Het geheel onderkelderde pand bestaat uit drie bouwlagen en zolder onder schilddak. De hoge begane grond is aan de achterzijde dieper en voorzien van een plat dak dat als dakterras fungeert. Het schilddak is gedekt met gesmoorde Hollandse pannen en watert af via betonnen goten die op de gevel zijn gelegd. De dakschilden aan de voor- en achterzijde hebben in de dakvoet een sierlijk vormgegeven houten dakkapel onder ingezwenkt zinken dakje. Het 'fronton' en de zijstukken zijn bewerkt. De gemetselde schoorsteen steekt door de nok. De voorgevel is opgetrokken in rood genuanceerde baksteen en gemetseld in kruisverband met platvolle voegen. Opvallend is de hoge winkelpui: gemetselde hoekkolommen met geprofileerde speklagen en een geprofileerde betonnen puibalk omvatten een grote stalen meerruits pui met centrale entree en een vernieuwde plint (zwarte natuursteen). Oorspronkelijk stond deze pui iets meer naar binnen. De rechthoekige vensteropeningen op de verdiepingen hebben gemetselde strekken aan de bovenzijde en betonnen lekdorpels aan de onderzijde. De houten kozijnen zijn behouden. De ramen zijn vervangen door kunststof exemplaren met een roedenindeling die overeenkomt met het originele beeld. De vensters zijn gerangschikt in drie gelijke vensterassen met zesruits ramen op de tweede en vierruits ramen op de derde bouwlaag. De gevel wordt aan de bovenzijde afgesloten door smeedijzeren jaartalankers ('1951'), afgewisseld met kruisvormige muurankers. De achtergevel wordt grotendeels aan het oog onttrokken door het stadhuis en de uitbreidingen van het buurpand. De soberder achtergevel is gemetseld in halfsteens verband en bestaat - voor zover te zien - uit oorspronkelijke vier- en zesruits stalen ramen in de uitbouw, een kleine pannengedekte uitbouw op de tweede bouwlaag, dubbele balkondeuren op beide woonlagen en enkele vernieuwde ramen van wisselende grootte. Het winkelinterieur bestaat uit een rechthoekige, grotendeels originele verkoopruimte met een grote vide. Tegen de gebogen achterwand leidt een ijzeren bordestrap met twee armen naar de entresols aan de lange zijden. De entresols worden ondersteund door vrijstaande ronde kolommen. De balustrades langs de entresols zijn niet meer oorspronkelijk. De smeedijzeren trapbalustrades zijn dat nog wel. De verkoopruimte krijgt licht via de pui aan de voorzijde en een daklicht. Voorin de verkoopruimte bevinden zich twee vitrines in de zijwanden. Vóór het opschuiven van de pui bevonden deze zich in het open voorportaal. Achter de verkoopruimte bevinden zich twee vertrekken boven elkaar: een kantoor beneden en paskamers boven (oorspronkelijk een kantoorruimte). In de doorgang is een kleine (buiten werking gestelde maar complete) liftinstallatie aanwezig, die oorspronkelijk werd gebruikt voor het transport van boeken van en naar de kelder. De kelder bestaat uit een grote opslagruimte met kleinere vertrekken aan de voor- en achterzijde. De betonconstructie van kolommen en balken is hier zichtbaar.