Kronenburgertoren
Kronenburgertoren.
Zware, ronde vestingtoren, gebouwd 1425-'26 en bestaande uit twee geledingen, elk voorzien van een weergang met kantelen, uitgekraagd op een bakstenen boogfries.
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
De ruimtelijke structuur van het gebouwencomplex bestaat uit een aantal volumes rond een binnenplaats. Aan de westzijde aan de Nieuwe Marktstraat de Ambachtsschool, een uitbouw van de Ambachtsschool aan de zuidzijde en de volumes van het naoorlogse ontwerp van C. Estourgie aan de noord- en oostzijde, die zijn georiënteerd op de Kronenburgersingel. In het volume van de Ambachtsschool loopt een kadastrale grens langs de noordzijde van de meest zuidelijke risaliet en scheidt de zuidelijke uitbreiding van de rest. De bescherming omvat alleen het gedeelte binnen het kadastrale perceel, behorend bij het huidige Stedelijke Gymnasium. Nieuwe Markstraat: eerste en tweede bouwfase Langwerpig kamvormig hoofdvolume van twee bouwlagen met een zadeldak met de nok evenwijdig aan de voorgevel. Het bouwwerk is opgetrokken in baksteen in een sobere eclectische stijl en gedekt met zwarte pannen. De gevel aan de Nieuwe Markstraat bestaat uit het oorspronkelijke hoofdvolume met twee topgevels in het midden geflankeerd door gevels met elk drie traveeën afgesloten door een gootlijst. Het hoofdvolume is zowel aan de noord- als aan de zuidzijde uitgebouwd. Het bouwdeel uit de zuidzijde kent een vijf traveeën tellende gevel, waarvan er drie afgesloten worden door een tuitgevel en twee door een gootlijst. Het bouwdeel aan de noordzijde telt acht traveeën, waarvan drie worden afgesloten door een tuitgevel en vijf door een gootlijst. Boven de gootlijsten zijn dakkapellen geplaatst. De geveldelen die worden afgesloten door een gootlijst hebben een verticale geleding van lisenen en worden beëindigd door siermetselwerk van verticale terugliggende nissen. Het ritme van risalieten en traveeën geeft de gevel een verticale geleding, die wordt versterkt door de terugliggende vensters en de lijsten van siermetselwerk die deze omvatten. Deze geveldelen hebben op de begane grond gekoppelde vensters. De vensters hebben aan de bovenzijde een segmentboog, met een profiellijst, en een hardstenen dorpel aan de onderzijde. Elk venster bevat een gestapeld drieledig raam, met bovenin een zesruits roedenverdeling, in het midden een enkel raam en onderin een tweeruits raam. Op de verdieping bevat elke travee een breed venster met een negendelig raam, bestaande uit dezelfde opbouw als de ramen op de begane grond: bovenin een raam met roedenverdeling (vierruits), in het midden een enkel raam en onderin een tweeruits raam. De middelste gevels van het hoofdvolume worden bekroond door tuitgevels. Deze gevels hebben smalle traveeën, met per travee een venster op de begane grond en een op de verdieping. De vensters zijn gevuld met een driedelig raam op de begane grond en een meerruits raam op de verdieping. De tuitgevels bevatten drie ramen, de middelste tweemaal zo hoog als de andere twee. Onder deze ramen zijn drie gevelstenen waarop ‘ambachts, ‘onderwijs’ en het bouwjaar ‘MDCCCCI’ vermeld staat. De topgevel in de zuidelijke uitbouw kent eenzelfde indeling van vensters en ramen als de overige traveeën. In de topgevel is een vierlichtsvenster met daarboven een tweelichtsvenster te zien. De onderste vier vensters hebben enkele ramen. De bovenste twee een raam met bovenlicht. De topgevel van de noordelijke uitbouw heeft een drielichtsvenster, waarvan het middelste venster hoger is dan de flankerende vensters. Het