Historie en ligging: Het historisch gegroeide boerderijcomplex “Nijhof” bestaat uit een hallehuisboerderij en een bijschuur. Het achterhuis van de boerderij dateert uit de tweede helft van de 19de eeuw. Het voorhuis is in 1931 in- en uitwendig vernieuwd, De schuur dateert gedeeltelijk uit de tweede helft van de 19de eeuw en heeft aan de achterzijde een moderne uitbreiding. Het complex bevindt zich in het agrarische buitengebied ten noorden van Geesteren, ongeveer halverwege naar Gelselaar, en is gesitueerd aan de zuidzijde van de Horstweg. De Horstweg is een langgerekte oostwestverbinding tussen de doorgaande wegen Nettelhorstweg (Borculo-Lochem) en Esweg (Geesteren-Gelselaar). Het bebouwingspatroon van de Horstweg bestaat uit verspreid liggende boerderijen aan weerszijden van de weg. Vooral de boerderijen in het oostelijke deel van de Horstweg vormen samen een karakteristieke agrarische buurtschap. Boerderij “Nijhof” staat met de nokrichting van het wolfdak evenwijdig aan de Horstweg en is met het woongedeelte naar het westen gericht. De meer achter op het erf geplaatste schuur staat met de nokrichting van het wolfdak loodrecht op de Horstweg. De schuur heeft in de huidige vergrote vorm een met de boerderij vergelijkbaar bouwvolume. Boerderij: Plattegrond en opbouw: Vanuit rechthoekig grondplan opgetrokken hallehuisboerderij onder wolfdak. Het dak is opgewipt ter plaatse van het voorhuis, dat ten opzichte van het bedrijfsgedeelte iets hoger is opgetrokken. De dakschilden van het voorhuis zijn gedekt met gesmoorde Muldenpannen en wateren af zonder goten. De enigszins ingeknikte dakschilden van het achterhuis zijn gedekt met rode oud-Hollandse pannen. Eén lange zijde is ten behoeve van een mestvaalt voorzien van een niet oorspronkelijke mastgoot. De schuine zijden van het dak zijn voorzien van houten windveren. Ter plaatse van het voorhuis steekt een schoorsteen door de nok De bakstenen gevels zijn in kruisverband gemetseld. Alleen de gevels van het voorhuis hebben een trasraam. De gevelopeningen worden afgesloten door bogen (achterhuis) en rollagen (voorhuis). Voorgevel: De asymmetrisch ingedeelde voorgevel heeft op de begane grond drie 6-ruits schuifvensters (twee formaten) met luiken, een kelderlicht en een ingang. De afsluitende rollagen zijn uitgemetseld aan de bovenzijde. Het 2-ruits kelderlicht bevindt zich onder het linker venster. De ingang hiernaast bestaat uit een paneeldeur onder 2-ruits bovenlicht. Naast de voordeur bevindt zich een gedenksteen met het opschrift: ‘G.J. E.’ (Gerrit-Jan Ebbekink). Ongeveer ter hoogte van de zoldervloer is in het midden van de gevel een rechthoekig veld uitgespaard waarin het opschrift: ‘NYHOF’ en ‘1931’. De cijfers van het bouwjaar zijn in de hoeken van het verdiepte veld geschilderd. Onder het wolfeind bevinden zich twee lage zoldervensters met elk een 2-ruits valraam. Linker zijgevel: De linker zijgevel heeft ter plaatse van het woongedeelte twee gekoppelde 6-ruits schuifvensters met luiken. In aansluiting op het voorhuis bevindt zich in het bedrijfsgedeelte achtereenvolgens een ingang met zijraam, een getoogde mestdeur, een 2-ruits rechthoekig stalraam, een getoogde mestdeur en eenzelfde stalraam. De deuren zijn samengesteld uit kraaldelen. Achtergevel: De nagenoeg symmetrisch ingedeelde achtergevel heeft in het midden een korfboogvormig afgesloten onderschoer met rechte deeldeuren en middeler. Aan weerszijden van de onderschoer bevindt zich een klein rondboograam en een korfboogvormig afgesloten mestdeur (aan de linker zijde twee stuks). De korfboog van de onderschoer heeft gepleisterde geboorte en sluitstenen. Rechter zijgevel: De rechter zijgevel heeft ter plaatse van het woongedeelte een 6-ruits schuifvenster met luiken. In het bedrijfsgedeelte bevinden zich vier 2-ruits stalramen (recht en getoogd) en twee getoogde mestdeuren. De deuren zijn samengesteld uit kraaldelen. Interieur: De indeling van het voorhuis bestaat uit een grote woonkamer in de middenbeuk, een kelder/opkamer, een keuken en een waskamer in de linker beuk, twee slaapkamers in de rechter beuk. Het interieur is grotendeels intact bewaard gebleven, met elementen zoals paneeldeuren, betegelde schouwen, enkelvoudige balklagen en een vitrinekast. In het bedrijfsgedeelte ondersteunen drie ankerbalkgebinten de kap. De hildes zijn uitgevoerd in kraaldelen. Schuur: Plattegrond en opbouw: Gemetselde rechthoekige schuur onder wolfdak met de nokrichting loodrecht op de weg. Het wolfdak heeft windveren van trespa, is gedekt met gesmoorde golfpannen en watert af zonder goten. Gevels: De bakstenen gevels zijn in kruisverband (oude gedeelten) en in halfsteensverband gemetseld (nieuwe gedeelten). De korte voorgevel aan de straatzijde heeft in het midden hoge rechtgesloten deeldeuren, geflankeerd door een opgeklampte staldeur. Rechts hiervan bevindt zich een 6-ruits venster onder rollaag. Links van de deeldeuren bevinden zich twee stalramen met spinnekop. Het bovenste gedeelte van de voorgevel is met planken verticaal beschoten. Beide zijgevels hebben getoogde stalramen (6-ruits of spinnekop) en boogvormig afgesloten mestdeuren. Het moderne gedeelte bezit enkele 2-ruits rechthoekige stalramen, rechtgesloten staldeuren en een zolderluik. Interieur: Het interieur van de schuur is op onderdelen gewijzigd en voorzien van een verlaagde zoldervloer.