Complex van bakstenen, pannengedekte gebouwen op onregelmatige grondslag over vijf vleugels, samengesteld uit een klooster met kapel, beide haaks geplaatst op de Berg en Dalseweg en een schoolgebouw, wijkend ten opzichte hiervan. Symmetrische, poortachtige ingangspartij van schoolgebouw (verwijzing naar Romeinse stadspoort), zowel in de breedte als in de diepte getrapt, omsluit een dubbele deur met halfrond bovenlicht onder een gemetselde rondboog. Links en rechts hiervan is een groep van drie kleine, vierkante vensters die met elkaar zijn verbonden door middel van betonnen banden. Boven de met een betonnen band afgesloten ingangspartij is een (later d.m.v. een glazen opbouw gesloten) balkon, links en rechts voorzien van halfronde `toren'-achtige uitbouwen over twee bouwlagen, elk voorzien van drie smalle, staande vensters per bouwlaag. Beide uitbouwen gaan links en rechts over in lagere bouwdelen, die met een halve ronding aansluiten op de achterliggende bebouwing. De genoemde bouwdelen worden versierd door -al dan niet doorlopende- horizontale betonnen banden. Een hoog opgemetseld, getrapt geveldeel achter de ingangspartij -als gevolg van de glazen balkon-opbouw nauwelijks zichtbaar- bekroont de ingangspartij. In de as, onder een puntvormige opbouw, is een bronzen plastiek van de Moeder Gods met Kind met daaronder de tekst "MATER DEI". Hierachter is het schoolgebouw, met een vleugel en afsluitend bouwblok met schilddak over twee bouwlagen links en drie vleugels over twee bouwlagen rechts, alle gedekt door een zadeldak. Vleugel links en beide vleugels rechts identiek van opbouw met een band van viergedeelde, door kolommen gescheiden vensters per bouwlaag: betonnen banden binden de vensters aaneen. Uiterst rechts gaat de vleugel over in bouwdeel van jonger datum, afwijkend in stijl en detaillering en parallel gesitueerd aan de Berg en Dalseweg. Haaks hierop de kloosterkapel met pannen zadeldak, wier veelhoekige, door een tweetal horizontale, betonnen banden gelede absis met pannen tentdak is gericht op de Berg en Dalseweg. In het verlengde van de absis is het schip van de kapel, op rechthoekige grondslag en iets breder dan de absis. In beide zijwanden zijn zorgvuldig ontworpen rechthoekige vensters geplaatst: ze zijn gevat in betonnen banden en voorzien van bovenlichten. In het verlengde van de kapel strekt zich het kloostergebouw uit, in achterwaartse richting, over verschillende bouwdelen en met een in hoogte en rooilijn getrapte aanleg. Bouwjaar: 1929. Architect: C. en J. Franssen.