In een dal in de helling gebouwd chalet van twee bouwlagen met ver uitstekend pannendak. Een aan de voorzijde aangebouwde grote veranda met daarop een balkon is in later tijd gewijzigd in een aanbouw van een bouwlaag door het aanbrengen van muren. Het balkon is verbonden met smallere balkons, onder het overstekende dak, langs 2/3 van de lengte der zijgevels. In de houten wanden van het pand zijn openslaande vensters aangebracht: op de benedenetage met luiken, op de bovenetage met aan de buitenzijde dubbele ramen die een gietijzeren roede- indeling hebben bestaand uit twaalf achthoeken. Aan de voorzijde gelijkvormig uitgewerkte dubbele klapdeuren naar de balkons. De balustrades van de balkons hebben houten hekken met een vlechtwerkpatroon van smalle spitse ovalen. Op het dak twee schoorstenen met torenbekroning. Bouwjaar: 1852.