Typering, historie en ligging: Complex van drie verspreid gelegen oude SCHUREN van het hallehuistype met langsdeel bij niet-beschermenswaardige boerderij op oude bouwplaats, fraai gelegen te midden van oud opgaand eiken aan de rand van het bouwland. Twee van de schuren passen qua bouwvorm in een honderden jaren oude bouwtraditie, waarbij de noodzakelijke periodieke vernieuwing van de buitenwanden een datering bemoeilijkt. De derde past in de 19de en vroeg 20ste eeuwse opzet van de hallehuisboerderij met wolfseinden en stenen buitenwanden. Plattegrond en opbouw: Schuur 1: De eerste schuur is het meest origineel gebleven. De volledig in hout opgetrokken schuur (verticale beschieting) bezit een steil, laag doorlopend zadeldak met wolfseind aan één kopgevel, met windveren en gedekt met rode oud-hollandse pannen. Aan één zijde bevindt zich hoog in bet dakvlak een plat afgedekte “dakkapel” als zolderluik. De houten geveltop is licht overstekend aangebracht. Ook aan de andere zijde onder het wolfseind is een overstek aanwezig. Naast de grote deeldeuren zijn geen (raam)openingen in de wanden aanwezig. Schuur 2: De tweede schuur is van oorsprong van hetzelfde type als schuur 1, met steil, laag doorlopend zadeldak, windveren, rode oud-hollandse pannen, houten geveltoppen. Deze schuur is echter vanwege het doorgaande gebruik als stal onderhevig geweest aan verstening van de buitenwanden, tot vrij recentelijk aan toe, waarbij tevens één zijgevel is verhoogd, met een opgewipt dakvlak vanuit de gebintplaat. De staldeuren zijn met een segmentboog afgesloten, de stalramen zijn rechthoekig, van beton. De traditionele grotendeels symmetrische indeling met deeldeuren, staldeuren en stalramen is echter aanwezig. Ook hier is in een dakvlak een zolderluik aangebracht. Schuur 3: De derde schuur heeft een minder steil dan de andere twee hellend wolfsdak, dat echter nog wel vrij laag doorloopt. Het dak is voorzien van windveren en rode oudhollandse pannen. De schuur heeft wellicht van oorsprong uit een asymmetrisch opbouw gekend met een excentrisch gelegen deelruimte. De naar het erf gerichte kopgevel is asymmetrisch ingedeeld met rechts van bet midden het geheel van korfboog deeldeuropening met aanzet- en sluitsteen, bovengelegen zolderluik en aan weerszijden –hoog- geplaatst rondbogig gesloten gietijzeren stalraam. Links een eveneens korfboogvormig afgesloten staldeur met aanzet- en sluitstenen. De achtergevel vertoont dezelfde opbouw, daar zijn is echter de staldeur vervangen door een halfrond stalraam links en rechts.