middelste venster wordt afgesloten door een segmentboog en kent eveneens een gestapeld driedelig raam. De buitenste vensters worden afgesloten door een natuurstenen latei en hebben een stolpraam. De kop van het gebouw aan de noordzijde is een gemetselde muur met tuitgevel. Het latere venster bevindt zich ter hoogte van de daklijst. Een beschrijving van het interieur van de Ambachtsschool is niet gemaakt. Kronenburgersingel: derde en vierde bouwfase Hoofdvolume en zijvleugel, beide met inwendig dragend beton skelet, drie verdiepingen hoog, boven een souterrain, onder plat dak, met een lichtkap op een deel van het dak van het hoofdvolume. Hoofdgebouw steekt uit boven de vleugel vanwege het licht hellende verloop van het maaiveld en vanwege verschillen in verdiepingshoogten tussen beide gebouwdelen. (Het hoofdgebouw herbergt op de kop twee gymzalen). De oostgevel, zoals zichtbaar vanaf de Kronenburgersingel, bestaat uit de kop van het hoofdgebouw, een tussenlid en een lange zijde van de vleugel. De kop van het hoofdgebouw is in verticale, met beton omlijste banen geleed, waarin afwisselend vensters en borstweringen. De penanten daartussen zijn schoongemetseld met gele handvorm klinkers waalformaat in kettingverband. Onder de ramen, oorspronkelijk in staalprofielen maar vervangen door kunststof exemplaren, hardstenen dorpels en borstweringen van grijze tufsteen, de onderste van basalt-lava. De fraaie wandkunst op de borstweringen van de tweede bouwlaag benadrukken de representativiteit van deze gevel. Om de hoek tegen de noordgevel, nog goed zichtbaar vanaf de Kronenburgersingel, staat de traptoren die om het dak kraagt: een functioneel noodtrappenhuis dat met glas aan twee zijden en bijzonder raamverdeling attractief is vormgegeven en bijdraagt aan het gebouwsilhouet. In het iets terug en lager gelegen tussenlid lag de oorspronkelijk entree met twee trappen en een bordes uitkomend op maaiveldniveau. De entree is in 1998 gewijzigd. Een nieuw entreegebouw waarboven een lerarenkamer is deels voor het tussenlid en deels voor de vleugel gebouwd. Het neutraal vormgegeven volume heeft een draagstructuur van gegalvaniseerd staal, een luifel op slanke kolommen en een front van lichtkleurige baksteen. De oorspronkelijke ruimtelijke werking in de hoek hoofdgebouw-vleugel is door dit nieuwe volume verloren gegaan. Het tussenlid voor zover nog aanwezig is bekleed met de oorspronkelijke donkerbruine verticaal gezette tegels. In de vleugel zijn op het niveau van het terug gelegen souterrain de dragende betonnen kolommen zichtbaar gelaten. De gevelbekleding bestaat uit een in verticale banen geleed venster van betonelementen waarin raamkozijnen die in hoogte afnemen waaronder borstweringen van licht blauw-grijze geglazuurde baksteen. De beëindiging van het volume in donkerbruine baksteen omsluit trappenhuis en bergruimten. De achtergevel is identiek aan de voorgevel. Een oorspronkelijk open geveldeel bestemd voor ‘wachtruimten’ is dicht gezet. Aan beide zijden van de vleugel is om het souterrain een gleuf onder het maaiveld uitgespaard die zorgt voor licht in het souterrain. Langs de gleuf staat een massief smeedijzeren hekwerk met bolvormige ornamenten op lage muurtjes in donkerpaarse strengperstenen. Dit hekwerk staat op meerdere plekken. De binnenplaats was en is onderdeel van de route van leerlingen komend naar school vanaf de Nieuwe Markt op weg naar hun kluis en omgekeerd. Daartoe leiden twee trappen (met oorspronkelijk wielgoten) naar het souterrain. Om de trappen in de binnenplaats staat hekwerk. Tevens op de