Herv. kerk. Laatgotische dorpskerk, bestaande uit een pseudobasilicaal, driebeukig schip op ronde zuilen en een iets hoger, eenbeukig koor, dat driezijdig gesloten is. De toren (apart monumentnummer 28304) wordt door de zijbeuken aan twee zijden omsloten. Schip en koor worden overkluisd door netgewelven, die in het koor gebeeldhouwde kraagstenen bezitten.

Tot de inventaris behoren: een preekstoel, aan weerszijden geflankeerd door een betimmering met toogpanelen en banken, een doophek en vier lichtkronen, alles 17e eeuw; een preekstoellezenaar (1728) en een doopbekkenhouder, 17e eeuw; zeven grafzerken, 16e-17e eeuw en, als voet voor de preekstoel, een gotisch doopvont. In een orgelkas, bekroond door beelden, een eenklaviers orgel, in 1872 gemaakt door K.M. van Puffelen. Klokkenstoel met klok van W. Butendiic, 1420, diam. 108cm. Mechanisch smeedijzeren torenuurwerk, 17de eeuw (?), later voorzien van elektrische opwinding.