Courtine VI-VII, Muiden

Segment van verdedigingswerk vesting Muiden, deel uitmakend van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Het werk bestaat uit een aanleg van aardwerken en natte gracht.
De aanleg is een oostelijk deel van de vesting Muiden en omvat de courtine tussen bastion VI en bastion VII en voorliggende natte gracht.

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Locatie

Monumentnummer
454482
Complexnaam
Vesting Muiden
Provincie
Gemeente
Plaats
Complexomschrijving

ALGEMENE OMSCHRIJVING VERDEDIGINGSWERKEN MUIDEN De historische oorspronkelijk Oudnederlandse riviervesting, steunpunt in de Oude Hollandse Waterlinie, resp. de Nieuwe Hollandse Waterlinie, resp. de stelling van Amsterdam, begrensd volgens een bolletjeslijn op de bijbehorende kadastrale kaart bladnummer 1, dd april 1990 en waarvan de hierna aangegeven samenstellende onderdelen zijn aangeduid op de bijbehorende situatiekaart bladnummer 1, dd april 1990 heeft de volgende kenmerken:A. Locatie en functie

De vesting is gelegen ter weerszijden van de monding van de Vecht en was oorspronkelijk grensvesting van Holland. De later aangelegde werken zijn gegroepeerd om de haven, de sluiswerken - welke een functie hadden in de inundatiestelsels - alsmede een rivierovergang in de oost-westverbinding Naarden-Amsterdam. Van 1672 tot 1816 maakte Muiden deel uit van de Oude Hollandse Waterlinie, van 1816 tot 1940 van de Nieuwe Hollandse Waterlinie en van de Stelling van Amsterdam. De vesting werd voor wat betreft de westelijke omwalling als zodanig opgeheven bij KB van 28 mei 1926 en geheel bij KB van 25 oktober 1951.

B. Bouwjaren en bouwers

Van de middeleeuwse versterkingen zijn (m.u.v. het omgrachte, onder monument nr. 30107 afzonderlijk beschermde, Kasteel -het Muiderslot- dat hier verder buiten beschouwing blijft) geen herkenbare resten aanwezig. De verdedigingswerken zijn voor wat betreft de grondvorm vnl. aangelegd in het laatste kwart van de zestiende eeuw, in hoofdzaak volgens plannen van Adriaan Anthonisz.

De belangrijkste wijzigingen, aanvullingen en verbeteringen nadien betreffen: - De aanleg van sluiswerken achter de courtines IX-X en X-XI omstreeks 1700.

- De verbetering van de omwalling van het Muiderslot in het begin van de achttiende eeuw en nogmaals in 1877.

- De bouw van een holle sluisbeer met drie duikeropeningen bij de aansluiting van de Muiderslot-omwalling aan de Oostzeedijk in 1851.

- De bouw van een torenfort op de Westbatterij nabij de Vechtmonding in 1852.

- De verbetering van de omwalling en de bouw van verscheidene bomvrije gebouwen op de omwalling en de ravelijnen ten oosten van de Vecht omstreeks 1875.

- Het dempen van de hoofdgracht tussen de hoofdwal en het ravelijn voor courtine VII-VIII in 1920-1940 en het noordwestelijke deel in 1935.

- Het afvlakken c.q. amoveren van delen van de zuidelijke en westelijke omwalling en westelijke singelweg in de periode 1920-1940.

- Het bouwen van een gewapend betonnen groepsschuilplaatsen op bastion I, op het ravelijn voor courtine VII-VIII en op courtine VIII-IX, omstreeks 1939.

De aanvullende werken zijn, voorzover niet anders vermeld, voorbereid en uitgevoerd door de Dienst der Genie of de onder uiteenlopende benamingen daarvoor bestaande diensten of directie der fortificatien.

