Hengstegoor
"Hengstegoor". Saksische hoeve met dwars woongedeelte. Jaarankers 1777. Mooie woonkeuken. Zandstenen put.
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Typering: Historisch gegroeid boerderijcomplex “Steenblik”, bestaand uit een boerderij van het krukhuistype die in 1893 werd gebouwd met hergebruik van een, waarschijnlijk uit de 17de eeuw daterende eiken ankerbalkgebintconstructie. Bij de boerderij een bakhuisje en een uit de 18de eeuw daterende waterput. Historie en ligging: De boerderij is in 1893 gebouwd ter plaatse van een oude voorganger. De huidige eiken ankerbalkgebinten dateren vermoedelijk uit de 17de eeuw en het is aannemlijk dat deze afkomstig zijn van de voorganger van de huidige boerderij. Van deze voorganger resteert verder nog de waterput uit 1744. Het bakhuisje werd waarschijnlijk in de vroege 20ste eeuw aan het complex toegevoegd. Het complex bevindt zich in het agrarische buitengebied ten noorden van Geesteren en even ten zuiden van de globaal in oost-westelijke richting door het gebied lopende Bolksbeek. Hiermee ligt het complex ongeveer midden tussen Geesteren en het meer noordelijk gelegen Gelselaar. Het complex bevindt zich aan de zuidzijde van de in oost-westelijke richting lopende Horstweg. De Horstweg vormt daarmee een verbinding tussen de doorgaande wegen Nettelhorstweg (tussen Borculo en Lochem) en Esweg (tussen Geesteren en Gelselaar). Daarbij heeft het westelijke deel van de Horstweg een geheel recht verloop, terwijl het oostelijke gedeelte een meer meanderend karakter heeft. De Horstweg kent enkele verspreid liggende boerderijen aan weerszijden van de weg. Daarmee vormt met name het oostelijke deel van de Horstweg het kenmerkend agrarisch buurtschap De Horst, waartoe ook “Steenblik” kan worden gerekend. Boerderij “Steenblik” is evenals diverse andere boerderijen binnen het buurtschap, met het achterhuis naar de Horstweg gericht. Het woongedeelte ligt daarmee aan de zuidzijde. Het bakhuisje ligt aan de westzijde naast het woongedeelte. De oude waterput ligt direct ten noordwesten van het bakhuisje. Het erf ligt aan de noordzijde van de oude Geesterense Es, ten noorden van het dorp. Deze es werd omgeven door een hele reeks oude erven, wat ook de ouderdom van de gebinten kan verklaren. Beschrijving: Plattegrond en opbouw: Hallehuisboerderij van het kruktype op L-vormig grondplan, waarbij het woongedeelte aan de oostzijde uitsteekt. Het woongedeelte heeft een met gesmoorde Oudhollandse pannen gedekt schilddak. De nok van dit dak ligt op dezelfde hoogte als het hierop aansluitende zadeldak met wolfeind van het achterhuis. Bij dit dak is het bovenste deel rietgedekt. De onderste delen van de dakvlakken zijn met gesmoorde Oudhollandse pannen gedekt. De dakvlakken sluiten met windveren en dekstukken aan op de achtergevel. Het achterhuis heeft een nokafdekking met gesmoorde rietvorsten. Aan de noordzijde wordt de nok afgesloten met een driehoekig uilengat met een vernieuwd makelaar. Ter plaatse van de overgang tussen voorhuis en achterhuis is op de nok een schoorsteen aanwezig. Alle dakvlakken waren uitgevoerd zonder goten, bij de verbouwing in 2014 zijn zinken mastgoten aangebracht. De sobere gevels zijn gemetseld in machinale baksteen in kruisverband met bij alle gevels een (vernieuwde) gepleisterde plint. De in de gevels aanwezige openingen worden bij het achterhuis met bogen afgesloten. Bij het voorhuis zijn strekken en rollagen toegepast boven de openingen. Gevels: Voorgevel (z.): De asymmetrisch ingedeelde voorgevel