Historie en ligging Op deze plaats komt op de kadastrale kaart van omstreeks 1830 nog geen bebouwing voor. Het huidige pand gaat in kern terug tot de periode 1836-1860. Uit deze periode dateert het middendeel, dat in de eerste helft van de 20ste eeuw naar beide zijden is uitgebreid. Oorspronkelijk was hier een timmerwerkplaats met dubbel woonhuis gevestigd (timmerman-aannemer Paalman). Links achter bevond zich een kleine deel met stal, welke in het begin van de 20ste eeuw is toegevoegd. Het pand is bij de verbouwing tot het huidige woonhuis wat betreft raamdetailleringen e.d. enigszins gewijzigd. De markante hoofdvorm en de gevelindelingen bleven echter intact. Tegen de achtergevel werden bescheiden uitbouwen geplaatst. Het pand, deel uitmakend van de oude, oorspronkelijk overwegend agrarische bebouwing van de buurtschap Ruwenhof, vroeger op enige afstand van het dorp Neede gelegen, thans geheel in de dorpskom opgenomen, is gelegen aan de noordelijke zijde van de Ruwenhofstraat, op de oostelijke hoek met de Kempersdijk. De voorgevel is aan deze Kempersdijk gelegen. Plattegrond en opbouw Het pand bezit in hoofdzaak een L-vormige plattegrond en een L-vormig schilddak. Het “voorhuis” bezit een schilddak met de nokrichting evenwijdig aan de voorgevel. Dit schilddak hoekt links achter om over de in het begin van de 20ste eeuw uitgebouwde deelruimte. Deze bezit bij de linker zijgevel een diep afgestoken dakschild. Tegen de achtergevel is in het recente verleden een bakstenen uitbouw met ingangsportaal gebouwd. Het dak is gedekt met gesmoorde oud Hollandse pannen. Houten windveren, eenvoudige mastgoten. De voorgevel De voorgevel is zeven traveeën breed en asymmetrisch van indeling. De gevel is gemetseld in baksteen in kruisverband, uitgezonderd het geveldeel links van de ingang, dat in jongere baksteen in halfsteens verband is gemetseld. In dit gedeelte bevindt zich een klein venster met strek, houten lekdorpel en vierruits raam. Rechts hiervan bevindt zich een ingang, voorzien van een strek, opgeklampte deur, een ongeprofileerd kalf en een enkelruits bovenlicht met niet oorspronkelijke gietijzeren levensboom. Getuige de sporen in het metselwerk en de merkwaardige strek behoort deze ingang niet tot de 19de eeuwse situatie, maar werd ze aangebracht bij de uitbreiding van het pand in het begin van de 20ste eeuw. Rechts van de ingang bevinden zich vier vensters met anderhalf steens strekken met licht getoogde onderzijde. De vensters bezitten gepleisterde lekdorpels en deels vernieuwde ramen, vierruits onderramen en tweeruits bovenlichten. Ter plekke van het derde kozijn van rechts bevond zich oorspronkelijk een ingang. Dit kozijn is dan ook iets smaller. De rechter zijgevel De rechter zijgevel bezit links een venster met strek, gepleisterde lekdorpel, kozijn met luiksponning, vierruits raam en tweeruits bovenlicht. Rechts hiervan bevindt zich een ingang met ongeprofileerd kozijn, opgeklampte deur en geprofileerde kalf, waarboven een tweeruits bovenlicht met niet oorspronkelijke levensboom. De linker zijgevel Deze gevel is gemetseld in baksteen in halfsteens verband. De linker zijgevel bezit twee vensters met vernieuwde kunststof kozijnen. Rechts hiervan een klein ongeprofileerd kozijn met enkelruits raam. De achtergevel De achtergevel bezit in het linker deel een ongeprofileerd kozijn met gepleisterde lekdorpel en vierruits valraam. Rechts hiervan een klein kozijn met enkelruits raam en rechts tegen de moderne uitbouw bevindt zich een kozijn met vierruits raam. Rechts van de moderne uitbouw bevindt zich een venster met kozijn met middenstiji en twee vierruits ramen. Het metselwerk van dit geveldeel maakt nog een midden 19de eeuwse indruk. Rechts hiervan bevindt zich een hoger opgetrokken gevelgedeelte met opgewipt dak. Hier bevindt zich een venster met kozijn met middenstijl en twee vierruits ramen. Hieronder een kelderlicht met diefijzers. Voor het kelderlicht is een kleine opslagplaats voor haardhout geplaatst. Het hoge rechter deel van de achtergevel bezit ter plekke van een vroegere deeldeur een niet oorspronkelijke dubbele veelruits deur onder een rollaag en rechts hiervan een klein venster met enkelruits raam. Dit gevelgedeelte is opgetrokken in baksteen in halfsteens verband en dateert waarschijnlijk uit het begin van de 20ste eeuw. Het interieur In de links achter gelegen voormalige deelruimte bleef een eenvoudige gebintconstructie bewaard, voorzien van gehakte telmerken. Kelder met houten zoldering onder de opkamer. In het pand enige geprofileerde binnendeurkozijnen. In een klein vertrek nabij de huidige hoofdingang bevindt zich een kleine schouw met tegels, voorzien van vaasmotieven met telkens drie bloemen, blauw op wit. De eenvoudige kapconstructie heeft rondhouten sporen, waarvan er enkele zijn vernieuwd. Groenelementen De voortuin sluit aan de straatzijde af met een haag. In de voortuin bevindt zich een reeks linden en een oude fruitboom.