Historie en ligging: Deze in de Gooise landhuisstijl gebouwd WOONHUIS, gelegen aan de oostzijde van het westelijk deel van de Burgemeester Bloemersstraat op de hoek met de Kerkegaarden, werd in 1925 gebouwd na de stormramp. Deze cycloon richtte grote schade aan in Borculo. Het pand in de navolgende ‘wederopbouwtijd’ gebouwd met opbrengst van een inzameling in de stad Utrecht. Hieraan herinnert nog een boven de ingang geplaatste gedenksteen met het volgende opschrift: 19 25 / TEMPESTATE NATA / UTRECHT Het in het latijn gestelde opschrift luidt vrij vertaald: ‘uit de storm geboren’. In dit deel van de Burgemeester Bloemersstraat bevinden zich meer naar aanleiding van schenkingen tot stand gekomen panden, met een villa-achtig karakter, zoals de panden AMSTERDAM en ZUTPHEN, waarvan dit echter het best bewaard is gebleven. Het pand heeft in de loop der tijd enige wijzigingen ondergaan zoals het voorzien van de ramen op de begane grond van dubbel glas (waarbij de oorspronkelijke roedenverdeling verdwenen is), het vernieuwen van deuren en de verwijdering van diverse oorspronkelijke interieurelementen. Deze doen echter geen afbreuk aan de monumentale waarde die hier mede bepaald wordt door de historische waarde als herinnering aan de stormramp. Het door een tuin omgeven pand is gelegen tegenover een driehoekig plantsoentje waarop een oorlogsmonument gelegen is. Plattegrond en opbouw: Het pand heeft één bouwlaag en is gebouwd op een samengestelde plattegrond onder een eveneens samengesteld rietgedekt dak. Het huis is samengesteld uit drie achter elkaar gelegen, in hoogte afnemende en ten opzichte van elkaar verspringende bouwvolumes. Het eerste volume is voorzien van een tentdak met lichtgebogen dakschilden dat bekroond wordt door een taps toelopende bakstenen schoorsteen. In ieder dakschild met uitzondering van het achterschild bevindt zich een de dakrand doorbrekende dakkapel die beschouwd kan worden als een variant op de Vlaamse gevel. Het achterliggende tweede volume is iets lager en heeft een aangekapt schilddak met gebogen dakschilden en een bakstenen schoorsteen op de nok. Het achterschild is voorzien van een dakkapel. Het derde volume wordt gevormd door een oorspronkelijk aanbouw met een plat dak. Het pand heeft een opvallend trasraam dat uitgevoerd is in een donkerdere baksteen dan de bovenliggende gevels. De baksteen is hier echter niet in horizontale lagen gemetseld doch in verticale lagen in Vlaams verband. De bovenliggende gevels zijn uitgevoerd in kruisverband. De gevels worden afgesloten door een fries met ingekerfde golfmotieven. Vrijwel alle venster zijn voorzien van bakstenen lekdorpels en worden afgesloten door een steens rollaag. Voorgevel: De twee traveeën brede voorgevel heeft in de linker travee een door een rondboog afgesloten ingangsportiek. Boven de deur bevindt zich een rechthoekige hardstenen stichtingssteen met het boven beschreven opschrift. Het inpandige portiek bezit een terazzovloer en heeft aan weerszijden een nis met een zitje. De rechtafgesloten ingang bezit een rondboogdeur. Aan weerszijden van de deur bevindt zich een enkelruits zijlicht. De rechter travee heeft een breed venster met een vernieuwd tweedelig raam. Boven het midden van de gevel bevindt zich een dakkapel met twee koppelde twaalfruits draairamen. Linker zijgevel: De linker zijgevel van de hoofdbouwmassa heeft links een venster met een tweedelig raam. In het midden en rechts bevindt zich een klein venster waarvan het linker voorzien is van transparant glas-in-lood en het rechter voorzien is van een enkelruits raam. Geheel rechts bevindt zich een rondboogopening van bet portiek. Boven het midden van de gevel bevindt zich een brede dakkapel met drie gekoppelde ramen twaalfruits ramen waarbij het linker- en het rechter raam als draairaam zijn uitgevoerd. Het links gelegen naar voren springende geveldeel van het twee volume is voorzien van een venster met een tweedelig raam. Het uiterst links gelegen derde volume heeft in de naar weg gekeerde gevel een deur waarin een zestal ruiten zijn aangebracht. Achtergevel: De links gelegen achtergevel van de hoofdbouwmassa heeft een deur met een achttal ruiten. De achtergevel van het tweede volume heeft links een breed venster met een driedelig raam. In bet dakschild bevindt zich een dakkapel met een twaalfruits raam. Rechter zijgevel: De rechter zijgevel van de hoofdbouwmassa bezit twee vensters met tweedelige ramen. De terugspringende gevel van het tweede volume heeft een deur met een achttal ruiten. Aan weerszijden van de deur bevindt zich een venster met een tweedelig raam. In de nog verder terugspringende gevel van het derde volume bevinden zich dubbele rechtgesloten deuren met in iedere deur twintig ruiten.