Vrijstaande villa aan de noordzijde van de Schependomlaan, op de westelijke hoek van de Oscar Carréstraat. Tegenover de woning bevindt zich een stadspark (Distelpark) dat in hoofdzaak wordt omzoomd door naoorlogse bebouwing. Het bouwwerk bestaat uit twee bouwlagen en heeft een zolderverdieping onder een breed overstekend zadeldak met de nok haaks op de voorgevel. Langs de zijgevels worden de overstekken ondersteund door houten sierkorbelen. De dekking bestaat uit rode verbeterde Hollandse pannen en op het rechter schild bevindt zich een forse bakstenen schoorsteen. Links is aan de voorzijde van de woning de gevel gedeeltelijk hoger opgetrokken en voorzien van een afgeschuinde hoek. Dit gedeelte heeft een plat dak. De diverse gevels van de woning zijn gemetseld in bruine baksteen in kruisverband met snijvoegen. Ze hebben gecementeerde plinten en worden verlevendigd door dubbele speklagen in gele verblendsteen, welke een bakstenen rollaag omvatten. In de gevelopeningen bevinden zich houten kozijnen, ramen en deuren. De vensters zijn voorzien van hardstenen lekdorpels en ook de onderdorpels en neuten van de ingangen bestaan uit dit materiaal. Het merendeel van de gevelopeningen is gevat onder een bakstenen segmentboog met 'geboorte- en sluitstenen' in gele verblendsteen. Van de twee vensterassen brede voorgevel (zuidzijde) is de linker hoek afgeschuind. In de linker as bevat de gevel de hoofdingang. Alhier een niet-oorspronkelijke voordeur, tussen enkelruits nevenlichten en voorzien van een achtruits bovenlicht. Aan de ingang gaat een bakstenen bordes met rode betegeling vooraf. Rechts van de ingang bevindt zich een venster met een T-raam en een twaalfruits bovenlicht. De bovenverdieping bevat twee vergelijkbare vensters, waarvan het linker exemplaar evenwel smaller is opgezet. Verder zijn de schuiframen ditmaal zonder middenroede uitgevoerd en zijn de vensters niet alleen gevat onder een boog maar sluiten de bogen via een blinde boogtrommel aan op een hardstenen latei. Geheel bovenaan heeft het hoger opgetrokken gevelgedeelte een langs de schuine gevelhoek omhoekend venster met enkelruits ramen. Twee in elkaar gestoken houten korbelen ondersteunen langs de hoekpartij het platte dak. Rechts hiervan mondt de gevel uit in een topgevel met schuine zijden. Hier bevindt zich een zoldervenster met een gewijzigde invulling en een latei en segmentboog als genoemd. Bovenin is de topgevel verlevendigd met vakwerk in Jugendstil. In de rechter zijgevel (oostkant) bevat de linker as op de begane grond een venster. Rechts daarvan sluit een forse houten serre met een plat dak aan. De serre heeft afgeschuinde hoeken en fungeert aan de bovenzijde als een balkon. De serrestijlen zijn verlevendigd met vellingkanten en hetzelfde geldt voor de panelen in de plinten. Aan iedere zijde ontvangt de serre daglicht via enkelruits ramen en dito bovenlichten, de laatste met blank kathedraalglas. Aan de wangzijden hebben de ramen evenwel twee verticaalroeden. Voornoemd balkon wordt afgeschermd door een houten sierhek en is bereikbaar via een ingang met een dubbele deur en een als valraam uitgevoerd bovenlicht met roedenverdeling. De linker zijgevel (westzijde) wordt onder meer gekenmerkt door een trapsgewijs opgezet trappenhuisvenster met drie enkelruits ramen en een in cementpleister beraapte bovenzijde. Verder bevat de gevel nog enkele verspreid liggende kleine vensters en bevindt zich uiterst links op de begane grond een venster als in de voorgevel maar met een gewijzigde invulling. Links hiervan sluit de latere huisartsenpraktijk aan op de woning. Achter (noordzijde) is de woning op enkele details na vergelijkbaar opgezet als aan de voorkant. Er ontbreekt evenwel een afgeschuinde hoekpartij en rechts sluit de praktijkruimte op de bouwmassa aan. In de linker vensteras bevindt zich een ingang met een vernieuwde (buiten de bescherming vallende) dubbele tuindeur. De ingang heeft een bovenlicht met twaalfruits roedenverdeling. Op de bovenverdieping zijn er twee vensters, elk met een dubbel enkelruits draairaam. Omdat het linker venster iets breder is dan het rechter exemplaar heeft het ene venster een twaalfruits bovenlicht en het tweede een twaalfruits. In tegenstelling tot de vensters die zich aan de voorkant van de woning op de bovenverdieping bevinden hebben deze exemplaren geen latei. Hetzelfde geldt voor de twee zoldervensters in de topgevel. Alhier in elk venster een enkelruits raam en zesruits bovenlicht. Houten voorbeschot met Jugendstildetaillering markeert ook hier de bovenzijde van de topgevel. Inwendig onderging het pand een enkele latere wijziging. Het authentieke karakter is overwegend gaaf behouden gebleven. Keuken en sanitaire ruimtes zijn gemoderniseerd maar in de overige vertrekken bevinden zich nog diverse oorspronkelijke elementen. Het huis heeft een kelder en de hoofdopzet van de begane grond bestaat uit een vestibule waarop een haaks op de voorgevel gelegen zijgang en een trappenhuis aansluiten. Aan de rechterzijde van de gang bevinden zich twee woonkamers en suite. Op de verdieping is er een overloop met rondomliggende kamers. In de gehele woning bevinden zich binnendoorgangen met paneeldeuren en geprofileerde lijsten. Zowel beneden als boven heeft de woning stucplafonds, overwegend met profiellijsten en rozetten. D vestibule en gang bevatten een decoratieve tegelvloer. In de houten tochtpui tussen deze ruimtes bevindt zich deels authentiek sierglas in etstechniek. De woonkamers worden van elkaar gescheiden door een suite-doorgang met omtimmerde wangen met paneelverdeling. In de twee doorgangen naar de serre bleven de schuifdeuren behouden. Deze doorgangen hebben een tienruits bovenlicht. De woning heeft nog de oorspronkelijke houten kapconstructie. Het voorterrein van de woning wordt door een niet-oorspronkelijke omheining van de straat gescheiden.