Als kleindochter van de bewoonster van nummer 69 moest ik in de zomer van 1953 toen ik twee weken logeerde bij mijn grandmaman, moest ik mij vaak zelf vermaken o.dat mijn grandmaman Franse conversatielessen gaf aan huis.
Ik kwam graag bij de buurman. Beneden had mijnheer Van Dijk een grossierderij.
Het rook er aangenaam, en achter de toonbank was een wand vol met kleine en grotere lades. Wat het precies was wat hij verkocht, weet ik niet eens precies. Ik werd 7 aan het eind van augustus. Ik herinner met bijvoorbeeld sloten en schroeven.
Als hij bezig was, tilde hij mij op en zette mij op de houten toonbank.
En als het stil was in de winkel, gingen we naar boven. En daar kreeg ik altijd thee en natuurlijk een duumke.
Heerlijke bezoekjes, die ik af en toe herhaalde als wij een dagje naar Leeuwarden kwamen.