Keistraat 1
Hoeve (XIX A) met oude roedenverdeling en luiken.
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Historie en ligging: Aan de zuidzijde van de Pastorieweg, net buiten de dorpskern, bevindt zich de vrij gaaf bewaarde pastorie van de Hervormde Kerk te Geesteren. De op enige afstand van de weg gelegen pastorie werd in 1857 gebouwd naar ontwerp van de Zutphense opzichter van Waterstaat B. Berkhout ten behoeve van Ds. J.D. Maaldrink. De pastorie vertoont dan ook kenmerken van de zogenaamde Waterstaatsstijl. Dit was nog duidelijker herkenbaar voordat ca. 1910-1915 de topgevel van de middenrisaliet gewijzigd werd waarbij het klimmende fries verwijderd werd en de gevel van een tuitgevel in een puntgevel veranderde. Reeds in februari 1856 werden de plannen met bestek en begroting van de architect Berkhout goedgekeurd op een bedrag van f 6.350,-. De aanbesteding volgde in november 1856 en de laagste inschrijver met f 5.065,- was de timmerman J. Florijn met als mede-aannemers de metselaar G. Florijn en H.J. Florijn, allen uit Geesteren. Op 18 maart 1857 werd de eerste steen gelegd door D.M. Maaldrink, de tweede zoon van de dominee. Het toezicht op de bouw was in handen van de architect. Op 27 september 1857 werd de pastorie opgeleverd. De nieuwe pastorie werd gebouwd op een terrein waar zich van oudsher al de pastorie van Geesteren bevond. Deze oude pastorie, die zich waarschijnlijk op de plaats van het huidige grasperk voor het huis bevonden moet hebben, werd hij de bouw van de nieuwe pastorie afgebroken. Aan de zuidkant van het terrein werd de aanwezige gracht in zuidelijke richting verlegd waardoor het perceel vergroot werd. De pastorie werd ook voorzien van een, nu verwijderde doch bewaard gebleven, smeedijzeren klokkenstoel met touw en windvaan. In de pastorie bevindt zich nog een luidklok die zich vermoedelijk oorspronkelijk in de klokkenstoel bevond. Deze klok die mogelijk nog afkomstig is van de oude pastorie vermeldt op de rand de tekst ‘Soli Deo Gloria’ en het jaartal ‘AD 1752’. De iets verhoogd gelegen pastorie wordt omgeven door een smalle, met bomen omzoomde, gracht. Aan de zijde van de weg bevindt zich een inrijpoort met een dubbel giet- en smeedijzeren draaihek geplaatst tussen twee gietijzeren gecanneleerde kolommen bekroond door pijnappels en voorzien van kantstukken. Het statige karakter van het huis wordt verder versterkt doordat het huis dicht tegen de achtergrens van het perceel geplaatst is en aan de voorzijde van het huis een bijna cirkelvormige oprijlaan met een plantsoen met rododendrons is aangelegd. In de tuin vallen verder twee oude platanen op. Plattegrond en opbouw: Het pand is gebouwd op een rechthoekige plattegrond en heeft één bouwlaag onder een afgeplat schilddak gedekt met rode Muldenpannen dat doorsneden wordt door een tweelaagse bouwmassa onder een zadeldak met de nok haaks op de weg gedekt niet rode Tuile du Nordpannen. In het linker dakschild van het schilddak bevindt zich een lage bakstenen schoorsteen. Tegen de rechter zijgevel van het zadeldak bevinden zich twee het dakschild doorbrekende gemetselde schoorsteenkanalen. Het pand is opgetrokken in rode baksteen, gemetseld in kruisverband. De gevels met uitzondering van de middenrisaliet en de achtergevel worden afgesloten door een hoofdgestel bestaande uit een architraaflijstje, een vlak gepleisterd fries, en geprofileerde gekorniste bakgoot op klossen. De pastorie heeft een omlopende gepleisterde grijs gesausde plint. Aan de achterzijde van het pand bevindt zich een aangebouwde éénlaagse garage onder een zadeldak gedekt met rode Muldenpannen. Voorgevel: De symmetrisch ingedeelde voorgevel is vier traveeën breed waarbij de tweede en derde travee samen een licht uitspringend middenrisaliet vormen. Op de hoek van de voorgevel en de risaliet bevinden pilasters met een verdiept rechthoekig paneel. De tweelaagse middenrisaliet heeft op de verdieping eveneens pilasters ter halverhoogte van die op de begane grond. Het