Pand van twee bouwlagen onder een zadeldak met de nok haaks op de Lange Hezelstraat. De voorgevel is opgetrokken in baksteen metselwerk in kruisverband en wordt afgesloten door een tuitgevel bekroond met piron. De tuitgevel met geprofileerde deklijst is bekleed met geornamenteerd stucwerk en is boven het topgevelvenster risalerend. Onder het stucwerk in de topgevel is siermetselwerk te zien. Dit siermetselwerk sluit aan op de band siermetselwerk van Lange Hezelstraat 94-96. De gevel wordt geleed door banden van blauwe stenen. Ter hoogte van het topgevelvenster zijn twee gevelstenen met de tekst 'anno' '1883' geplaatst. De begane grond heeft een moderne winkelpui met etalagevenster en ingang. Onder het venster is een kelderlicht aanwezig. De eerste verdieping telt twee in nissen geplaatste vensters met H-ramen. De vensters worden aan de bovenzijde afgedekt door een segmentboogvormige ontlastingsboog met geornamenteerde sluitsteen. De boogvelden zijn voorzien van siermetselwerk. Het topgevelvenster heeft een vierruits venster. Dit venster wordt omlijst door het risalerende gedeelte van de topgevel. Dit risalerende gedeelte bestaat uit een rondboog met aanzet- en sluitstenen, die wordt gedragen door geornamenteerde consoles. Het boogveld is gevuld met siermetselwerk. Boven in het risalerende gedeelte is een sieranker geplaatst. De achtergevel betreft een in kruisverband opgetrokken laat-middeleeuwse trapgevel met toppilaster (XVB/XVIA). In de gevel zijn fraai gedecoreerde muurankers aanwezig. De gevel is vanaf de eerste verdieping zichtbaar. Op deze verdieping is een zesruits schuifvenster met pen- en-gatverbinding te zien. Aan weerszijden van het venster zijn bouwsporen van dichtgemetselde vensters die voorzien waren van ontlastingsbogen zichtbaar. Geheel links is nog een klein venster aangebracht. In de top is een venster met tweelichtsraam te zien. Op de kozijnen zijn restanten van duimen aanwezig. Het venster wordt afgesloten door een brede anderhalfsteens strek. De kelder heeft een betonnen afdekking, maar bevat mogelijk in de muren ouder metselwerk. De kapconstructie bestaat uit twee zestiende- of zeventiende-eeuwse gezaagde eiken dekbalkgebinten. De pen-en-gat verbindingen van de spantbenen en de dekbalk zijn verstevigd met toognagels, evenals de verbindingen van de korbeels en de spantbenen en de dekbalk. De windverbanden zijn met behulp van nagels tussen het spantbeen en de gordingbalk bevestigd. Op de gebinten zijn gehakte telmerken te zien.