Omstreeks 1800 gebouwd woonhuis dat in de negentiende en twintigste eeuw enkele ingrijpende verbouwingen heeft ondergaan. Blijkens een foto van omstreeks 1900 had de begane grond toen een houten pui met aan de westzijde (rechts) een deur met een snijraam in het bovenlicht tussen pilasters en daaraan gekoppeld twee gekoppelde vensters met vijftienruits schuiframen. Deze pui is omstreeks 1900 vervangen door een nieuwe winkelpui. De vensters van de twee verdiepingen hadden zesruits schuiframen. Het is vooral het casco, in het bijzonder de voorgevel en het schilddak met nokschoorstenen, dat van bouw- en architectuurhistorisch belang is en het pand tevens tot een beeld- en structuurbepalend onderdeel van het beschermde stadsgezicht maakt. De bescherming geldt uitsluitend het casco (exterieur en constructie). Exterieur: Winkel-woonhuis met drie bouwlagen. Het voorste deel heeft een zolder onder een, met nieuwe zwarte geglazuurde Hollandse golfpannen gedekt, dwars geplaatst schilddak met hoekschoorstenen (dwarskap). Het achterste deel had oorspronkelijk een schilddak, die in de twintigste eeuw is vervangen door een plat dak. De uit omstreeks 1800 daterende voorgevel is in roodbruine baksteen opgetrokken en wordt beëindigd door een geprofileerde gootlijst op klossen en een geprofileerde kroonlijst. Het metselwerk is van een snijvoeg voorzien. In het metselverband zijn smokkelkoppen verwerkt. De begane grond is circa 1900 voorzien van een winkelpui in neorenaissancestijl. Daarvan zijn ondanks een latere puivernieuwing de gecanneleerde pilasters behouden gebleven. De eerste verdieping heeft drie vensters met twintigste-eeuwse stolpramen die door een dun kalf van de bovenramen worden gescheiden. De tweede verdieping heeft drie vensters met stolpramen. Vóór deze ramen zijn negentiende-eeuwse gietijzeren sierhekjes geplaatst. Daar de kozijnen geprofileerd zijn (kwart rond hoekprofiel) en inboetingen van vroegere schuiframen hebben, kunnen ze nog uit de oorspronkelijke bouwtijd van circa 1800 dateren. De vensters hadden toen wellicht schuiframen met kleine ruiten. De vensters worden door anderhalfsteens hanenkammen ontlast. In de westelijke zijgevel bevindt zich nog een achttiende-eeuws venster met een kalf en kleine ruiten in het bovenlicht en in de oostelijke zijgevel bevindt zich een venster met een achttiende-eeuwse onderdorpel. De achtergevel is op de begane grond uitgebroken. De eerste verdieping is opgetrokken van rode baksteen en kan uit de zeventiende eeuw dateren (kop-klezoor). Deze gevel heeft twee vensters uit circa 1800 met laat-negentiende-eeuwse T-schuiframen en een smalle deur. De vensters zijn in 1800 ingebroken en de deur in de twintigste eeuw. De tweede verdieping is in gele baksteen opgetrokken en heeft drie vensters met T-schuiframen. Interieur: De verdieping heeft een voor- en een achterkamer die door het trappenhuis, keukentje en badkamer van elkaar worden gescheiden. De voorkamer op de eerste verdieping is waarschijnlijk het resultaat van een samentrekking van verschillende ruimten, waarbij de twintigste-eeuwse schouw is ge- of verplaatst. De balklaag is aan het zicht onttrokken. De achterkamer van de eerste verdieping heeft een achttiende-eeuwse balklaag en een schouw van omstreeks 1900. De voorkamer van de tweede verdieping heeft een achttiende-eeuwse balklaag. De achterkamer van deze verdieping heeft geen monumentale waarden. De dwarskap van het voorhuis heeft grenenhouten spanten van circa 1800. Aan de achterzijde is een dakkapel geplaatst.