderstuk van de tuitgevel is door een bolvormig ornamentstuk bekroond. Oorspronkelijk werd het tuitstuk door een hardstenen wapenleeuw bekroond. Aan de rechterzijde gaat de tuitgevel over in de horizontale door een houten witgeschilderde balustrade met balustervormige spijlen afgesloten daklijst van het koetshuis. Deze balustrade wordt aan weerszijden door een halve houten pomegrate vaas in Lodewijk XVI-stijl bekroond. Centraal aan de voor(noord-)zijde van het koetshuis een dubbele houten laat 18e-eeuwse staldeur in Lodewijk XVI-stijl met paneelvakken met per deur aan de bovenzijde een oogvormig venster in een rechthoekig veld met in de hoeken een pyramidevormig reliëf. De dubbele deur wordt door een kroonlijst afgesloten en aan weerszijden door een grijs geschilderde pilaster met zwart geschilderde cannelures op hardstenen onderstuk geflankeerd. Aan de rechter gevel van het koetshuis een 18e-eeuws 20-ruitsschuifvenster.

De ornamentele omlijsting van de deuren van het koetshuis, alsmede de afsluiting van de gevel met kroonlijst en balustrade en ornamentstukken in Lodewijk XVI-stijl dateren vermoedelijk uit circa 1900; op een foto van het koetshuis uit het laatste kwart van de 19e eeuw (coll. Foto- en Tekeningenarchief RDMZ) is te zien, dat het koetshuis, dat nu met een plat dak is afgedekt, oorspronkelijk door een met pannen gedekt mansardedak werd overkapt. Op deze foto is de genoemde dubbele deur aangegeven. Wellicht is ook de tuitgevel van de voormalige tuinmanswoning het resultaat van een historiserende verbouwing geweest.

Aansluitend aan de zuidzijde van het koetshuis en de voormalige woning de omstreeks 1900 gebouwde stenen witgepleisterde paardestal met aan de zuidzijde de tuinmanswoning. Dit ensemble wordt overkapt door een met grijze ongeglazuurde pannen gedekt mansardedak. De westgevel van de paardestal vertoont centraal een toegangsdeur met 4-ruits bovenlicht, links een klein rechthoekig venster en rechts een 3-ruitsvenster. Boven laatstgenoemde venster een 9-ruits dakkapel, dat door een tympaan wordt bekroond. Rechts hiervan beganegronds de toegangsdeur naar de tuinmanswoning, waarboven een 8-ruits bovenlicht. De deur is van recente datum en voor de bescherming van ondergeschikte betekenis. Rechts van de deur een 4-ruits venster en aansluitend een klein venster met diefijzers.

De oostgevel van de paardestal vertoont aan de bovenzijde links en rechts een breed en plat 3-ruisvenster. Links een 9-ruitsdeur met 3-ruitsbovenlicht naar de tuinmanswoning en rechts hiervan een 4-ruitsvenster met luiken.

In de zuidgevel van de tuinmanswoning vier 10-ruits schuifvensters met persiennes en op de verdieping op de venster-traveeën in het midden twee openslaande 4-ruitsvensters met platte 4-ruits bovenlichten. Vanaf de verdieping is deze gevel met geschilderde verticale delen beschoten. Inwendig: de paardestal vertoont haar oorspronkelijke indeling uit ca. 1900 met aan de zuid- en oostzijde drie enkele en twee dubbele boxen, door houten wanden van elkaar gescheiden, die aan de voorzijde door een ronde pijler met bolvormig bekroningsstuk worden beëindigd. De muurzijde van de boxen is met elkaar afwisselende witte en gele tegels bekleed.

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Locatie

Monumentnummer
468116
Complexnaam
Jagtlust
Provincie
Gemeente
Plaats
Complexomschrijving

BUITENPLAATS JAGTLUST ('s-Graveland). De geschiedenis van Jagtlust gaat terug tot in de eerste helft van de 17e eeuw, toen de 's-Gravelandse polder werd aangelegd. De huidige buitenplaats is deels ten oosten en westen van de oorspronkelijke oostgrens van de 17e-eeuwse polderaanleg gelegen. Deze oostgrens van de polder is op Jagtlust door middel van een scheidingswal en scheidingssloot aan de westzijde van de moestuin bewaard gebleven. Tot 1820 bepaalt de geschiedenis van Jagtlust zich tot het terrein aan de oostzijde van deze oorspronkelijke poldergrens.

Het huis Jagtlust, dat pas vanaf het einde der 18e eeuw zo heet en voordien verschillende namen heeft gehad, werd gebouwd aan de NW-hoek van het zogenaamde Trompenveld, een door Cornelis Tromp in 1670 afgegraven strook grond aan de oostzijde van de 's-Gravelandse polder. De oostgrens van dit Trompenveld, die volgens de lineaire infrastructuur van de 's-Gravelandse polder door een scheidingssloot en scheidingswal werd aangelegd, is in het park van Jagtlust nog geheel bewaard gebleven.

