Korte Nieuwstraat 6
STADHUIS.
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Het onderkelderde winkelpand telt vier bouwlagen en heeft een trapeziumvormig grondplan waarvan de langste zijde zich aan de achterkant bevindt. Het brede pand is betrekkelijk ondiep. Het niveauverschil in het aflopende terrein is opgevangen in de kelder die aan de achterzijde van het pand volledig boven het maaiveld ligt. Achter de hoofdbouw bevinden zich twee kleinere en lagere aanbouwen met personeelsentree en opslag- en kantoorruimten (zijde Grotestraat) en opslagruimten (zijde Mr. Hermanstraat). De gevels zijn opgetrokken in gemêleerde, overwegend roodbruine bakstenen en gemetseld in Noors kettingverband met platvolle voegen. Het metselwerk is verlevendigd met een groot aantal betonnen elementen, zoals de plint, kolommen, hoekstenen, vensteromlijstingen, dorpels, wapenschilden en daklijsten (alle niet geschilderd). De ambachtelijke verschijningsvorm van het gevelbeeld wordt nog versterkt door de toepassing van smeedijzeren hekwerken bij de erkers en de balkons. De oorspronkelijke deuren en ramen zijn van staal en hebben ranke profielen. De cordonlijst boven de voormalige galerij, de dakrand en het 'zwevende' enigszins opgewipte overstek zijn uitgevoerd in glad afgewerkt en licht geschilderd beton. In het overstek zijn op de vier hoeken halfronde openingen aangebracht voor de brandtrap en de (verwijderde) vlaggenmasten. Op het dak staan twee oorspronkelijke en meerdere recente bouwsels die dienen als behuizing voor luchtbehandelingsapparatuur. De voorgevel heeft een symmetrische indeling en een drieledige opbouw. De 'voet' bestaat uit een vernieuwde transparante winkelpui met centraal geplaatste entree, aangebracht binnen het raamwerk van de oorspronkelijke galerij. Het 'middenstuk' wordt gevormd door de verhoudingsgewijs gesloten tweede en derde bouwlaag. Hierin bevinden zich drie grote betonnen raamwerken met elk twee maal vier gekoppelde vensters. De stalen lamellen aan de buitenzijde zijn niet oorspronkelijk. Tussen de vensteropeningen op de tweede en derde bouwlaag is siermetselwerk aangebracht. Het middelste van de drie raamwerken wordt grotendeels aan het oog onttrokken door de later toegevoegde erker . Het 'kopstuk' van de voorgevel wordt gevormd door de lagere vierde bouwlaag met daklijst en 'zwevend' overstek. De zijgevels zijn vrijwel identiek en bestaan uit een vierlaags hoog en een lager deel. De etalages van de voorgevel lopen de hoek om door in de zijgevels ter plaatse van de oorspronkelijke galerij. Daarboven bevindt zich een groot erkervenster met smeedijzeren sierhek en natuurstenen omlijsting met vertanding. Boven het erkervenster is een rechthoekige gevelsteen met verdiept wapenschild aangebracht. Daarnaast bevinden zich negen (3x3) kleine raampjes (rechter zijgevel) en drie smalle verticale ramen (linker zijgevel). Beide zijgevels hebben op de begane grond verder drie vensters en een deuropening, alle dichtgezet met plaatmateriaal. In de linker zijgevel bevindt zich bovendien een portiek met segmentboog en hoek- en sluitstenen. Beide zijgevels worden aan de bovenzijde afgesloten door een ondiep balkon met smeedijzeren hekwerk onder het opgewipte overstek (een soort loggia). De latere uitbreidingen aan de achterzijde zijn vanaf de Grotestraat en de Mr. Hermanstraat duidelijk herkenbaar aan de witgeschilderde gevels. De achtergevel is geheel gesloten (metselwerk en zichtbare betonconstructie) met uitzondering van de expeditietoegang op de begane grond. Dit wijkt af van de bouwtekeningen, waarop vergelijkbare vensters als aan de voorzijde staan ingetekend. De achtergevels van de lagere aanbouwen zijn voorzien van vensteropeningen in verschillende formaten, deels gevat in betonnen raamwerken, en balkons met eenvoudige hekwerken. Het interieur van de brede, ondiepe hoofdbouw bestaat per bouwlaag uit één grote open verkoopruimte met kleinere dienstvertrekken aan de korte zijden. De verkoopruimten zijn gemoderniseerd (systeemplafond, nieuwe tegelvloer, liftschacht, nieuw trappenhuis met roltrappen). De wit geschilderde betonnen kolommen zijn in het zicht gelaten. Aan de voorzijde zijn de kolommen rond en aan de achterzijde achthoekig (kelder) en ovaal (overige bouwlagen). Op elke bouwlaag bieden deuren toegang tot de personeelsruimten in de aanbouwen aan de achterzijde. In de linker aanbouw bevindt zich op elke verdieping een magazijn. In de rechter aanbouw bevinden zich de kantine en een trappenhuis (zware ronde stalen leuning, tegelvloer). Op de begane grond staat dit trappenhuis tevens in verbinding met een tweede, kleiner trappenhuis dat toegang biedt tot enkele kleine kantoor- en magazijnruimten aan de binnenhofzijde. Deze houten trap is voorzien van een opvallende gebogen koperen trapleuning en een ijzeren hekwerk. Anders dan het gevelbeeld doet vermoeden, strekt de dakopbouw zich niet uit over het volledige gebouw maar bestaat het uit twee afzonderlijke smalle ruimten met balkon. Opvallend detail is de betonnen daklijst die in het interieur is doorgezet. Een stalen wenteltrap biedt toegang tot een cilindervormige dakopbouw, van waaruit het platte dak kan worden bereikt. De stalen vensters zijn nog voorzien van het oorspronkelijke hang- en sluitwerk en okerkleurige vensterbanken.
| Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
|---|---|---|---|---|
| Winkel | – | – | Oorspronkelijke functie | – |
| Winkelfunctie | Handelsgebouwen opslag en transportgebouwen | – | Huidige functie | – |
| Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Burchtstraat | 1 | – | 6511RA | – | – | – | – |
STADHUIS.
PAND met twee verdiepingen en schilddak met dakkapellen, derde kwart 19e eeuw.
Kelder met tongewelf, 16e of 17e eeuw.
Houten winkelpui derde kwart 19e eeuw met gesneden versieringen; voorts gepleisterde lijstgevels met verdiepte pilasters en consoles en stuckuiven XIXc.
BOTERWAAG.
Rechthoekig, van baksteen opgetrokken gebouw met verdieping en hoog zadeldak, afgesloten door topgevels met grote trappen. Gebouwd in 1612 in renaissancevormen, verwant aan de stijl van Hendrik de Keyser; de verdieping aanvankelijk ingericht als hoofdwacht.