Molenweg 13
Molen, oorspronkelijk 1860, herbouwd 1903.
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Ligging en (bouw)historie: Het kookhuisje/varkensschuurtje maakt deel uit van een historische boerenerf, gelegen aan de rand (zuidwestelijke rand) van de oude dorpskom van Geesteren. Het dorp Geesteren met haar indrukwekkende middeleeuwse dorpskerk en nog diverse historische en betrekkelijk gaaf bewaard gebleven boerenhuizen bezit nog een behoorlijk goed herkenbare historische structuur en karakteristiek, waarbinnen het erf met bebouwing van Brinkweg 6 als dorpsrandbebouwing een belangrijke rol speelt. Wanneer men Geesteren via de Molenweg aan de zuidwestzijde nadert bepaalt de aan de dorpsrand gelegen boerderij met haar steile kap en markante voorgevel in combinatie met de bijgebouwen en monumentale laanbeplanting in hoge mate het beeld van de omgeving. Hoofdonderdeel van het erf vormt de hallehuisboerderij met haar steile hoog oprijzende kap en op het zuiden gerichte voorgevel. De toegang tot het erf verloopt via een met monumentale eiken beplante korte oprijlaan ter hoogte van het beschermde brandspuithuisje aan de Brinkweg. De licht gebogen verlopende laan komt uit op een met keitjes bestraat erf, waaraan de naar het westen gerichte kopgevel van het koetshuis/schuur (een driebeukige rechthoekige schuur met een met pannen gedekt wolfdak) is gesitueerd en rechts daarvan de naar het noorden gerichte achtergevel met bedrijfsdeuren van de forse hallehuisboerderij met steil zadeldak met wolfeind boven de voorgevel. Het hier beschreven kookhuis/varkensschuurtje staat rechts naast de boerderij (aan de oostzijde) is net als de boerderij met haar voorgevel gericht naar het zuiden. Voor de voorgevels van de boerderij en het kookhuis en de linker zijgevel van de boerderij ligt een door hagen omgeven moestuin en siertuin, met daarvoor weer weiland. Het exterieur met haar metselwerk met trasraam en detailleringen oogt vroeg 20ste-eeuws, maar de gebint- en kapconstructie en elementen van het voorhuisje (o.a. schouwlijst) zijn van een hogere ouderdom (eerste helft 19de eeuw?). Het gebint is getuige de zichtbare pengaten een keer uit elkaar genomen en herbouwd in een iets gewijzigde vorm. Deze gegevens kloppen met de feiten: Het kookhuisje stond immers voor 1900 aan de westzijde van de boerderij en is in 1901 tegelijkertijd met de nieuwe ommetseling van de boerderij (die een houtconstructie bezit uit 1762!) verplaatst en herbouwd op de huidige plaats. Het huisje lijkt wat betreft haar hoofdvorm en detaillering op een kleine keuterij, met in de eerste twee gebintvakken het voorhuis met een centrale ruimte met schouw tegen de achterwand en links een zijkamer. Rechts van de middenkamer bevindt zich een zijbeuk van de stalruimte. Deze driebeukige stalruimte is drie gebintvakken diep en bezit aan de zijde van de achtergevel in het laatste gebintvak over de gehele breedte een voormalige varkensstalling met in de noordgevel drie staldeurtjes. De gebinten ondersteunen een sporenkap met haanhouten. In de zuidgevel bevinden zich woonhuisvensters en een deur met bovenlicht naar de middenkamer, in de beide lage zijgevels een deur die uitkomt in de stalruimte. Plattegrond, opbouw en kap: Het gebouwtje heeft een rechthoekige plattegrond met een driebeukige indeling, en een opbouw bestaande uit één lage bouwlaag onder een schilddak aan de zuidzijde overgaand in een zadeldak met wolfeind. Deze thans onbeschoten sporenkap is gedekt met rode oud Hollandse pannen met bijbehorende nok- en