Kerkstraat 20, Nijmegen

Monumenttype:
Gemeentelijk monument
Monumentnummer:
1010213600
Monumentnaam:
Kerkstraat 20
Plaats:
Nijmegen

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Beschrijving

Ruime, vrijstaande villa aan de noordzijde van de Kerkstraat vlakbij de aansluiting op de Bredestraat en de Korte Bredestraat. De villa bestaat uit twee bouwlagen en een kelderverdieping alsmede een zolderverdieping onder een schilddak. De kappartij is vrij hoog en er zijn brede dakoverstekken met houten lijstgoten en klossen. Uit rode romaanse pannen met bijbehorende vorsten bestaande dekking. Op de zijschilden bevindt zich een kleine dakkapel en op de nok sluit een (later licht gewijzigde) bakstenen schoorsteen aan. Langs de op de achtergevel aansluitende uitbouwen bevinden zich nog twee schoorstenen, waarvan één exemplaar vrij hoog is doorgestoken. De gevels zijn gemetseld in bruine baksteen in staand verband en met snijvoegen. Bakstenen hanenkammen vormen de beëindiging van de gevelopeningen waarvan de meeste zijn voorzien van houten luiken die deels als een persienne en deels uit gesloten panelen bestaan. Aan de achterkant van de woning hebben de gevelopeningen een bakstenen strek. Alle vensters hebben hardstenen lekdorpels. Op de drie vensterassen brede voorgevel (zuidzijde) sluit in het midden een driezijdige bakstenen serre met balkon aan. Aan iedere zijde ontvangt de serre daglicht, waarbij de borstweringen van de vensters deels licht hellend zijn en in verticaal metselwerk zijn uitgevoerd. Het venster aan de voorkant heeft een vierlichts indeling, met enkelruits benedenramen en dito bovenlichten. De zijvensters bevatten elk één enkelruits benedenraam en dito bovenlicht. Het balkon wordt afgeschermd door houten hekwerken met gepotdekseld beschot en ingeklemd tussen bakstenen verdeelposten met hardstenen dekblokken. Links van de serre bevat de eerste bouwlaag een venster met veelruits bovenlichten en gewijzigde schuiframen. Rechts van de serre een ingang met een dubbele tuindeur. Op de bovenverdieping wordt de middenas geflankeerd door twee vensters met veelruits bovenlichten. Alhier oorspronkelijke houten T-ramen. In de middenas bevindt zich een ingang met een dubbele balkondeur. De ingang is gecombineerd met twee afzonderlijke smalle nevenvensters. In de van schuine zijden voorziene topgevel die boven deze ingangspartij de symmetrie van het pand accentueert bevat het pand een oculus met een veelruits zolderraam, onder een gepleisterde rondboogvormige 'wenkbrauw'. Een houten voorschot sluit bovenin de topgevel aan op de dakoverstek. Ook aan de rechterkant (oostkant) sluit een bakstenen serre met balkon op het huis aan. Het venster aan de voorkant van de serre heeft een vergelijkbare borstwering als bij voornoemde serre en wordt eveneens gekenmerkt door een 4-lichts indeling met enkelruits benedenramen en dito bovenlichten. Ditmaal zijn de bovenlichten gevuld met paars glas-in-lood. Aan de linker zijde van de serre is een ingang met neven- en bovenlichten. Ook hier zijn de bovenlichten gevuld met paars glas-in-lood. Voornoemd balkon is bereikbaar via een ingang met een dubbele deur. De linker zijgevel (westzijde) bevat de hoofdingang, bereikbaar via een bakstenen bordes met een granitovloer met mozaïeklijsten. Het bordes wordt omklemd door bakstenen muurtjes met hardstenen dekplaten. Een houten luifel met ijzeren beugels overhuift de ingang welke is voorzien van een bruingebeitste enkelvoudige deur met paneelverdeling. Bovenin heeft de deur drie enkelruits raampjes met geslepen glas. Verder alhier een 'spionnetje' met een smeedijzeren sierrooster. De ingangspui bestaat verder uit twee enkelruits nevenlichten met smeedijzeren roosters. Boven de luifel drie enkelruits bovenlichten met decoratief glas-in-lood. Rechts van de entree één venster en op de bovenverdieping twee, alle als in de voorgevel. Tussen de vensters op de bovenverdieping bevindt zich een tegeltableau met de naam van het huis: NIEUW/ HEESWIJK/. Aan de achterzijde (noordkant) wordt het pand vooral bepaald door verspringend op elkaar aansluitende bouwdelen met een plat dak. Ze omvatten onder meer het dienstgedeelte en het trappenhuis. De dienstuitbouw uiterst rechts is éénlaags. Aan de voorkant bevindt zich hier een venster met een enkelruits raam. De rechter wang bevat nog twee vensters, met een enkelruits raam en veelruits bovenlicht. Een bakstenen borstwering met zandstenen kruismotieven vormt hier de gevelbeëindiging en schermt het balkon af dat zich aan de bovenkant van de uitbouw bevindt. Via een in de hoofdmassa van het huis gelegen ingang met een dubbele deur is het balkon toegankelijk. Links van de dienstuitbouw bevindt zich een tweelaags trappenhuisuitbouw, welke langs de eerste bouwlaag wordt voorafgegaan door een tot het dienstgedeelte behorend bouwdeel met enkele kleine vensters met diefijzers. Aan de linkerzijde is hier een dienstingang met een deur met zesruits raam. Het hoge venster aan de voorzijde van de trappenhuisuitbouw heeft een kruiskozijn en enkelruits ramen welke oorspronkelijk met glas-in-lood gevuld waren. Links van deze uitbouw is een tweede tweelaags bouwdeel, met zowel beneden als boven een venster met een dubbel drieruits draairaam en een bovenlicht. Het interieur onderging in de loop van de tijd slechts enkele wijzigingen. De originele indeling is bewaard gebleven en het pand heeft een in hoofdzaak historische interieurafwerking. Op de hoofdingang sluit een vrij ruime hal aan, welke naar een langs de achtergevel gelegen gang leidt. De gang is verbonden met een uitpandig trappenhuis dat toegang biedt tot een eveneens langs de achtergevel gelegen overloop. Er is een afzonderlijke trapopgang naar de zolder. Het dienstgedeelte is onderkelderd. De verblijfsvertrekken zijn langs de voorgevel gesitueerd. Op de begane grond omvatten deze een spreekkamer, salon en eetkamer: op de bovenverdieping een logeerkamer, zitkamer, slaapkamer (alle volgens de originele functievermeldingen). De zolder herbergt enige meidenkamers. De onder de keuken gelegen kelder is toegankelijk via een bakstenen trap en heeft een betonnen plafond met stalen balken. Alhier uit houten latwerk bestaande wijn- en provisiekasten. Tot de kelder behoort een in de oorlogsperiode gerealiseerd schuilgedeelte. De binnendoorgangen zijn opgenomen in houten sierlijsten en bevatten (grotendeels afgeplate) paneeldeuren met deurraampjes onder een schouderboogprofiel. Vlakgestucte plafonds met vakkenverdeling en Jugendstilrozetten. In de hal en gang bevinden zich vloeren en lambriseringen die uit Solnhofener kalksteen bestaan. Een tochtdeur met een veelruits raam met schouderboogprofiel scheidt deze ruimtes van elkaar. In het trappenhuis bevindt zich een houten bordestrap met een sobere houten sierbalustrade. Het hierachter gelegen deel van de dienstruimtes bevat een gangetje met een granitovloer. Alhier een diensttoilet met 'koud gevoegde' blanke betegeling en een lijst van siertegels in Jugendstil. De op de begane grond gesitueerde salon is in Oudhollandse stijl afgewerkt. Alhier hoge houten lambriseringen met paneelverdeling. De twee binnendoorgangen zijn hier opgenomen in een aedicula-omlijsting met kroonlijst. Net als de paneelbetimmering van de deuren wordt deze gekenmerkt door het contrast tussen zwart ebbenhout en bruingebeitst hout. In deze kamer verder een schouwpartij met zandstenen penanten, een Delftsblauw betegelde haardwand en een houten hoofdgestel met sierdetails. De penanten bestaan uit gecanneleerde zuiltjes met een composietkapiteel waarop een schilddragende leeuw. Het plafond van de salon wordt gekenmerkt door een indeling met vier vakken die zijn beschilderd met engelen in een rembrandteske kleurstelling en met een krachtige clair-obscur-werking. Houten parketvloer in keperpatroon met rechte lijsten. In de op de bovenverdieping gelegen zitkamer bevindt zich een witmarmeren schoorsteenmantel met neobarokke detaillering. Op de overloop is een witporseleinen wandfonteintje te zien. Het pand is gelegen op een ruim eigen terrein met een gevarieerde en grotendeels historische invulling (siertuin, moestuin, boomgaard). Zowel in de voor- als de achtertuin bevinden zich door bakstenen keermuurtjes en dito bloembakken omkaderde parterres en terrassen. In de achtertuin een ronde vijverpartij met in het midden een door een baluster gedragen bekken. De voortuin wordt door een smeedijzeren hekwerk met een dubbel draaihek gescheiden van de straat. De draaihekken zijn gevat tussen gietijzeren sierpenanten.

