Historie en ligging De aan de oostzijde van de Hofstraat gelegen voormalige Openbare Lagere School no.2 dateert in oorsprong uit 1913 en is opgetrokken een voor de scholenbouw in die tijd kenmerkende trant. Ten gevolge van de stormramp werd in 1925 de verdieping van de school gedeeltelijk verwoest. Bij de herbouw werden de oorspronkelijke afmetingen en hoogte van de kap aangehouden en bleef de oorspronkelijke vensterverdeling gehandhaafd. De nieuw opgetrokken gevels werden echter uitgevoerd in Expressionistische trant waarbij met name sprake is van de toepassing van het zogenaamde ‘board en batten’ motief, dat werd verkregen door afwisselend één of meer lagen terugliggend en één of meer lagen uitstekend te metselen, een motief afkomstig van de Amerikaanse architect Frank Lloyd Wright. Het Haags Expressionisme of Nieuwe Haagse School is sterk beïnvloed door het werk van deze architect. Het voorplein van de school dat nu gewijzigd is in een parkeerterrein wend oorspronkelijk van de weg gescheiden door een ijzeren spijlenhek dat aan de rechterzijde van het plein nog bewaard gebleven is. De school wordt tegenwoordig gebruikt als Brandweer- en Stormrampenmuseum en als VVV-kantoor. Tegen de achtergevel bevindt zich een uit de bouwtijd daterende aanbouw waarin zich het trappenhuis en de gangen bevinden die naar de lokalen leiden. Tevens bevindt zich aan de zijde van de achtergevel uiterst links een voormalig gymnastieklokaal. Op deze aanbouwen sluiten diverse moderne aanbouwen aan die ten behoeve van de museumfunctie gebouwd zijn en waarop de monumentenbescherming niet van toepassing is. In het interieur zijn onder meer de van terrazzovloeren voorziene gangen bewaard gebleven. Ook het oorspronkelijke trappenhuis, dat voorzien is van in een strakke Art Nouveaustijl gedecoreerde trappalen, is bewaard gebleven. Plattegrond en opbouw Het pand is, voor wat betreft de tweelaags hoofdbouwmassa, gebouwd op een rechthoekige plattegrond onder een overstekend schilddak met de nok parallel aan de weg en gedekt met rode verbeterde Hollandse pannen. In het achterschild bevinden zich drie hoge bakstenen schoorstenen die voorzien zijn van siermetselwerk in de vorm van het genoemde ‘board and batten’ -motief. Tevens bevinden zich hier drie dakkapellen. De respectievelijk twee- en éénlaags aanbouwen aan de achterzijde, ten behoeve van het trappenhuis, de gangen en het gymnastieklokaal zijn voorzien van platte daken. Do gevels worden afgesloten door bakgoten. De gevels zijn opgetrokken in baksteen, gemetseld in kruisverband. Voorgevel De symmetrisch ingedeelde, van een licht uitgemetselde plint voorziene, voorgevel heeft een duidelijke driedeling. leder geveldeel bestaat uit een brede middentravee en twee smalle zijtraveeën. Het middelste geveldeel kan als middenrisaliet beschouwd worden. De brede middentravee bezit een breed, door een licht getoogde strek afgesloten, venster. Het venster is, evenals de overige vensters van de begane grond voorzien van rode lekdorpeltegels, en bezit twee gekoppelde stolpramen, met in ieder raam een drietal ruiten, en boven ieder stolpraam een twaalfruits bovenlicht. De smallere traveeën aan weerszijden bezitten ieder een door een licht getoogde strek afgesloten venster dat voorzien is van een T-schuifraam met een twaalfruits bovenlicht, waarvan bet onderraam aan weerszijden van de middenstijl drie ruiten heeft. De verdeling van de vensters op de verdieping is gelijk aan die op de begane grond. Het brede middelste venster bezit twee gekoppelde driedelige ramen waarvan het onderraam als stolpraam is uitgevoerd. Aan weerszijden bevindt zich een smal venster dat voorzien is van een driedelig raam waarvan het onderste raam als stolpraam is uitgevoerd. leder geveldeel heeft in de punt drie ventilatieroosters en in de borstwering van zowel de begane grond als de verdieping twee ventilatieroosters. Tussen de begane grond en de verdieping bevinden zich vier muurankers. Linker zijgevel In de gevel van het aangebouwde trappenhuis bevinden zich twee smalle hoge vensters die ieder voorzien zijn van een tweedelig raam met in ieder raam acht ruiten. Rechter zijgevel De rechter zijgevel heeft in de rechts gelegen éénlaags aanbouw vier vensters, ieder voorzien van een T-schuifraam met een twaalfruits bovenlicht, waarvan het onderraam aan weerszijden van de middenstijl drie ruiten heeft. Achtergevel De achtergevel wordt gevormd door de diverse bovengenoemde aanbouwen. In de gevel van de tweelaags aanbouw bevinden zich meerdere smalle door een strek afgesloten vensters met tweedelige ramen. In de gevel van de voormalige gymnastiekzaal zijn dubbele schuifdeuren aangebracht ten behoeve van de museumfunctie.