Pas vanaf 1791, toen Jagtlust werd gekocht door Hendrik Otto Arntzenius, kreeg de voordien als herberg gebruikte hofstede een bestemming als buitenplaats. Arntzenius bouwde een vierkante onderkelderde hofstede, die in 1900 tot het huidige huis met een verdieping werd verhoogd en van een ruime aanbouw werd voorzien. Voorts verwierf hij een groot rechthoekig weiland ten westen van de oostelijke scheidingswal en een ten oosten ervan. Beide weilanden zijn in de parkaanleg van Jagtlust bewaard gebleven. De zuidgrens van de historische aanleg, die door de laan van Schoonoord wordt gemarkeerd, vormt vanouds de grens van de weilanden aan deze zijde, zoals de Leeuwenlaan vanouds de noordgrens van de historische buitenplaats vormt.

Waarschijnlijk liet Arntzenius ook het aan de zuidzijde van het huis gelegen koetshuis bouwen, zij het dat het huidige aanzien van dit koetshuis vermoedelijk uit ca. 1900 dateert. Arntzenius liet het noordelijke deel van de 's-Gravelandse scheidingswal op zijn buitenplaats afgraven in verband met het functioneren van een scheepswerf aan de scheidingssloot. Het boothuisje ten westen van het koetshuis, paardestal annex tuinmanswoning, dat op de Kaart van Jagtlust uit 1833 staat aangegeven (zie Bijdragen tot het Bronnenonderzoek naar de ontwikkeling van Nederlandse historische tuinen, parken en buitenplaatsen, nr. 23, 'Jagtlust te 's-Graveland', afb. 6), herinnert nog aan deze werf.

In 1820 werd de ten westen van Jagtlust gelegen buitenplaats Heilust door aankoop bij de buitenplaats getrokken. De toenmalige eigenaar Teunis Helmich Backer liet op het terrein van Heilust een eenvoudige aanleg in landschapsstijl realiseren door het in een ruime curve vergraven van de scheidingssloot aan de noordzijde en door het met de vrij gekomen aarde opwerpen van een heuvelpartij aan de voor(noord-)zijde van Heilust. Boven op de heuvel werd de huidige in neoclassicistische stijl opgetrokken 8-hoekige gepleisterde koepel gebouwd, die het aanzien van de buitenplaats aan deze zijde een grote ornamentele waarde verleent. Tussen het huis en het koetshuis werd over de scheidingssloot een stenen brug gebouwd, die omstreeks 1900 door de huidige houten brug met smeedijzeren handlijsten werd vervangen. Waarschijnlijk legde hij ook de omgreppelde in flauwe curven verlopende laansingel aan de zuid- en westzijde van Heilust aan. De toenmalige westgrens van de aanleg, die door de grens tussen de buitenplaats Land en Bosch werd aangegeven, vormt ook thans hier de grens van de historische buitenplaats. Teunis Helmich Backer liet voorts aan de zuidzijde van de aanleg de huidige door een houten schutting ommuurde rechthoekige moestuin aanleggen. De combinatie van materiaalsoort en ouderdom maakt deze muur bijzonder in Nederland (houten schuttingen komen ook voor op de buitenplaatsen Den Berg (Dalfsen) en Schatzenburg (Dronrijp). In 1824 liet hij aan de westzijde van de moestuin de westelijke druivenkas bouwen. De initialen van zijn dochtertje alsmede de bouwdatum werden toen op de muur van de kas geschreven (zie onderdeel 12). Als zodanig staat de moestuin aangegeven op de Kaart van Jagtlust uit 1833. Vermoedelijk dateert de houten schutting in de westelijke helft aan de zuidzijde van de moestuin, die vanouds wordt gebruikt voor het er tegen kweken van vijgen, uit dezelfde tijd. De oostelijke druivenkas, alsmede de centrale druivenkas en de drie kweekbakken (oorspronkelijke trekruiten aanwezig) werden waarschijnlijk in het einde der 19e eeuw gebouwd, toen Jagtlust in het bezit was van Jhr Jan Pieter Six.

Vermoedelijk liet Teunis Helmich Backer eveneens de aanleg in landschapsstijl ter hoogte van het voormalige Trompenveld realiseren, zo deze niet eerder aan het einde der 18e eeuw tot stand is gekomen. Deze aanleg kenmerkt zich evenals de aanleg in landschapsstijl op de voormalige buitenplaats Heilust door een invoudige ingreep in de formele polderstructuur. Ten zuidoosten van het huis werd een vijverpartij in landschapsstijl aangelegd, die van de sloot aan de noordzijde van dit parkgedeelte vertakt. Met de vrijgekomen aarde werd ten zuiden van het huis een heuvelpartij opgeworpen. Ten zuiden hiervan werd een slingerbos aangelegd. Op het talud aan de noordzijde, alsmede op de oostelijke en westelijke scheidingswal werd een slingerpad aangelegd. Genoemde elementen in landschapsstijl zijn tot op heden gaaf bewaard gebleven.

