Het pand draagt door de plaatsing in de gevelwand bij aan de begrenzing van de stedelijke ruimte. De fraaie evenwichtige gevel bewerkstelligt opwaardering van de ruimtebegrenzende gevelwand. De middelgrote stadswoning heeft een kantige enkelvoudig massa opbouw met twee lagen onder een lage schildkap. Het pand is met de expressieve gevelopeningen en entree gericht op de stedelijke hoofdstructuur. Het pand heeft een overwegend verticale geleding met een evenwichtige open en gesloten gevelcompositie van de gevelopeningen en het muurwerk. Het materiaalgebruik bestaat uit: de gevel opgetrokken in hardgrauw kantige gevelsteen, kruisverband met gesneden voeg: de gevelopeningen/kozijnen, dakkapel in hout traditioneel geschilderd en gesmoorde holle pannen. Het kleurgebruik bestaat uit: metselwerk bruin, kozijnen gebroken wit, ramen en deur donkergroen: deuromlijsting bruin-beige en grijze dakpannen op voordakvlak, oranje dakpannen op de zijdakvlakken. De detaillering en ornamentiek bestaat uit een geprofileerde deuromlijsting en de vleugels van de dakkapel, eenvoudig geornamenteerd in overeenstemming met de stijlexpressie. Het gevelaanzicht met kwetsbare raamroeden is in een algehele goede bouwtechnische staat. Kozijnen en ramen op de verdieping zijn in 1945 aangebracht in 18e eeuwse uitmonstering, terwijl de gevelopeningen op de beganegrond (incl. deuromlijsting) in 1978 hiermee in overeenstemming zijn gebracht. Het interieur maakt geen deel uit van de beschermende werking.