Het pand in neo-renaissancestijl met vernieuwingselementen bestaat uit twee bouwlagen en een samengestelde kap. De voorgevel is nagenoeg symmetrisch en is opgebouwd uit drie delen. De entreepartij bevindt zich in de middenrisaliet. Bovend e entree bevindt zich een inpandig balkon met boogvormige opening. De middenrisaliet wordt bekroond door een vlaamse gevel. In het linker- en rechterdeel van de gevel bevindt zich op de beganegrond een winkelpui en op de eerste verdieping drie H-Vensters. De vensters in het linkerdeel worden bekroond door een segmentboog met gefigureerd metselwerk. De dakvorm is een zadeldak dat aan de rechterzijde overgaat in een tentdak. Het dak is bedekt met leien in maasdekking. In het dakvlak bevinden zich vier dakkapellen met zinken kapje en piron. De gevel wordt aan weerszijden begrend door pilasters met bekroning. Opvallend is het gebruik van geel metselwerk, afgewisseld door witte gemetselde banden en met gekleurde voegen. Verder is op een aantal constructieve plaatsen natuursteen toegepast, onder andere de basis, de latei boven de begane grond en de aanzet- en sluitstenen van de bogen. Het opschrift in natuursteen uitgehouwen boven de boog luidt: Opgericht in 1825’. Links van het pand bevindt zich een versierde kroonlijst boven de toegang naar de steeg. Het pand is gebouwd in 1908 voor de firma H. Brenninkmeijer en Zonen. Het pand is beschermenswaardig als fraai en gaaf voorbeeld van de neorenaissancestijl met vernieuwingselementen. Met name de speklagen, de trapgevel en het gebruik van natuursteen zijn kenmerkend voor de Neorenaissance. De vernieuwingselementen zijn vooral terug te vinden in de detaillering. Het pand is beeldbepalend aan het Grootzand vanwege afmetingen, kleurgebruik en decoratie. Het pand is ook beschermenswaardig vanwege de plaats in het ouevre van de architect N. Molenaar en de plaats in de geschiedenis van de duitse handelaars in Sneek.