Na 1861, toen Jhr Jan Pieter Six eigenaar van Jagtlust was geworden, werd op de heuvelpartij ten zuiden van het huis een duiventoren in de vorm van een kasteelachtige toren gebouwd. De toren is door de combinatie van zijn kleine afmetingen en zijn kasteelachtige allure een goed voorbeeld van een 19e-eeuwse tuinfolly. Voorts liet hij ten oosten van het huis aan de noordzijde van het park de halfbolvormige met kiezels ingelegde grot bouwen, van waaruit de wandelaar een gezicht op het weiland en de vijverpartij in landschapsstijl wordt geboden. In 1900, toen Jhr Willem Six eigenaar van de buitenplaats was, werd het hoofdgebouw ingrijpend tot een geriefelijk in eclectische trant opgetrokken landhuis verbouwd. De oude hofstede werd met een verdieping verhoogd en aan de zuid- en oostzijde van enkele ruime aanbouwen voorzien. In de zuidoostelijke aanbouw werd een ruime inpandige oranjerie gebouwd. Naast deze inpandige situering van de oranjerie, waardoor ze tevens de functie van wintertuin kreeg, kan deze oranjerie door haar rijke stucbewerking in neo Lodewijk XV-stijl uniek in Nederland genoemd worden. Een architectonische bijzonderheid vormt voorts het venster aan de zuidzijde van de eetkamer, dat door een beschilderd luik te sluiten is en dat een blik in de oranjerie biedt. Bij de verbouwing van het voormalige huis werd de oorspronkelijk zich tegen de achter(zuid-)zijde van dit huis gesitueerde 18e-eeuwse houten schuur naar haar huidige positie aan de NW-zijde van de moestuin verplaatst. Jhr Willem Six liet vermoedelijk voorts het koetshuis in 18e-eeuwse stijl verbouwen en liet aan de zuidzijde hiervan de stenen paardestal annex tuinmanswoning optrekken. Waarschijnlijk liet hij ook de bakstenen hekpijlers met smeedijzeren toegangshekken aan weerszijden van de oprit aan de Leeuwenlaan plaatsen, zo dit niet in de tijd van Jhr Jan Pieter Six is geschied.

In 1910 werd door de vier zonen van Jhr Prof Dr Jan Six onder leiding van de 's-Gravelandse meestertimmerman Maarten de Haan het markante kinderspeelhuisje "Heilust" opgetrokken, dat even ten noordwesten van de 8-hoekige koepel staat opgesteld en dat in het park een grote ornamentele waarde vertegenwoordigt.

Tussen 1900 en 1919 liet Jhr Willem Six aan de NO-hoek van de parkaanleg een stapel zwerfkeien plaatsen, die in het park aan waarde als tuinornament hebben en die in de volksmond 'het Hunebed' wordt genoemd.

De historische buitenplaats Jagtlust is uit de volgende onderdelen samengesteld:1. HOOFDGEBOUW (huis Jagtlust), zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 468113.

2. HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 468114.

3. KOETSHUIS, PAARDESTAL ANNEX TUINMANSWONING; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 468116.

4. THEEKOEPEL; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 468117.

5. KINDERSPEELHUISJE; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 468118.

6. DUIVENTOREN; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 468119.

7. TOEGANGSHEKKEN MET PIJLERS; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 468120.

8. BRUG; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 468121.

9. BOOTHUISJE; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 458122.

10. MOESTUINMUUR; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 468123.

11. SCHUTTING; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 468124.

12. WESTELIJKE DRUIVENKAS; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 468125.

13. OOSTELIJKE DRUIVENKAS; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 468126.

14. CENTRALE KAS; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 468127.

15. DRIE KWEEKBAKKEN;zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 468128.

16. SCHUUR; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 468129.

17. GROT; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 468130.

18. HUNEBED; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 468131.

De historische buitenplaats Jagtlust is in cultuurhistorisch opzicht van algemeen belang, vanwege:

- de aanwezigheid van een samenstel van structurele elementen van de 17e-eeuwse formele lineaire infrastructuur van de 's-Gravelandse, zoals scheidingssloten en scheidingswallen en oorspronkelijke kavelpatronen, die in deze mate elders in deze polder niet meer zijn terug te vinden;

- de gaafheid van het park in landschapsstijl, dat uit de eerste helft van de 19e of deels uit het einde der 18e eeuw dateert, en dat door zijn sobere uitvoering de formele structuur van de aanleg van voordien voor een groot deel ongewijzigd heeft gelaten;

- haar exemplarische hoedanigheid van een buitenplaats waar verschillende geschiedenislagen over elkaar zijn gelegd met respect en met behoud van de aanwezige waarden;

- de gaafheid en oorspronkelijkheid van haar ornamentele en functionele onderdelen, die weliswaar kenmerkend zijn voor hun tijd, maar die tegelijkertijd opvallen door hun originele vormgeving.

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Kastelen, landhuizen en parken Bijgebouwen kastelen enz. oorspronkelijke functie Ja
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
Leeuwenlaan 42 1243 KB 's-Graveland Ja
Percelen
Kadastraal perceel Kadastrale sectie Kadastraal object Appartement Kadastrale gemeente
B 2819 's-Graveland
Naar boven