Bron: Fenicks B.V.

Specificaties

Bron: Fenicks B.V.

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Villa Oorspronkelijke functie
Woonfunctie Woningen en woningbouwcomplexen Huidige functie
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
Kerkstraat 20 6543KK
Bron: Fenicks B.V.

Tijdlijn Kerkstraat 20

Voeg een verhaal over dit monument toe aan de tijdlijn

Weet u meer over dit bijzondere monument of heeft u een herinnering over dit monument? Vul de tijdlijn aan. Deel uw verhaal en houd dit monument springlevend.

Andere monumenten in de buurt

  • Rijksmonument

    Korte Bredestraat 37

    De toren is een laatgotisch bouwwerk, welks onderste twee geledingen begeleid worden door overhoekse steunberen. Nissen met bakstenen traceringen in ieder gevelvlak. Klokkenstoel met gelui van twee klokken, waarvan één van A. Steylaert, 1574, diam 82,2 cm. en één moderne klok.

    WikiMedia
  • Rijksmonument

    Korte Bredestraat 37

    Herv. kerk. Laatgotische, van oorsprong eenbeukige dorpskerk. Schip met houten tongewelf en hoger, door netgewelven overkluisd koor. Na ernstige oorlogsschade (1942) geheel gerestaureerd en tevens voorzien van zijbeuken en een consistorie. Orgel met Hoofdwerk en Nevenwerk uit midden 19e eeuw.

    Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed: Galen, P. (Paul) van
  • Rijksmonument

    Dennenstraat 125

    ST. ANTONIUS ABT, 1879-1880, door P.J.H. Cuypers.

    Driebeukige neogotische HALLENKERK met ingebouwde toren.

    De zijbeuktraveeën hebben puntgevels en dwars op de kap van de middenbeuk gerichte zadeldaken, een dispositie, die niet overeenkomt met de inwendige ruimtewerking.

    WikiMedia
Naar boven