Historie en ligging: Dit als artsenwoning in 1889 ontworpen WOONHUIS met de naam Roderlo bevindt zich aan de noordzijde van de Groenloseweg, die zuidelijk van de dorpskern van Ruurlo loopt. Rond het huis bevinden zich nog een uit de bouwtijd daterend KOETSHUIS met achteraanbouw en een waarschijnlijk uit de jaren 1930-1940 daterende aanbouw aan de achterzijde van het woonhuis. Deze latere aanbouw valt niet onder de bescherming. Het pand is omringd met een grote tuin die met een eenvoudig ijzeren spijlenhek van de Groenloseweg is gescheiden. Het interieur van het pand is in de loop der tijd gewijzigd. In het huis zijn nog een enkel stucplafond en een schouw aanwezig. De oorspronkelijk aan de buitenzijde aanwezige raamluiken zijn ooit verwijderd. Plattegrond en opbouw: Het oorspronkelijke huis heeft een rechthoekig grondvlak met in kruisverband gemetselde gevels en een gepleisterde, omlopende plint. De twee bouwlagen worden horizontaal geleed door gepleisterde banden ter plaatse van de wissel- en bovendorpels van de ramen, opliggende cordonlijsten op de verdiepingscheiding en een omlopende kroonlijst die bestaat uit een geprofileerde gootlijst op klossen, een vlak fries en een architraaflijst. Het dak bestaat uit een omlopend afgeplat schilddak met gesmoorde Oud Hollandse pannen. Tegen de achtergevel van het huis is over een gedeelte van de breedte een aanbouw aangebracht. Deze aanbouw heeft één bouwlaag en een hoge zolder en is gedekt met een overstekend schilddak met gesmoorde Oud Hollandse pannen. De drie schilden zijn voorzien van een dakkapel. De aanbouw grijpt aan de oostzijde gedeeltelijk om het hoofdblok en bevat daar een zijingang. Voorgevel: De voorgevel heeft een symmetrische indeling met een opvallend middenrisaliet dat op de begane grond is voorzien van een rondboogvormig afgesloten portiek met een van een diamantkop voorziene sluitsteen. In het portiek bevindt zich een paneeldeur met ijzeren deurroosters en een enkelruits bovenlicht. Daarboven bevindt zich op de verdiepingscheiding een fries met een kroonlijst ter breedte van het risaliet. De verdieping heeft een T-schuifraam met daarboven een gepleisterde lijst ter hoogte van de architraaflijst. Het risaliet is afgesloten met een topgevel (dakkapel) met klauwstukken en een schilddak. De kapel heeft gepleisterde zijgevels, een stolpraam met een halfcirkelvormig bovenlicht en is afgesloten met een gepleisterd fries en een geprofileerde gootlijst. Het gehele risaliet is voorzien van horizontale gepleisterde sierbanden. Aan weerszijden van het risaliet bevinden zich op de begane grond twee vernieuwde 2-ruits ramen die met segmentbogen met gepleisterde geboorte- en sluitstenen zijn afgesloten. Hier bevonden zich oorspronkelijk schuiframen. In de boogvelden bevindt zich decoratief gesneden pleisterwerk. De verdieping heeft vijf T-schuiframen die met een anderhalf steens strek met een gepleisterde sluitsteen zijn afgesloten. Linker zijgevel: Tegen deze gevel bevindt zich een grote rechthoekige serre met bovenliggend balkon op een bakstenen sokkel. Ter plaatse van de voorgevel heeft deze serre een moderne dubbele tuindeur met aan weerszijden een enkel raam met een 12-ruits bovenlicht. Ook de deuren hebben elk zo'n bovenlicht. De zij- en achtergevel hebben vijf (zijgevel) en vier (achtergevel) enkelruits ramen met elk een 12-ruits bovenlicht. Alle bovenlichten zijn gevuld met groen getint glas. Op het balkon opent een dubbele balkondeur met een enkelruits bovenlicht. Het balkonhek is modern. Links van de serre bevindt zich op de begane grond een vernieuwd raam in een segmentboogvormig afgesloten vensteropening. Daarboven bevindt zich een T-schuifraam als genoemd. Achtergevel: Het zichtbare deel van de oorspronkelijke achtergevel bevat rechts op de begane grond twee moderne ramen in een segmentboogvormig afgesloten vensteropening met snijwerk in het gepleisterde boogveld. Daarboven bevindt zich op de verdieping een modern openslaand raam met een enkelruits bovenlicht. Ongeveer in het midden van de gevel bevindt zich een uitgebouwd geveldeel waarin een 12-ruits raam is aangebracht. De uit het tweede kwart van de 20ste eeuw daterende aanbouw bevat grote ramen en een dubbele tuindeur aan de achterzijde. Rechter zijgevel: Deze gevel heeft links op de begane grond een vernieuwd raam als genoemd bij de voorgevel. Rechts daarvan bevinden zich twee smalle ramen die later zijn ingebracht. Op de verdieping bevinden zich twee T-schuiframen. Rechts sluit tegen de gevel de aanbouw aan, die is voorzien van een ingang in de zijgevel. Een portiek met drie rondboogvormige muuropeningen vormt de entree. Links naast het portiek is een kelderlicht aangebracht. Bijgebouwen: Rechts van het huis staat een met een wolfdak gedekt koetshuis met in kruisverband gemetselde gevels. Het wolfdak is met gesmoorde Oud Hollandse pannen belegd en voorzien van houten windveren en mastgoten. De voorzijde heeft een getoogde poortopening met aan weerszijden een getoogd 6-ruits ijzeren raam. Daarboven bevindt zich onder het wolfeind een opgeklampt luik. Tegen de achtergevel van het voormalige koetshuis bevindt zich een met een zadeldak gedekte aanbouw met houten windveren en in kruisverband gemetselde gevels.