Slagerspand met bovenwoning uit 1936 naar ontwerp van de Leeuwarder architect Joh. Boonstra. In de negentiende eeuw al bevond zich op deze plek een vleeshouwerij. Archiefstukken maken duidelijk dat er van 1887 tot 1921 bovendien een rokerij en zouterij van vlees voor de firma J.S. de Vries waren ondergebracht. In 1933 was de slager B. Stoffels in dit pand gevestigd. De namen De Vries en Stoffels blijven met het pand verbonden. In 1936 is het pand in opdracht van de firma J.S.B. de Vries en N.J. Stoffels in- en uitwendig ingrijpend verbouwd door Joh. Boonstra, architect van onder meer het ook in de binnenstad gesitueerde Hofwijk-complex aan de Grote Kerkstraat. In feite betrof het (nagenoeg) volledige nieuwbouw, waarbij het pand het huidige aanzien kreeg. Een slagerij is het gebleven tot in de jaren-1980. Het in de stijl van de Delftse School gebouwde pand is inwendig ingrijpend verbouwd en verheeld met de panden Grote Hoogstraat 16 en 18. De bescherming geldt het exterieur, vooral het vooraanzicht. Exterieur: Pand, opgetrokken vanuit een rechthoekige plattegrond, met drie bouwlagen onder een met gesmoorde pannen gedekt zadeldak (het voorste deel van ongeveer 5 meter) en een plat dak (het volume daar achter). De in 1936 gebouwde voorgevel is van het type tuitgevel en heeft een symmetrische indeling. De gevel is opgetrokken in schone baksteen met een verdiepte lintvoeg en een platvol gevoegde stootvoeg. De begane grond bevat een onder een dunne betonnen latei staande, houten winkelpui die tussen de delen van gepolijste natuursteen is ingevuld met een winkeldeur en een winkeletalage, waarvan de oorspronkelijke klapramen in de bovenlichten zijn vervangen. De eerste verdieping bevat een breed, driedelig venster met afgeronde penanten, latei en lekdorpel van kunststeen (beton). Het brede middenraam wordt aan weerszijden geflankeerd door een smaller, schuin geplaatst zijraam. De ramen waren oorspronkelijk van staal. Op de tweede verdieping bevindt zich een eveneens driedelig, maar minder groot venster met afgeronde penanten, latei en lekdorpel van kunststeen (beton). Ook hier zijn de stalen ramen vervangen door houten ramen. De blinde geveltop met schouders en tuit is voorzien van kunststenen (betonnen) deklijsten en een uitkragend blok in het midden.