Historie en ligging: Het vrijstaande woonhuis is gebouwd ca. 1925-1930 door aannemer Blankvoort in traditionalistische stijl. Blankvoort bouwde tevens de naastgelegen panden J.W. Hagemanstraat 74 en 78. Het huis is gelegen aan de J.W. Hagemanstraat, die voorheen de Groenloseweg geheten. De Groenloseweg was een van de belangrijkste uitvalswegen van Eibergen. Het pand maakt deel uit van een reeks vrijstaande, eenlaags woonhuizen, die allemaal zijn voorzien van topgevels en daken met de nokrichting haaks op de weg. De voorgevels zijn schuin geplaatst t.o.v. de weg en verspringen zo t.o.v. elkaar. Plattegrond en opbouw: Het woonhuis bezit een rechthoekig grondplan en één bouwlaag en een zolderverdieping onder een overstekend zadeldak. Aan de achterzijde bevindt zich een éénlaags uitbouw met balkon. Het zadeldak is gedekt met rode muldenpannen en is voorzien van zinken mastgoten en windveren die aan de onderzijde licht geknikt zijn. Aan de voor- en de achterzijde staan dichtbij de nokuiteinden gemetselde schoorstenen. In beide dakschilden bevindt zich een dakkapel die voorzien is van een aangekapt lessenaarsdak, windveren en een mastgoot. De dakkapel in het linker dakschild bezit en driedelig kozijn met drie 6-ruits ramen. De dakkapel in het rechter dakschild heeft een tweedelig kozijn met twee 6-mits ramen. Het pand bezit een met een rollaag afgesloten trasraam en is verder opgetrokken in rode baksteen. Trasraam en gevels zijn gemetseld in halfsteens verband. De vensters bezitten lekdorpels van schuin geplaatste bakstenen en worden aan de bovenzijde afgesloten met rollagen. Voorgevel: De asymmetrisch ingedeelde voorgevel heeft rechts de ingangspartij. Deze bestaat uit een houten paneeldeur met een verticale rij ruitjes en glas-in-lood zijlichten onder een houten luifel met geprofileerde lijst op bewerkte consoles. Boven de luifel is een bovenlicht met driedelig kozijn, eveneens voorzien van glas-in-lood. Het deurkozijn bezit hardstenen neuten en een hardstenen dorpel. Links van de voordeur bevindt zich een driezijdige erker met een stenen onderbouw en een driedelig kozijn met een groot raam geflankeerd door twee smalle ramen, alle voorzien van glas-in-lood bovenlichten. De erker wordt afgesloten met een geprofileerde kroonlijst. In het midden van de topgevel bevindt zich een venster met tweedelig kozijn en twee draairamen met glas-in-lood bovenlichten. Hierboven is een ruitvormig veld met metselmozaïek aangebracht. Linker zijgevel: De linker zijgevel is symmetrisch ingedeeld en bezit links en rechts een venster met tweedelig kozijn, ieder voorzien van twee draairamen en twee glas-in-lood bovenlichten. Boven de vensters bevindt zich een rij van vijf staafankers. Achtergevel: De asymmetrisch ingedeelde achtergevel bezit rechts vernieuwde, dubbele tuindeuren met glas-in-lood bovenlicht en luiken. Links hiervan is de aanbouw met plat. In de rechter zijgevel van de aanbouw bevinden zich een achterdeur met bovenlicht en een venster met 2-mits raam. Het plat wordt omgeven door een houten balkonhek en is toegankelijk via een houten deur met 6 ruiten. Rechts hiervan bevindt zich een venster met 6-mits stolpraam. In de geveltop is een ruitvormig venster aangebracht. Ter hoogte van de verdiepingsvloer bevindt zich een drietal staafankers. Rechter zijgevel: De rechter zijgevel is asymmetrisch ingedeeld en bezit links een venster met draairaain en glas-in-lood bovenlicht en rechts een venster van hetzelfde type als in de linker zijgevel. Het venster hiertussen is vermoedelijk later een aangebracht of gewijzigd. Interieur: In het interieur is de indeling van de gang met de trap rechts en de kamers en suite links, nog oorspronkelijk. Ook zijn nog enkele elementen uit de bouwtijd bewaard gebleven zoals de gang met patroontegels op de vloer en de trap met houten leuning, enkele paneeldeuren met vlakke omlijstingen en de schuifdeurên tussen de kamers en suite met ruitjes van geslepen glas.