heeft geheel links een opvallend hoog geplaatst klein keldervenster onder een steens strek. In het kozijn met luiksponning zit een vierruits draairaam. Rechts van het keldervenster volgt een deuropening onder anderhalfsteens strek. In de openingen zit een (in 2014 opnieuw) vernieuwd kozijn met eveneens nieuw bovenlicht (als uitzetraam) met een zesruits roedenverdeling binnen de dubbele beglazing. De oudere opgeklampte en afgeplaatte deur is vernieuwd en naar buiten draaiend gemaakt. Rechts van de deur zitten twee vensters onder anderhalfsteens strekken. Beide openingen hebben kozijnen met luiksponningen en vernieuwde ramen met een tussendorpel en een 20-ruits roedenverdeling in de dubbele beglazing. Tussen deze vensters bevindt zich een gedenksteen met het opschrift: “CHVM 1893”. Direct onder de de dakrand zit midden tussen de beide grote begane grondvensters een klein zoldervenster onder een halfsteens rollaag. In de opening zit een kozijn met kraalprofiel en een drieruits valraam. Alle vensters hebben gepleisterde lekdorpels en de vensters in de eerste bouwlaag hebben vernieuwde opgeklampte luiken. Ter hoogte van de verdiepingsvloer zitten enkele eenvoudige staafankers. Rechterzijgevel (z.): De rechter zijgevel van het voorhuis heeft in de eerste bouwlaag in het midden twee vensters onder halfsteens strekken. Het smallere linker venster heeft een kozijn met luiksponning en een 8-ruits schuifraam. Het bredere rechter venster heeft eveneens een kozijn met luiksponning. In het kozijn zitten iets jongere (XXa) vierruits stolpramen. Geheel rechts zit een latere deuropening. In het midden van de gevel zit direct onder de dakrand een klein zoldervenster onder een halfsteens rollaag. In de opening zit een kozijn met kraalprofiel en een drieruits valraam. Alle vensters hebben gepleisterde lekdorpels en de vensters in de eerste bouwlaag hebben vernieuwde opgeklampte luiken. Ter hoogte van de verdiepingsvloer zitten enkele eenvoudige staafankers. De rechter zijgevel van het achterhuis heeft geheel links een zeer klein toiletvenstertje met aan de onderzijde een halfsteens rollaag. In de opening zit een ongeprofileerd kozijn. Verder heeft deze gevel een afwisseling van opgeklampte staldeuren onder halfsteens korfbogen en niet-oorspronkelijke tweeruits betonnen stalramen onder halfsteens segmentbogen. Het betreft in totaal drie deuren en vier vensters in een regelmatige verdeling. Linkerzijgevel (n.): De linker zijgevel loopt bij voorhuis en achterhuis in één lijn en op één hoogte door. In het woonhuis gedeelte zit geheel rechts een kelderlicht overeenkomstig het in de voorgevel aanwezige kelderlicht. Hierna volgen in het woongedeelte van rechts naar links een deuropening met vernieuwde deur, twee vensters met gepleisterde dorpels en vernieuwde ramen met vierruits roedenverdeling in de dubbele beglazing. Deze ramen zitten in vernieuwde kozijnen met een middenstijl. Alle vensters hebben vernieuwde opgeklampte luiken. In het bedrijfsgedeelte heeft de linker zijgevel kleine stalraampjes onder halfsteens segmentbogen en voorzien van ijzeren ramen met een T-vormige roedenverdeling. Deze vensters worden afgewisseld met vernieuwde staldeuren onder halfsteens segmentbogen. Het betreft in totaal drie vensters en drie deuren en een enigszins onregelmatige afwisseling. Achtergevel (o.): Het voorhuis heeft alleen boven het rechter dakschild van het achterhuis een achtergevel. Deze gesloten gevel heeft direct boven het dakvlak van het achterhuis een met de daklijn oplopende