Rechthoekig gebouw op rechthoekige kavel, boven de kelder drie bouwlagen tellende, onder een plat dak. De voorgevels van het pand liggen in de rooilijn van de noord-oostzijde van het Mariënburg, dat hier tot een pleintje verbreed is, en de Van Broeckhuijsenstraat en sluiten aan beide zijden aan op voorgevels van de buurpanden. De gevels worden bekroond door een kort dakschild (zes pannen hoog, met ver overstekende houten goot), waarachter het platte dak schuil gaat. De gevels, die zijn opgebouwd uit dezelfde elementen als die van buurpand Mariënburg 68-70, zijn gemetseld in baksteen in kruisverband. De gevels worden verticaal geleed door pilasters in metselwerk, die worden bekroond door een hoofdgestel-zone in witgeschilderd natuursteen met lage kapiteeltjes en een onderbroken kroonlijst die alleen boven de pilasters tot uitdrukking komt. Op deze wijze is de gevel aan het Mariënburg in twee traveeën geleed, en die aan de Van Broeckhuijsenstraat in vier traveeën, waarvan de rechter smaller is dan de overige. Verder is er op de hoek van het pand een hoektravee, waarin zich een portiek bevindt met toegang tot het café en daarboven een hoge uitkragende ronde bakstenen hoektoren met 10-kantige bekroning met mastiekbedekte spits en zinken piron. De eerste bouwlaag is geheel in kunststeen uitgevoerd, met afsluitende waterlijst. Op de muurdammen en boven de vensters zijn hier in reliëf motieven in late geometrische Jugendstiltrant en diamantkoppen aangebracht. Getuige de nog zichtbare terrazzo-vloer in de portiek (met lichte vlakken binnen rode omlijsting), zijn de grote puivensters en de kunststenen borstwering met kelderlichten eronder, een latere invulling (waarschijnlijk uit 1928?). De kelderlichten zijn merendeels afgedekt door smeedijzeren roosters. De grote vensters onder kalfhoogte zijn door middel van dunne roeden in drie glas-in-lood ruiten verdeeld, terwijl boven het kalf een groot middendeel wordt geflankeerd door smalle delen met ronde bovenhoeken (ook glas-in-lood). De toegang tot de ingangsportiek in de kwartronde hoektravee wordt gegeven door een opening onder een segmentboog. In de boog is in sierlijke metalen letters de tekst 'Café de Karseboom' aangebracht. In de portiek vinden we een wand met glas-in-lood ramen (vermoedelijk uit 1928): twee zijvensters flankeren een kwart bolle deurpartij met bolle houten vleugeldeuren die geheel zijn gevuld met glas-in-lood ramen, die aan de onderzijde beschermd worden door decoratieve koperen hekwerken en leuning. In de tweede bouwlaag vinden we aan de Van Broeckhuijsenstraat een gebogen erker die qua vormgeving sterk lijkt op de uitkragende hoektoren. Beide steunen op een kunststenen onderplaat die rust op een centrale console, hebben ramen met natuurstenen stijlen en dorpels en hebben boven de vensters een rollaag van geel geglazuurde baksteen met een waterlijst. De erker heeft in het midden een groot schuifraam, twee smalle zijramen en vier bovenramen met glas-in-lood invulling. De hoekerker heeft tien gebogen ramen, waarvan de onderste vijf schuiframen zijn. De twee traveeën aan het Mariënburg en de twee traveeën die aan de Van Broeckhuijsenstraat de erkertravee flankeren hebben vensters onder een segmentboog met witgeverfde aanzetstenen en sluitsteen. Het grote middendeel van de vensters is uitgevoerd als schuifraam, met smalle zijdelen. In de derde bouwlaag vinden we een deels inpandig balkon op de erker, met een bakstenen balustrade en een centrale beglaasde deur, smalle zijramen en bovenlicht. In de hoekerker vinden we dezelfde raampartij als in de tweede bouwlaag, en in de overige traveeën daarbuiten vinden we vensters als op de tweede bouwlaag, maar nu onder zware gemetselde rondbogen in plaats van segmentbogen. De smalle travee geheel rechts in de gevel aan de Van Broeckhuijsenstraat wijkt af, deze heeft beneden een ingang tot een trap naar een bovenwoning, en daarboven op de tweede en derde bouwlaag een eenvoudige schuifraam met glas-in-lood ramen onder witgeschilderde lateien. Doordat het pand zich in een hoek bevindt is er vrijwel geen achtergevel: voor zover deze er wel is, is deze bij de inventarisatie niet waargenomen. Het interieur van het pand toont nog een aantal gaaf bewaarde elementen. Zo vinden we in de kelder een vloer van blauwe en rode estrikken, en is de bovenliggende vloerconstructie van troggewelven tussen stalen balken zichtbaar. In het café op de begane grond zien we ook de originele draagconstructie aan het plafond: ompleisterde ijzeren balken dragen de bovenliggende vloer, en op hun kruispunten worden ze gesteund door twee dunne massieve ijzeren pijlers. De tussenliggende panelen in het plafond hebben kooflijsten. Achter de ingang rechts aan de Van Broeckhuijsenstraat vinden we de originele houten trap met geprofileerde leuning en dito stijlen en trappalen, dezelfde vormgeving vinden we aan de trap tussen de tweede en derde bouwlaag. Diverse plafonds zijn nog authentiek, dat wil zeggen gestuct met kooflijst en centraal rozet. In de tweede en derde bouwlaag (alsmede in één geval op de begane grond achter de caféruimte) vinden we markante deurkozijnen met doorgestoken stijlen met gesneden ornamenten in bovendorpels en stijlen. Genoemde deuromlijstingen, alsmede de vormgeving van de trappen en de het simpele stucwerk aan het plafond, zijn identiek aan het naastliggende pand Mariënburg 68-70. De relatief eenvoudige paneeldeuren stammen vermoedelijk uit de jaren '40 of '50. In een aantal ruimtes is de originele lambrizering met bovenplint voorzien van hol profiel nog aanwezig.