Wellicht 19e eeuwse wierschuur, deels op een bakstenen voet opgetrokken in hout - met staand beschot en inwendig een driebeukige dekbalkconstructie, samengesteld uit scheepshout - onder pannen zadeldak tussen puntgevels en met goten op klossen langs de beide, blinde zijgevels, oorspronkelijk dienende tot opslag en droogruimte voor het in de nabijgelegen, inmiddels gedempte sloot gezuiverde wier. Wierschuur van eenvoudige doch harmonische architectuur en voorts van belang als reminiscentie aan de tot omstreeks 1930 op Texel, en in het bijzonder in Oudeschild, bedreven wiercultuur.