Omstreeks 1850 als woonhuis gebouwd pand met een vroegtwintigste-eeuwse winkelpui. De gevel heeft boven de winkelpui de karakteristieken van een negentiende-eeuws woonhuis. De winkelpui heeft de specifieke stijlkenmerken van de destijds in de mode zijnde Art Nouveau. Gegevens over de bouw van de winkelpui ontbreken echter. In 1919 was het pand in gebruik bij de meubelmaker D. Swart. In de jaren-1930 tot in ieder geval de jaren-1950 was hier de kleermakerij van de familie Van Streun gevestigd. Zij lieten het pand in 1933, 1941 en 1950 voornamelijk inwendig en aan de achterzijde verbouwen. Het pand is in 1985 ingrijpend gerenoveerd in opdracht van de gemeente Leeuwarden. De bescherming geldt het exterieur en in hoofdzaak het vooraanzicht met de winkelpui. Het vanuit een vrijwel rechthoekige plattegrond, in gepleisterde baksteen opgetrokken pand staat met twee bouwlagen onder een grotendeels plat dak. Boven de voorgevel ligt een dakschild, dat is gedekt met gegolfde Friese pannen. De voorgevel is een lijstgevel, die wordt gedomineerd door een jongere winkelpui in de stijl van de Art Nouveau. De asymmetrische houten winkelpui heeft aan de straat een groot, ongedeeld etalageraam boven een geprofileerde, deels zwart geschilderde, tot in de portiek doorgetrokken hardstenen plint met rechts een met Art Nouveau decoraties versierd hoekblok. Dit blok fungeert ook als basement voor de rechter penant, die evenals de identieke penant links van de portiek is voorzien van uitgediepte panelen en ingekerfde florale decoraties, en een uitkragende beëindiging heeft. Tussen de penanten ligt een zware, onversierde puibalk onder een geprofileerde kroonlijst. De linker hoek van de etalage is zowel in de doorgetrokken plint als aan de hoekstijl afgerond en in de portiek voorzien van een raam, een deur naar de bovenwoning en een toegangsdeur tot de winkel. De linker portiekwand is boven de hardstenen plint voorzien van etalagekasten met in bronzen sponningen gevatte etalageramen boven en onder houten panelen. De portiekvloer is bedekt met hardstenen platen. De achterwand van de portiek wordt geheel ingenomen door de deur naar de bovenwoning. Deze deur, een paneeldeur met geslepen ruiten in de twee rechthoekige deurlichten, staat onder een bovenlicht met schuin staande roeden. De in de rechter portiekwand staande, zeldzame Art Nouveau winkeldeur is voorzien van smeedijzeren zweepslagversieringen, een groot deurlicht met gebogen tracering en ingekerfde florale decoraties. In het grote deurlicht bevindt zich een geëtste versiering, waartussen in de jaren-1930 de naam van de familie Van Streun is aangebracht. In een driehoekige zwik linksboven in en aan de deur is een smeedijzeren decoratie in dezelfde vernieuwingsstijl verwerkt. De deur is verder nog voorzien van decoratief vormgegeven, smeedijzeren hangwerk. De geprofileerde deurstijlen staan op hardstenen poeren. Aan weerszijden van de houten winkelpui en op de verdieping is de gepleisterde gevel met schijnvoegen verlevendigd. De drie verdiepingvensters zijn recht gesloten en voorzien van schuiframen met een eenvoudig glas-in-lood raster in de bovenramen. De gevel wordt beëindigd door een geprofileerde kroonlijst met liggende spaarvelden. In het dakschild hierboven staat een houten dakkapel met wangen die met zink zijn bekleed, een zadeldakje, een driehoekig fronton met profiellijsten en houten vleugelstukken met ingekerfde voluten. De achtergevel is herhaaldelijk verbouwd en voor de bescherming niet van belang. Het inwendige van het pand is als gevolg van ingrijpende wijzigingen evenmin beschermenswaardig.