uitgemetselde laag. Ter hoogte van de verdiepingsvloer zit één eenvoudig staafanker. De achtergevel van het achterhuis heeft een symmetrische opzet met in het midden een onderschoer onder een anderhalfsteens korfboog met een sluitsteen met het opschrift: “1893”. Binnen het onderschoer een kozijn met houten schampklossen en opgeklampte deeldeuren met kraaldelen. Beide deuren hebben bovenin aan de scharnierzijde een tweeruits raampje. Aan weerszijde van het onderschoer zit een hooggeplaatst venstertje met een gepleisterde lekdorpel en een halfsteens rondboog met gepleisterde aanzet- en sluitstenen. In beide openingen een ijzeren raam met roedenverdeling. In de zijbeuken heeft de achtergevel aan beide zijden een met kraaldelen opgeklampte staldeur onder een steens korfboog met gepleisterde aanzet- en sluitstenen. Tussen de linker staldeur en de linker gevelhoek bevindt zich nog een later toegevoegd betonnen stalraam met bakstenen lekdorpel onder een halfsteens segmentboog. De gevel sluit onder het wolfeind af met een zaagtandlijst. Boven het onderschoer bevindt zich een niet-oorspronkelijk naambord met de tekst “Steenblik”. Interieur: De boerderij heeft in het achterhuis een constructie met vier eiken ankerbalkgebinten met gekromde korbelen en windschoren. Bij de uitbreiding van het woongedeelte in 2014 zijn drie van de vier gebinten in het woongedeelte komen te staan. Het achterhuis is daarmee nog één gebintvak diep. Op enkele onderdelen van de gebinten zijn gekraste merken aanwezig. Deze constructie dateert mogelijk uit de voorganger van de huidige boerderij en heeft waarschijnlijk een 17de-eeuwse oorsprong. Het voorste gebint staat tegen de brandmuur. Over de gebinten liggen rondhouten slieten. De gebinten ondersteunen een overwegend met rondhouten sporen uitgevoerde dakconstructie. Verspreid komen enkele (oudere) gekantrechte eiken sporen voor. De sporenparen zijn met haanhouten verbonden. Het voorhuis heeft een zeer eenvoudige kap met rondhouten sporen met haanhouten. Zowel bij het voorhuis als het achterhuis zijn bij de pannengedekte delen zogenaamde strodokken toegepast en nog gedeeltelijk aanwezig. Het voorhuis heeft een verdiepingsvloer met enkelvoudige balklaag met kraalprofielen. Het voorhuis heeft een grote woonkamer met tegen de achterwand een stookplaats met hangende boezem met geprofileerde bordenlijst. Tegen de achterwand van de stookplaats zijn wandtegels met gestileerde bloemmotieven uit de bouwtijd aanwezig. De onderste strook is zwart gepleisterd met een ijzeren haardplaat. De stookplaats wordt geflankeerd door een houten pilaster (rechts) en een later aangebrachte gemetselde kast (links). Deze kamer bestond uit een vloer van gesmoorde plavuizen in halfsteens verband en een plint van tegels met gestileerde bloemmotieven en is vervangen door een hardstenen tegel van dezelfde maat. Rechts van de stookplaats zit in de achterwand een muurkast met gepaneelde deuren en glasdeuren. Rechts van de woonkamer bevonden zich twee kleinere kamers, die zijn samengevoegd en via een muuropening met de woonkamer zijn gekoppeld. Links van de woonkamer ligt de met een korfboog overwelfde, vrijwel volledig boven het maaiveld gelegen kelderruimte. De kelder heeft een bakstenen vloer. Achter de kelder liggen in de linker zijbeuk een bijkeuken en keuken met jongere afwerkingen. De bijkeuken bevindt zich binnen een oudere structuur. De keuken behoorde tot een latere aanleg en is tijdens de laatste verbouwing vergroot. In het woongedeelte zijn diverse oorspronkelijke deuren