Voorstreek 90
Inleiding
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Winkelhuis met een gave voorgevel uit de tweede helft van de negentiende eeuw, die een veel oudere bouwmassa verhult waarvan de oorsprong teruggaat tot mogelijk zelfs de vijftiende eeuw. De naam van de familie Cammingha is nauw verbonden met de buurschap Hoek aan de Dokkumer Ee, een van de nederzettingskernen waaruit Leeuwarden is ontstaan. Hoewel huissteden van de familie Cammingha in Hoek in 1440 voor het eerst worden genoemd, is de buurschap vermoedelijk al in de veertiende eeuw gesticht. Immers, zeker al vanaf 1425 ondernam de stad pogingen het gebied onder haar jurisdictie te brengen, pogingen die in 1435 succesvol werden afgerond. Bovendien lijkt het Amelandshuis tussen 1350 en 1425 te zijn gebouwd binnen een bestaande of juist geprojecteerde percellering. Op het Camminghagoed werden langs het water bouwterreinen van ongeveer zeven en een halve meter breed en ruim vijftig meter diep uitgegeven: omdat huizen en erven niet aan de achterzijde toegankelijk waren, werd tussen elke twee erven een steeg aangelegd. De steeg zuidelijk van Voorstreek 96 is nog deels aanwezig. Ofschoon van dit gedeelte van de Voorstreek diverse oudere transportakten bekend zijn, dateert de eerste die met zekerheid betrekking heeft op nummer 96, uit 1582. Gezien de koopprijs van 575 goudguldens moet het op dat moment om een relatief klein pand zijn gegaan of een huis in slechte staat – het zuidelijke buurpand bracht in hetzelfde jaar meer dan het dubbele op. De huidige zuidelijke zijmuur van Voorstreek 96, aan de steeg, is gemetseld van hergebruikte kloostermoppen en nieuwe rooswinkels en zal daarom dateren uit de oudste bouwperiode, de vijftiende eeuw of mogelijk nog net iets later. De eigendoms- en bouwhistorie van Voorstreek 96 is vanaf de late zestiende eeuw redelijk goed te volgen. In die late zestiende of in de eerste jaren van de zeventiende eeuw werd de bestaande woning ingrijpend verbouwd. Mogelijk is de eigenaar dan een zekere Jan Jansen, die in het Schoorsteenregister van 1606 wordt aangeslagen voor maar liefst negen schoorstenen, nog ‘buiten die mouterie ende brouwerie’. Die brouwerij keert namelijk terug in een akte van 1651, welke met zekerheid handelt over Voorstreek 96. Op de kaart van Johannes Sems (1600-1603) is het pand afgebeeld met de noklijn haaks op de straat en met een achterhuis waarvan de nok parallel loopt aan die van het hoofdhuis. In 1669 verloor het huis de mouterij en brouwerij. Rond dezelfde tijd, het moet in elk geval voor 1700 zijn geweest, verrezen bovendien achter het huis een ‘camer’ en een groot pakhuis. Transportakten van verkopingen in de achttiende eeuw (1710 en 1761) bevatten uitvoerige beschrijvingen van het voor- en achterhuis en het plaatsje. Daarna heeft opnieuw een verbouwing plaats, waarvan een nieuwe beschrijving in een akte uit 1789 getuigt. De laatste grote verbouwing waarover zekerheid bestaat, heeft plaats in de negentiende eeuw, ergens tussen 1834 en 1880 (er zijn aanwijzingen voor een verbouwing rond 1843), waarbij Voorstreek 96 werd voorzien van de huidige voorgevel, een sobere classicistische lijstgevel. In de jaren-1960 van de twintigste eeuw was de fotozaak van S. de Vries in het pand gevestigd. De Vries liet in 1963 een verbouwing aan het pand uitvoeren. De bescherming geldt het casco (exterieur en constructie) De winkelwoning is opgetrokken vanuit een rechthoekige plattegrond met een gerende voorgevel, in