Voorstreek 26
Pand met twee verdiepingen onder zadeldak tegen rijk met beeldhouwwerk versierde "klokgevel". Anno 1753.
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Winkel met bovenwoning, in 1871-’72 (nagenoeg) nieuw gebouwd naar een plan van de Leeuwarder architect Jurjen Bruns voor J.W. Schreinhout. Het perceel waarop Voorstreek 20 staat, was al in de late Middeleeuwen bebouwd. Op de stadsplattegrond van Johan Sems uit 1603 staat er een pand met een achterhuis. Volgens de Prékadastrale Atlas van Fryslân was het pand rond 1830 eigendom van de “verwer” Sijbrandus Nauta en stond het toen geregistreerd als “Huis en Erf”. Het was vermoedelijk het in de kern nog steeds middeleeuwse pand, dat in 1871 een ingrijpende verbouwing onderging. In de Leeuwarder Courant van 26 september 1871 verscheen een aanbestedingsadvertentie “wegens het verbouwen der huizinge lett. B, no. 14”. Bestek en bouwtekeningen waren vanaf 2 oktober af te halen bij de architect, J.D. Bruns. De ‘huizinge lett. B, no. 14’ is eerst vernummerd naar Over de Koornmarkt C238 en heeft later het adres Voorstreek 20 gekregen. Afgaande op het exterieur van het pand en zichtbare onderdelen achter de gevels kan de conclusie nauwelijks anders zijn, dan dat Jurjen Bruns grotendeels nieuwbouw heeft gepleegd. Mogelijk zijn alleen lagere delen van zijmuren en delen van balklagen nog van oudere datum. De verbouwing kwam pas in het najaar van 1872 gereed. Opdrachtgever was de koopman/winkelier J.W. Schreinhout, ook bewoner van het pand, die in de Leeuwarder Courant van 25 oktober 1872 kon aankondigen, “dat zijn winkel heropend is: tevens wordt attent gemaakt, dat al de vroegere Artikelen verkrijgbaar zijn, waarvan de meubel-magazijnen boven ruim zijn voorzien.” Jan Willem Schreinhout had een assortiment dat zich uitstrekte van meubels en spiegels tot “fijne schilderijen”, toiletten- en handschoendozen en briefhangers. De winkelpui die Bruns aanbracht, is vermoedelijk de pui die nog is te zien op een bouwtekening van een verbouwing uit 1937, toen het pand de huidige winkelpui ontving. Het was symmetrische winkelpui met een kleine, ondiepe portiek met de entree in het midden, geflankeerd door grote etalageruiten op borstweringen. Daarachter lag, althans in de jaren-1930 een grote en diepe winkelruimte tot ongeveer halverwege de diepte van het pand – de achterwand van de winkelruimte stond als het ware tegen het trappenhuis middenin links in het pand. Links in de achterhoek van de winkel bevond zich een deur die toegang bood tot een gang tot aan de achtergevel en een binnenplaats. Meteen achter de deur tussen de winkel en de gang stond (en staat) het trappenhuis. In opdracht van de Groningse eigenaar E. Swabedissen tekende architect T. Holthuis, eveneens uit Groningen, in 1937 een nieuwe, modernistische winkelpui (mogelijk van het gerenommeerde Leeuwarder bedrijf Mohrmann). Holthuis had zijn ontwerp blijkens de bouwtekening gereed op 26 februari 1937. Op de bouwtekening staat boven de pui “BANKETFABRIEK GRUNO”, zodat aangenomen mag worden dat dit toentertijd de bestemming was die de begane grond had. De winkel kreeg bij deze verbouwing niet alleen een nieuwe pui: de gang linksachter in het pand werd doorgetrokken naar de voorgevel – waar een entree in de pui kwam – en kreeg het karakter van een overbouwde, open steeg. Het pand is in 1982-'83 na een restauratie/rehabilitatie, waarbij ook de kap is hersteld, in gebruik genomen als winkel met zes appartementen. De werkzaamheden zijn uitgevoerd onder leiding van Jan Kamps (Friese Architectenwinkel). De bescherming geldt het casco (exterieur en constructie) en van het interieur de verkeersruimten, inclusief de inpandige gang annex steeg en het laatnegentiende-eeuwse