Op de helling gebouwd blokvormig pand bestaande uit twee delen, elk van twee bouwlagen. Het langgerekte smalle middengedeelte met een pannengedekt schilddak heeft een tweemaal uitspringende middenrisaliet dat op de etage een balkon heeft met twee gekoppelde smalle balkondeuren. Daaronder bevindt zich een blind spaarvak. Het middengedeelte van de risaliet en de twee muurvlakken ernaast liggen iets terug en vertonen aan de bovenzijde kanteelvormige lijsten. De gootlijst wordt in het midden gedragen door vier consoles. Het iets lagere en smallere achterhuis heeft een dak met aan drie zijden hoge pannengedekte schilden. Tegen de achterzijde is een ingangspartij van een bouwlaag aangebracht met een dak van leien bekroond door een balkon. De zijgevels van het voorhuis hebben elk een iets uitspringende middenpartij: tegen die aan de zuidzijde is over de gehele breedte een open veranda met een balkon gebouwd. Het muurwerk is gepleisterd: in het pannendak van het voorhuis zijn aan drie zijden eenvoudige dakkapellen aangebracht. Bouwjaar: ca. 1890.