schone bruine en rode baksteen van zeer uiteenlopende leeftijd en formaat. Het pand staat met drie bouwlagen onder een afgeknot schilddak, op alle schilden gedekt met originele, blauw geglazuurde Hollandse golfpannen. Het lagere achterste deel van het pand heeft twee bouwlagen onder een afgeknotte schildkap, afgedekt met vernieuwde rode golfpannen (XXd). De voorgevel in zijn huidige verschijning dateert uit het tweede of derde kwart van de negentiende eeuw. Het betreft een symmetrisch ingedeelde lijstgevel met een winkelpui, die voor een belangrijk deel nog de negentiende-eeuwse kenmerken heeft. De winkelpui heeft in het midden een groot etalageraam met geprofileerde onderdorpel, boven een borstwering van geverfde, gefrijnde hardsteen en onder een driedelig bovenlicht. Aan weerszijden staat een vernieuwde deur onder een geprofileerd kalf en bovenlicht met bewerkte omlijsting. De deuren zijn gescheiden van het etalagevenster door bewerkte kozijnstijlen boven een zich in de diepte verjongend basement van geverfde, gefrijnde hardsteen. Aan de andere kant van de deuren staat een aan de gemetselde hoekpenanten bevestigde, brede houten stijl, eveneens boven een basement van geverfde, gefrijnde hardsteen. Deze worden beëindigd door een houten kraagstuk. Tussen de kraagstukken ligt een geprofileerde puibalk. De vensterkozijnen zijn alle oorspronkelijk, maar de ramen zijn merendeels vernieuwd. Elke verdieping heeft getoogd gesloten T-ramen onder strek, waarbij de bovenlichten nog origineel zijn maar de onderramen zijn vernieuwd. De boven een dunne cordonlijst staande vensters op de derde bouwlaag zijn lager dan die op de tweede bouwlaag. De gevel wordt beëindigd door een hoofdgestel met profielranden en een uitkragende, geprofileerde kroonlijst. De dakkapel in het voorste dakschild daarboven is na 1966 geplaatst. Van de noordelijke zijgevel (links) is slechts de in rode baksteen opgebouwde rechter bovenhoek zichtbaar (vermoedelijk XIXb-c), die meteen op de voorgevel aansluit. Aan de bovenrand zijn gevelankers met schieter aan de gevel bevestigd. De rechter gevel grenst aan een smalle steeg. De gevel is een golvende lappendeken van baksteen van zeer uiteenlopende formaat, kleur, kwaliteit en leeftijd. De oudste stenen, kloostermoppen en rooswinkels, die te vinden zijn in de lagere regionen van de gevel, dateren waarschijnlijk uit de vroegste periode van het pand (XV/XVI). De hoek aan de achterzijde is afgeschuind onder een tromp, om zodoende het indraaien van een handkar of een smalle wagen mogelijk te maken. In de gevel zijn de meeste gevelopeningen dichtgemetseld. Alleen op de eerste verdieping van het voorste deel van het pand is een venster bewaard gebleven. Op de verdieping in het lagere achterste deel van het pand bevindt zich een heel klein venster. De gevel is op drie niveaus voorzien van muurankers met schieters.
| Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
|---|---|---|---|---|
| Winkel/woonhuis | – | – | Oorspronkelijke functie | – |
| Winkelfunctie - Woonfunctie | Woningen en woningbouwcomplexen | – | Huidige functie | – |
| Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Voorstreek | 96 | – | 8911JV | – | – | – | – |
Inleiding
Woonhuis met verdieping; gevel afgesloten door rechte kroonlijst; ingang omlijst, vensters met roedenverdeling.
Inleiding
OORSPRONKELIJK PAKHUIS, THANS IJSSALON, in 1911 gebouwd als betonmonoliet naar ontwerp van architect Hero Feddema in een zeer ingetogen Overgangstijl.