trappenhuis. Exterieur: Groot pand, opgetrokken vanuit een rechthoekige plattegrond, van drie traveeën breed en drie bouwlagen hoog waarvan de bovenste gedrukt is, onder een groot schilddak. De muren zijn grotendeels gemetseld van gele baksteen (‘geeltjes’). De voorgevel is geheel gepleisterd, terwijl de overige gevels in schoonwerk zijn uitgevoerd met uitzondering van het zichtbare bovenste deel van de linker (noordelijke) zijgevel. Het dak is geheel gedekt met ongeglazuurde oranje gegolfde Friese pannen (voor- en achterschild en zuidelijk zijschild) en Hollandse golfpannen (noordelijk zijschild) en heeft een dakkapel in het voorste en het achterste dakschild. Alle muuropeningen zijn rechtgesloten en bevatten nog de originele kozijnen. De voorgevel van het pand heeft op de begane grond, de winkellaag, een vernieuwde winkelpui (1937). De symmetrisch ingedeelde, grotendeels van staal (?) vervaardigde winkelpui is links voorzien van een portiek met een paneeldeur naar de bovenwoning. De rechter portiek bevat de entree van de winkel. De om de hoek gaande etalage is op de hoeken voorzien van een dunne stijl. De borstwering is evenals de hoekpenanten bekleed met aangesmeerde natuurstenen platen. De etalageramen in de portieken staan iets schuin. De winkelpui bezit een groot, vierdelig bovenlicht boven de vrij dunne, geprofileerde puibalk. De ingang links in de portiek geeft toegang tot de overbouwde steeg annex gang. Op de verdiepingen is de gevel voorzien van een pleisterlaag die is verlevendigd met schijnvoegen. De recht gesloten vensters hebben een geprofileerde omlijsting met een kuif van geverfd gips of terracotta, die wordt bekroond door een palmet. De kuiven zijn identiek gedetailleerd, maar die boven de middelste vensters zijn iets groter dan die boven de vensters aan weerszijden ervan. Dit duidt erop, dat de (winkel)entree op de begane grond centraal in de pui was geplaatst. De vensters staan boven onderdorpels van gepleisterde baksteen, die zijn doorgetrokken over de gehele breedte van de gevel. De hoge vensters op de eerste verdieping bevatten oorspronkelijke T-ramen. In de minder hoge vensters op de tweede verdieping zijn openslaande (stolp)ramen geplaatst. De gevel wordt bekroond door een eenvoudige kroonlijst en een geprofileerde gootlijst, die op de hoeken wordt gedragen door dubbele consoles. De dakkapel in het dakschild hierboven heeft een plat dak, openslaande ramen met een regelverdeling en een hijsstang. De achtergevel is van schone baksteen en is op de twee verdiepingen voorzien van twee vrij brede, onder rollagen staande gevelopeningen. Het zichtbare deel van de rechter zijgevel is eveneens opgetrokken in schone gele baksteen. Deze gevel bevat een venster op de tweede verdieping. Interieur: In het pand ligt in het noordelijke travee op de begane grond een steeg. Deze voert naar een binnenplaats en is open in de achtergevel. Halverwege de steeg, min of meer in de kern van het pand, bevindt zich het trappenhuis (XIXc), dat naar de woonetages leidt en eindigt op de zolderverdieping. Het vrij steile, zeer decoratief uitgevoerde trappenhuis verkeert grotendeels in laatnegentiende-eeuwse staat met de originele balusters, handlijsten en dergelijke. De gave kapconstructie dateert eveneens uit die bouwperiode.
| Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
|---|---|---|---|---|
| Winkel/woonhuis | – | – | Oorspronkelijke functie | – |
| Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Voorstreek | 20 | – | 8911JP | – | – | – | – |
Pand met twee verdiepingen onder zadeldak tegen rijk met beeldhouwwerk versierde "klokgevel". Anno 1753.
Eenvoudig pand onder zadeldak tegen trapgevel waarvan de beëindiging ontbreekt. Zesruits zoldervenster.
Pand met halsgevel, 1765.