kepervorsten. Binnen is in het dak nog tussen de pannen een aantal stropoppen bewaard gebleven. Goten ontbreken (alleen een kort mastgootje is aanwezig boven de deur in de westgevel) en de kap bezit aan de zuidzijde boven de schuine geveleinden windveren. Een bij de schouw behorende schoorsteen is thans bovendaks niet meer aanwezig. Voorgevel: De voorgevel is opgetrokken in een rode machinale baksteen in kruisverband met een door een doorgaande rollaag afgesloten trasraam. Boven de venster- en deuropeningen bevinden zich strekken. In het middenvlak van de gevel bevindt zich een links een deurkozijn met strokendeur en 3-ruits bovenlicht en rechts een venster met een jonger vast 9-ruits raam met glaslatten (tweede helft 20ste eeuw) en een zandstenen lekdorpel. In de beide gevelhoeken bevindt zich een klein venster met een ouder kozijn met luiksponning en een 4-ruits draairaampje, ook met zandstenen lekdorpels. Het linker kozijntje heeft getuige sporen in de stijlen oorspronkelijk een schuifraampje bezeten. In de gevel verder drie staafankers. Rechter zijgevel: De rechter zijgevel is opgetrokken in dezelfde steen als de voorgevel in kruisverband met trasraam en bezit in het midden een deurkozijn, waarvan de bovendorpel wordt gevormd door de muurplaat. In het kozijn met neuten een opgeklampte deur. Links in de gevel bevindt zich eenzelfde klein venster als in de hoeken van de voorgevel, echter met een enkelruits raam. Linker zijgevel: De linker zijgevel is wat betreft haar metselwerk en detaillering gelijk aan de rechter zijgevel. Hier bevindt zich alleen een deur in de middenas, op dezelfde wijze opgezet en gedetailleerd als de deur van de rechter zijgevel. Achtergevel: De naar het noorden gekeerde achtergevel is ook opgetrokken in dezelfde baksteen als de overige gevels inclusief trasraam. In deze gevel bevinden zich regelmatig over het gevelvlak verspreid drie opgeklampte naar buiten draaiende staldeuren in een korfboogopening. Tussen deze staldeurtjes bevinden zich twee hoog geplaatste stalvensters met een segmentboogje en een getoogd 2-ruits stalraampje. Interieur: In het interieur bevinden zich nog belangrijke restanten van de historische ankerbalkgebintconstructie. Deze constructie bestaat uit 4 in het voorhuisgedeelte niet meer complete gebinten. Op de gebinten zijn gehakte telmerken, die duidelijk maken dat de reeks niet meer in de oorspronkelijke volgorde staat. Het zuidelijke gebint bezit nummer I, het daarop volgende gebint bezit nummer IIII. De gebintplaten zijn bij de herbouw aangepast, want hierin zijn pengaten van oudere windschooraansluitingen zichtbaar. De kapconstructie bezit nog gekantrechte eikenhouten sporenparen met haanhouten, halfhouts in de sporen ingelaten. In de middenkamer met gepleisterde wanden bevindt zich rechts tegen de achterwand een brede boerenschouw met een rijk geprofileerde schouwlijst (bordenlijst) rond de onderzijde van de boezem. Daar links naast een oud deurkozijn met een opgeklampte deur. Het plafond van de kamer bestaat uit een enkelvoudige balklaag met zoldervloerdelen. In de zijwanden van deze kamer voorts twee oude geprofileerde deurkozijnen met oude opgeklampte deuren.
| Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
|---|---|---|---|---|
| Kookhuisje | – | – | Oorspronkelijke functie | – |
| Woonfunctie | Boerderijen molens en bedrijven | – | Huidige functie | – |
| Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Brinkweg | 6 | b | 7274AD | – | – | – | – |
Molen, oorspronkelijk 1860, herbouwd 1903.
Inleiding