C. Verschijningsvorm en hoofdonderdelen

Onregelmatig gevormde veelhoekige gebastionneerde vesting met hoofdgracht, ravelijnen en enveloppe, van zuid naar noord doorsneden door de Vecht. De Vecht behoort ten noorden van de, in het hart van de vesting gelegen, sluizen tot het buitendijkse deel van de waterhuishouding. De Vechtmonding wordt op de linkeroever beschermd door de Westbatterij, op de rechteroever door de werken om het Muiderslot. De bastions zijn vnl. gevormd volgens het Nieuwnederlandse stelsel, zij het met verscheidene aanpassingen aan de bijzondere terreinsituatie. De vesting bestaat thans in hoofdzaak uit:

- Een hoofdwal met wisselende hoogte op het oostelijk front en een klein deel van het zuidwestelijk front met 6 bastions en verscheidene in en achter die wal gebouwde bomvrije gebouwen; nabij de Vechtmonding op de linkeroever een omwald bomvrije torengebouw.

- Een onregelmatig vijfhoekige gebastionneerde omwalling om het Muiderslot met enkele in die omwalling gebouwde bomvrije gebouwen.

- Een hoofdgracht om de oostelijke, zuidelijke en een deel der westelijke omwalling, die via sluizen en aan de noordoostzijde via een sluisbeer in verbinding staat met de Vecht.

- In de hoofdgracht drie ravelijnen; de ravelijnsgracht voor het zuidoostelijk ravelijn is grotendeels gedempt; voor de beide zuidelijke ravelijnen bevindt zich een beer door de ravelijnsgracht. Op het oostelijk en zuidelijk ravelijn een bomvrij gebouw.

- Een gedeeltelijk afgevlakte enveloppe om de hoofdgracht van de Oostzeedijk rechtsomgaand tot even voorbij de zuidwestelijke beer.

Van de vesting zijn de volgende historische toegangen van belang:

- Aan de oostzijde via bruggen over de hoofdgracht ter weerszijden van het oostelijk ravelijn.

- Aan de zuidzijde via een brug over de zuidoostelijke schutsluis.

- Aan de westzijde via een brug in de as van de Amsterdamsestraat en via de Westzeedijk (de naderhand tot stand gekomen overige verbindingen tussen de voormalige vesting en het westelijk daarvan gelegen gebied zijn historisch niet van betekenis).

D. Technische bijzonderheden

De meest kenmerkende technische bijzonderheden zijn: - De bastions zijn oorspronkelijk aangelegd volgens het Oudnederlandse stelsel, later (gedeeltelijk) gewijzigd volgens het Nieuwnederlands stelsel, zij het met verscheidene aanpassingen aan de bijzondere terreinsituatie. De bastions zijn holle bastions. De open en van traversen voorzien geschutsopstellingen op die bastions zijn vrijwel onherkenbaar afgevlakt.

- De hoofdwal is aan de noord-, oost- en westzijde redelijk op de oorspronkelijk hoogte, maar niet meer geprofileerd. Aan de westzijde is de wal grotendeels afgevlakt of vergraven.

- De bomvrije gemetselde gebouwen zijn (v.z.v. niet nader gespecificeerd in de omschrijving der complexdelen) van een zware gronddekking voorziene gebouwen, waarvan alleen de voorgevel in het zicht komt. Zij bestaan uit een of meer naast elkaar gelegen ruimten, overkluisd door twee a driesteens dikke tongewelven, haaks op de gevel. Enkele gebouwen bestaan uit twee lagen met dergelijke ruimten. Doorgaans komt die constructie tot uitdrukking in de voorgevel door de in rollagen gemetselde ontlastingsbogen boven de ramen en deuren. De getoogde raam- en deuropeningen kunnen doorgaans geblindeerd worden m.b.v. stalen of zware houten luiken of deuren.

- De ruimten in de bomvrije gebouwen zijn doorgaans op meerdere plaatsen voorzien van ventilatiespleten in de buitenmuren, resp. verticale, van boven afgeschermde ventilatiekokers door de gronddekking.

- Die ruimten zijn in de wanden soms voorzien van lichtnissen (lantaarnplaatsen) met lucht- en rookgaten. In munitie- en kruitkamers zijn die nissen alleen van buiten de kamers bereikbaar voor het plaatsen van lantaarns e.d. en aan de binnenzijde afgeschermd door een dikke glasplaat. Het door de gronddekking van de bomvrije gebouwen sijpelende regenwater wordt opgevangen op de gemetselde gewelven; die zijn zodanig van vorm, dat het water wordt geleid naar druipkokers en via die kokers naar de reinwaterkelders. Daaruit kon het water worden opgepompt.