metselwerk zet boven deze pilasters langs de schuine zijden van de puntgevel en vormt hier een spitsboog. De begane grond bezit twee door een strek afgesloten vensters die ieder voorzien zijn van een enkelruits schuifraam. Vermoedelijk bevonden zich oorspronkelijk in alle vensters schuiframen met een zesruits indeling zoals op de verdieping nog te zien is. De verdieping bezit twee grote rondboogvensters die afgesloten worden door in gele baksteen uitgevoerde rondbogen en ieder voorzien zijn van een zesruits schuifraam. In de geveltop bevindt zich een rond zoldervenster met een gietijzeren margrietraam. De éénlaagse zijtraveeën bezitten ieder een door een strek afgesloten venster met een enkelruits schuifraam. Linker zijgevel: De linker zijgevel van de hoofdbouwmassa is symmetrisch ingedeeld en bezit zowel links als rechts een door een strek afgesloten venster met een enkelruits schuifraam. In het midden bevindt zich in de gevel een stichtingssteen met de tekst: OP DEN 18 MAART IS / DE EERSTE STEEN VAN DEZE PASTORIE / GELEGD DOOR / D.M. MAALDRINK. Op enige afstand boven de steen bevindt zich een klein getralied, door een strek afgesloten, venster. De links gelegen gevel van de aangebouwde garage heeft links een door een rollaag afgesloten venster met een enkelruits raam en rechts een door een rollaag afgesloten deur met glasruit. Achtergevel: De achtergevel bezit op de begane grond zowel links als in het midden een door een strek afgesloten venster met een enkelruits schuifraam. De verdieping bezit twee door een strek afgesloten vensters die beide voorzien van een zesruits schuifraam. In de geveltop bevindt zich een rond venster voorzien van een gietijzeren margrietraam. Tegen de rechter travee van de gevel is een garage aangebouwd. De westgevel van de aanbouw bezit links een door een rollaag afgesloten eenvoudige deur met een hieraan gekoppeld raam. Rechts bevinden zich door een rollaag afgesloten dubbele openslaande deuren. Rechter zijgevel: De nagenoeg symmetrisch ingedeelde rechter zijgevel van het pand bezit zowel links als rechts een door een strek afgesloten venster met een enkelruis schuifraam. Iets rechts van het midden bevindt zich de door een strek afgesloten entree van de pastorie. Deze is voorzien van een hardstenen stoep en heeft een dubbele paneeldeur met in elke deur een raam waarvoor een smeedijzeren traliewerk geplaatst is en aan de bovenzijde van de deur drie kleine ruitjes. Hierboven bevindt zich een tweeruits bovenlicht. Interieur: Het interieur bezit nog verschillende waardevolle onderdelen uit diverse perioden. De gang bezit een tegelvloer met tegels in de kleuren zwart, grijs, wit en oker. Daarnaast bezit de gang een geschilderde lambrisering waarbij houten panelen geïmiteerd zijn. Zowel boven de lambrisering als onder de olijfkleurige geschilderde band die de wanden afsluit, bevindt zich een met behulp van een sjabloon geschilderd friesje. Deze schilderingen dateren mogelijk nog uit het Interbellum, maar kunnen ook in meer recente tijd zijn aangebracht. De paneeldeuren in het pand zijn merendeels bewaard gebleven. De rechter achterkamer heeft een houten schoorsteenmantel met consoles. De aan de achterzijde gelegen keuken bezit onder meer nog een oorspronkelijke schouw en een kastenwand. De in de middenrisaliet gelegen voorkamer bezit twee fraaie niervormige vensterzitjes (letterlijk vensterbanken) links en rechts ondersteund door een vaasvormig console en voorzien van armleuningen in de vorm van voluten met acanthusbladmotieven. De betreffende vensters zijn voorzien van binnenluiken.
| Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
|---|---|---|---|---|
| Pastorie | – | – | Oorspronkelijke functie | – |
| Woonfunctie | Religieuze gebouwen | – | Huidige functie | – |
| Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Pastorieweg | 20 | – | 7274AS | – | – | – | – |
Hoeve (XIX A) met oude roedenverdeling en luiken.
Hoeve (XIX A), ten dele vernieuwd, met achterbaander.