met spiegelklampen en geprofileerde omlijstingen bewaard gebleven. Verschillende vensters hebben nog oorspronkelijke omlijstingen. Het achterhuis kende, aansluitend op het voorhuis een later afgescheiden gedeelte met een bergruimte en een gang. Boven dit gedeelte was een latere balklaag aanwezig die lager lag dan de ankerbalken. De rechter zijbeuk had direct aansluitend op het voorhuis een kleine toiletruimte. De verdere invulling binnen beide zijbeuken was, behoudens de nog aanwezige hildezolders van latere datum en niet van historische waarde. Zowel de deel als de zijbeuken hebben jongere betonvloeren met hierin opgenomen voergoten en ondiepe gruppen. Bakhuisje: Ten westen van het voorhuis staat een rechthoekig bakhuisje onder een met rode oude holle pannen (tot voor kort: metalen golfplaten) gedekt zadeldakje met de nok parallel aan de nok van het achterhuis. De dakvlakken sluiten met vernieuwde windveren en dekstukken (2012) aan op de gevels. Boven de achtergevel staat op de nok een schoorsteen een bekroning van uitgemetselde baksteenlagen. Het bakhuisje heeft in machinale baksteen in halfsteens verband gemetselde gevels met een gepleisterde plint. De voorgevel (n.) heeft een met kraaldelen opgeklampte deur onder een halfsteens segmentboog. Naast de deur en in het midden van beide zijgevels zijn 6-ruits ijzeren ramen onder halfsteens segmentbogen aanwezig. De achtergevel (z.) heeft geen openingen. Het bakhuisje heeft een dakconstructie met twee grenen A-spanten met ter hoogte van de muurplaten een trekbalk. Tegen het midden van de achterwand bevindt zich in het ongedeelde interieur een schouw met houten omlijsting. De brede gemetselde schouw gaat boven de trekbalken zonder overgang over op het rookkanaal. Binnen de stooknis is een gepleisterd rookkanaal met rookgasaansluiting gebouwd. Dit element heeft geen historische waarde. Waterput: De ten noordwesten van het bakhuisje gelegen waterput bestaat uit een in segmenten opgebouwde bovengrondse ring van Bentheimer zandsteen. Aan de noordzijde is het jaartal “1744” ingekrast. In de bovenrand is nog ouder ijzerwerk aanwezig, mogelijk behorend bij een niet meer aanwezige houten haalboom. Erf/tuin/groenelementen: Ten zuiden van het voorhuis bevindt zich een door een haag omzoomde siertuin met naast de voorgevel drie leilinden. Verder bevinden zich op het erf een eik en verschillende (knot)wilgen, alsmede de nodige jongere singelbegroeiing. Direct ten oosten van het achterhuis bevindt zich een mestplaats met gepleisterde wanden (niet beschermenswaardig). Verder bevinden zich ten oosten van de boerderij twee, niet beschermenswaardige opstallen met betonnen wanden en golfplaten daken. Ten zuiden van de boerderij is nog een kippenhok met gemetselde gevels en een golfplatendak aanwezig.
| Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
|---|---|---|---|---|
| Waterput | – | – | Oorspronkelijke functie | – |
| Los object | Voorwerpen op pleinen en dergelijke | – | Huidige functie | – |
| Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Horstweg | 1 | – | 7274GE | – | – | – | – |
"Hengstegoor". Saksische hoeve met dwars woongedeelte. Jaarankers 1777. Mooie woonkeuken. Zandstenen put.
"Wanninkhof". Gave Saksische hoeve (XVIII). In de achtergevel ankers 1797. Mooie woonkeuken.
Monumentale Saksische hoeve, waarvan de stichting teruggaat tot het midden van de 15e eeuw. Woongedeelte in huidige vorm 1841, deel 1864. Tegen het woonhuis een endkamer. Bakhuis 1869, achterzijde verlengd 1903, schuur op het erf: 1876.