- De gewapend betonnen groepsschuilplaatsen zijn genormaliseerde schuilplaatsen met een toegangsdeur aan de stadszijde, een portaal en een binnenruimte; zij zijn gebouwd in plm 1939.

- De grachten hebben, behoudens de gedempte gedeelten, de oorspronkelijke vorm en afmetingen goeddeels behouden. De oostelijke en zuidoostelijke grachten staan in open verbinding met het aangrenzend pand van de Naardervaart en voorts via een schutsluis voor courtine IX-X en een sluisbeer voor bastion I in verbinding met de Vecht. De westelijke en zuidwestelijke grachten staan via een schutsluis in verbinding met de Vecht en via een sluis met de Amsterdamse Vaart.

- De beren zijn gemetselde massieve beren met scherpe ezelsrug op kruinhoogte van de aansluitende dijken of wallen. Op de ezelsrug een gemetselde vierkante of ronde monnik met natuurstenen muts. De beren sluiten op de wallen of dijken aan met schuin weglopende vleugelmuren.

E. Samenstellende onderdelen

De historische vesting Muiden heeft de volgende samenstellende onderdelen:1. OMWALLING MUIDERSLOT MET BOMVRIJE GEBOUWEN EN SLUISBEER; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 454480;2. BASTION VI MET REMISE; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 454481;3. COURTINE VI-VII; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 454482;4. BASTION VII MET KAZERNE; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 454483;5. COURTINE VII-VIII MET RAVELIJN, WACHTHUIS, KANONKAZEMATTEN EN SCHUILPLAATS: zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 454484;6. BASTION VIII MET MUNITIEMAGAZIJN; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 454485;7. COURTINE VIII-IX MET SCHUILPLAATS; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 454486;8. BASTION IX MET REMISE; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 454487;9. COURTINE IX-X MET RAVELIJN, SCHUTSLUIS, BEER EN WACHTHUIS; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 454488; 10. BASTION X; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 454489;11. COURTINE X-XI MET RAVELIJN, SLUIS EN BEER; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 454490;12. BASTION XI; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 454491;13. COURTINE XI-XII MET HOOFDWACHT; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 454492;14. WESTBATTERIJ; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 454493;15. ENVELOPPE; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 454494;

F. Samenvatting

Hoewel hier en daar delen verloren zijn gegaan c.q. zijn gewijzigd, is het geheel, gevormd door een hoofdwal, zes bastions, een omwald torengebouw, een afzonderlijke omwalling om het Muiderslot, verscheidene bomvrije gebouwen, een hoofdgracht met een sluisbeer en twee gewone beren, drie ravelijnen, een hoofdwacht en een enveloppe

- wegens het grotendeels gave karakter als voormalige, onregelmatige, veelhoekige, volgens het Nieuwnederlandse stelsel gebouwde vesting;

- wegens het grotendeels gave karakter als riviervesting bij de monding van die rivier en op een kruispunt van land- en waterwegen;

- wegens de bijzondere situering der inundatie- en scheepvaart- voorzieningen binnen de enceinte t.b.v. de functie van vestingstad in een sector van de voormalige Oude en Nieuwe Hollandse Waterlinie en later de Stelling van Amsterdam;

een goed herkenbaar en redelijk gaaf bewaard voorbeeld van een in oorsprong zestiende-eeuwse vesting met aan latere krijgskundige ontwikkelingen aangepaste toevoegingen, die gedurende plm 350 jaar een belangrijke rol vervulde in ons nationale verdedigingsstelsel welk geheel van algemeen belang is op grond van zijn architectuur- historische, krijgsgeschiedkundige, oudheidkundige waarde.

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Verdedigingswerken en militaire gebouwen Omwalling oorspronkelijke functie Ja
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
Muiden Ten oosten van de stad, Muiden Ja
Percelen
Kadastraal perceel Kadastrale sectie Kadastraal object Appartement Kadastrale gemeente
B 1713 Muiden
B 2225 Muiden
Naar boven