Historie en ligging: Al in het begin van de 19de eeuw was op deze plaats een boerderij met de naam Dennenzicht aanwezig. Deze boerderij is na blikseminslag herbouwd in 1881 als een dubbele HOUTVESTERSWONING met gezamenlijk achterhuis, in de vorm van een soort T-boerderij. Aanvankelijk in het bezit van Huis Ruurlo is het door vererving overgegaan naar De Wiersse. Elementen van de oude boerderij zijn in de herbouw opgenomen, zoals ankerbalkgebinten, delen van muurwerk en vloeren in het achterhuis en dergelijke. Tevens is de oude bakstenen put met zandsteen afdekring voor de boerderij behouden gebleven. In 1970 heeft een verbouwing plaatsgevonden waarbij beide voorhuizen en het achterhuis tot één woning zijn omgevormd, waarbij enkele wijzigingen in de gevel hebben plaatsgevonden. Op het erf is een eenroedige hooiberg aanwezig. Het pand is met het achterhuis naar de Dennendiekske gericht en ligt in de nabijheid van de spoorweg Zutphen-Winterswijk. Plattegrond en opbouw: Het zeer brede voorhuis bezit een ondiepe U-vorm met twee naar voren komende kopgevels aan de uiteinden. Het achterhuis sluit centraal op het voorhuis aan. Het wolfdak van het achterhuis en van het voorhuis, in een U rondlopend, is gedekt met gesmoorde oud Hollandse pannen. De langsgevels zijn merendeels voorzien van mastgoten. Op het voorhuis zijn de originele schoorstenen verwijderd, in de hoek van achtergevel en linker zijgevel van het achterhuis is een storende nieuwe schoorsteen geplaatst. De gevels zijn opgebouwd in kruisverband, ter plaatse van het voorhuis voorzien van een gepleisterde plint en enige strekkenlagen van gele (verblend)steen. De gevels zijn voorzien van eenvoudige smeedijzeren muurankers. De toegepaste luiken zijn uitgevoerd met spiegelklampen. Voorgevel: De voorgevel is volkomen symmetrisch opgezet. De beide risalerende kopgevels zijn elk breder dan het tussenlid. De beide beide kopgevels zijn symmetrisch ten opzichte van elkaar asymmetrisch ingedeeld met een breed venster te midden van een breed muurvlak in de linker gevel links en in de rechter rechts geplaatst en een voormalige deur, nu tot venster vermaakt, aan de binnenzijde daarvan, vlak tegen de zijmuur. In de toppen onder het wolfseind een centraal geplaatst klein zoldervenster met onder en boven een rollaag, met vierruits raam. De vensters zijn voorzien van een lage stenen latei waarboven een segmentboog ontlastingsboog, voorzien van gele (verblend)steen geboorte- en sluitstenen en in metselwerk opgevuld boogveld. Aan de onderzijde een stenen dan wel bij de voormalige deuren houten lekdorpel. De vensters zijn voorzien van luiken. De grote vensters zijn voorzien van twintig-ruits schuiframen, 4x(3+2), de kleine (op de plaats van de voorrnalige deuren) van twaalf-ruits, 3x(2+2). De gevels zijn voorzien van drie asymmetrisch geplaatste eenvoudige muurankers. Het middendeel is voorzien van door een gemetselde penant gescheiden smalle vensters van de vroeger gescheiden woningen onder een lateibalk en boog, met achtruits schuiframen, 2x(2+2). Daaronder bevinden zich twee keldervensters met tweeruits ramen, met diefijzers. Linker zijgevel: Het voorhuis bezit een niet-oorspronkelijk venster in de stijl van de vensters in de voorgevel, echter in plaats van schuiframen is het twaalf-ruits onderraam uitgevoerd als dubbele zesruits draairamen die achter tegen het achtruits bovenraam aanslaan. Er is geen latei en ontlastingsboog als voor aanwezig, wel een houten lekdorpel en luiken. Het achterhuis is (v.l.n.r.) voorzien van een twaalf-ruits draairaam/deur in de originele staldeuropening met luiken, een tweeruits stalraam, een dubbel achtruits draairaam/deur met luiken, een smal raampje en een achtruits deur. Achtergevel: De achtergevel is symmetrisch ingedeeld op traditionele wijze met een (modern ingevulde) deeldeuropening, geflankeerd door een hooggeplaatst stalraam (meerruits, gietijzer, rondbogig beëindigd) en een (met glas ingevulde) staldeuropening. De van een korfboog voorziene deuropeningen zin voorzien van gepleisterde sluitstenen en duimstenen. Boven de deeldeuren bevindt zich een naamsteen met "DENNENZICHT, 1881". De gevel is voor zover zichtbaar voorzien van vier muurankers en is aan de bovenzijde onder de dakranden beëindigd met een rollaag. Rechter zijgevel: De rechterzijgevel is ter plaatse van het voorhuis blind en van een aangebouwd schuurtje voorzien. Het voorhuis is ter plaatse van het uitstekende deel aan de achterzijde van een later aangebracht klein venster met vierruits draairaam voorzien. Ter plaatse van het achterhuis is de gevel identiek uitgevoerd als die aan de linker zijgevel. Interieur: In het interieur zijn de twee opkamers nog aanwezig, daaronder kelders met houten zoldering. In het achterhuis zijn mogelijk van de oude boerderij overgebleven vloeren aanwezig van rode baksteen.