binnenplaats keermuren en terreinafscheidingen in donkerpaarse strengperstenen. De zuidgevel, vanaf de binnenplaats gezien bestaat uit een groot betonnen, verticaal gelede vensteromlijsting met ramen en borstweringen van licht blauw-grijze geglazuurde baksteen waarachter lokalen, links daarvan zijn bakstenen gevelvlakken met kleinere horizontaal gelede vensteropeningen van de toiletgroepen, rechts daarvan entree en grote vensters van de centrale hal. Rechts van de vleugel liggen twee gymzalen. De noordgevel grenst aan een open terrein met docentenfietsenstalling dat bereikbaar is vanaf de Kronenburgersingel via een lage scheidingsmuur waartussen twee oorspronkelijke lage stalen hekken. Langs de noordgevel is een sleuf met hekwerk ernaast zoals bij het vleugelgebouw, met toegangstrappen en souterraindeuren. Hiermee telt de school drie toegangen: twee aan de Kronenburgersingel en een aan de Nieuwe Markt. De noordgevel laat een gevel omvattend betonelement met vensters zien, links daarvan het bakstenen deel van de traptoren en van de gymzalen, rechts toiletvensters. Op het dak de ‘lichtkap’ waaronder de kantine. Over het algemeen laten de gevels een functionele, ‘leesbare’ gebouwindeling zien en een balans tussen open en gesloten. De kelder van het hoofdgebouw diende als regelkamer en fietsenberging en is nu kluisruimte en garderobe. Daarboven op de begane grond niveau in de kop van het hoofdgebouw bevinden zich gymnastiekzaal met kleed/ en wasruimten grenzend aan de centrale hal met een trap(gat) naar het souterrain. De centrale hal -in feite een stapeling vide verdiepingen- is de centrale schakel tussen gymzalen en (voormalige) praktijklokalen en tussen hoofdgebouw en vleugel. De hal heeft een verrassend ruimtelijk karakter vanwege de vide verdiepingen waar omheen trappen lopen. De trappen, met treden van kwarsiet, verbinden de verdiepingen van het hoofdgebouw met elkaar en de verdiepingen van hoofdgebouw met die van de vleugel. In 1997 is in de vide een lift gebouwd. De wanden van de hal zijn fraai bekleed met een blauw gemêleerde, verglaasde handvormsteen en met lichte Namense steen. De stalen trap- en videhekken met houten relingen zijn verhoogd. In het hoofdgebouw zijn de voormalige conciërgeruimte, lerarenkamer en praktijklokalen aan weerszijden van de gang samengevoegd tot mediatheek, achterin zijn toiletruimten. De overgang naar de oudbouw van de Ambacht School wordt gemarkeerd door traptreden die het hoogteverschil tussen het nieuwe en oude gebouw overbruggen. De tweede verdieping is gelijk aan de eerste; op de derde verdieping bevinden zich in de voormalige schilders ruimte een danslokaal en daarnaast de kantine met verhoogd plafond/lichtkap met zijramen waaronder een toneel. In het souterrain van de vleugel en het tussenlid zijn nu de entree vanaf de Kronenburgersingel en de personeelsvertrekken gesitueerd, voorheen waren daar lerarenstalling en garderobe. Op het begane grond niveau waren wat hogere praktijklokalen. Daar zijn nu lokalen aan een gang, evenals op de tweede en derde verdieping.
| Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
|---|---|---|---|---|
| Ambachtsschool | – | – | Oorspronkelijke functie | – |
| Onderwijsfunctie | Cultuur gezondheid en wetenschap | – | Huidige functie | – |
| Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Kronenburgersingel | 269 | – | 6511AS | – | – | – | – |
Kronenburgertoren.
Zware, ronde vestingtoren, gebouwd 1425-'26 en bestaande uit twee geledingen, elk voorzien van een weergang met kantelen, uitgekraagd op een bakstenen boogfries.
Inleiding