Historie en ligging: Deze aan de zuidzijde van de Ruurloseweg, in de zichtas van de Burgemeester Bloemersstraat, gelegen monumentale VILLA werd waarschijnlijk in 1833 gebouwd in opdracht van de heer Willem Gerrit baron van Kretschmar van Wijk en Aalburg, souschef van de toen in Borculo gevestigde rijksstoeterij. Van Kretschmar zou in 1840 directeur van de rijksstoeterij worden. In 1862 verkocht hij zijn bezit en vertrok naar Zutphen. Hierna wordt het pand achtereenvolgens bewoond door de notarissen H.P. Tjeenk Willink en J.H. Wijers totdat het pand in 1908 gekocht wordt door H.P.J. Bloemers, burgemeester van Borculo. Met uitzondering van de oorlogsjaren blijft het pand burgemeesterswoning tot 1968 waarna het in verval raakt. In 1973 wordt het pand door de gemeente verkocht en hersteld door de nieuwe bewoner die daarbij tevens het interieur van nieuwe historiserende elementen voorziet als geornamenteerde stucplafonds en lambrizeringen. Tegenwoordig fungeert het pand als particulier woonhuis en internaat. De villa vertoont stijlkenmerken van het eclecticisme waarbij vooral sprake is van neoclassicistische invloeden. Het eclecticisme laat zich echter pas vanaf de jaren zestig van de 19de eeuw gelden zodat het huidige uiterlijk van de villa niet uit 1833 kan dateren maar hoogst waarschijnlijk het resultaat moet zijn van een verbouwing van het pand. Deze verbouwing heeft mogelijk plaatsgevonden na de verkoop van het pand aan H.P. Tjeenk Willink in 1862. Aan de linkerzijde van de villa bevindt zich het iets terug gelegen voormalige koetshuis dat als gevolg van diverse wijzigingen alleen nog in hoofdvorm behouden is gebleven. De hoofdvorm van het koetshuis is wel beeldbepalend te noemen in het totaalaanzicht van het complex, maar valt niet onder de monumentenbescherming. Plattegrond en opbouw: Het gepleisterde pand is gebouwd op een nagenoeg rechthoekige plattegrond en bestaat uit een tweelaags twee traveeën breed door een fronton afgesloten middendeel onder een zadeldak met de nok haaks op de weg, aan weerszijden geflankeerd door een éénlaags één travee breed deel met een schilddak, gedekt met leien in rijndekking (voorschild) en groene kunstleien in maasdekking (zij- en achterschilden). Het pand heeft een omlopende punt, afgesloten door een waterlijst waarboven zich een van een blokbepleistering voorziene borstwering bevindt die afgesloten wordt door een geprofileerde waterlijst bevindt. Op de hoeken bevinden zich banden van negblokken. De gevels worden afgesloten door een hoofdgestel bestaande uit een eenvoudige geprofileerde architraaflijst, een fries waarin zich op een regelmatige afstand geplaatste consoles bevinden die de geprofileerde kroonlijst dragen. De vensters en overige muuropeningen in de voor- en zijgevels zijn voorzien van geprofileerde omlijstingen afgesloten door een architraaflijst. Voorgevel: De symmetrisch ingedeelde voorgevel heeft een twee traveeën breed licht vooruitspringend middenrisaliet, dat op de begane grond twee vensters heeft die beiden voorzien zijn van vernieuwde ramen die nu gevormd worden door stolpramen waarboven een gedeeld bovenlicht. Onder ieder venster bevindt zich in de borstwering een cirkel gevat tussen twee rechthoekige panelen. De twee verdiepingsvensters hebben een afwijkende omlijsting met oren en een sluitsteen. De vensters zijn ieder voorzien van een vierruits schuifraam. Het bovenliggende fronton heeft in het timpaan een occulus gevat tussen twee gepleisterde driehoekige panelen. De lagere zijtraveeën bezitten ieder een venster als in de middenrisaliet. Boven beide traveeën bevindt zich in het dakschild een fraaie neo-barokke oeil-de-boeuf. Linker zijgevel: De symmetrisch ingedeelde drie traveeën brede linker zijgevel bevat de vermoedeiijk oorspronkelijke ingang van het pand. De huidige hoofdingang bevindt zich in de rechter zijgevel. De in het midden geplaatste ingang valt te bereiken middels een hardstenen stoep met aan weerszijden een smcedijzeren hekje. De ingang heeft een fraaie paneeldeur met twee gietijzeren roosters met kopjes en een enkelruits bovenlicht. In het bovenliggende dakvlak bevindt zich een oeil-de-boeuf. Aan weerszijden van de entree bevindt zich een dubbele balkondeur met een enkelruits bovenlicht. De hekwerken van beide balkons zijn niet meer aanwezig. Achtergevel: De achtergevel van bet pand heeft voor wat betreft de gevelindeling de nodige wijzigingen ondergaan. Dit betreft vooral de begane grond. Zo bevindt zich voor het lagere linker geveldeel een grote aanbouw en zijn drie zeer grote vensters aangebracht. De middenrisaliet bezit op de verdieping dubbele balkondeuren en twee vierruits stolpramen. Het bovenliggende timpaan bezit een occulus. De dakschilden van de éénlaags zijtraveeën bezitten ieder een moderne dakkapel. Rechter zijgevel: De symmetrisch ingedeelde drie traveeën brede rechter zijgevel bevat de huidige hoofdingang. De in het midden geplaatste ingang valt te bereiken middels een stoep die naar een modern terras leidt. De ingang heeft een fraaie paneeldeur met twee gietijzeren roosters met kopjes en een enkelruits boven licht. In het bovenliggende dakvlak bevindt zich een oeil-de-boeuf. Aan weerszijden van de entree bevindt zich een venster dat voorzien van een raam als in de voorgevel.