Het pand staat met de zijgevel strak in de rooilijn van de gracht en de voorgevel in die van de Hoogstraat, hierdoor markeert het pand de bijzondere ruimtelijke opbouw. De sterk wisselende gevelexpressie op de hoeklocatie versterkt de ervaring van de stedenbouwkundige hoofdstructuur. Het kleine stadspand heeft een kantige hoofdopbouw met een enkelvoudige bouwmassa met een laag onder de kap. Het pand heeft een kenmerkende onderpui met pilasters en geprofileerde gootlijst en een prominent klassiek vormgegeven dakkapel aan de zijde van de Hoogstraat. De zijgevel is meer terughoudend van karakter. De geleding van het pand heeft evenwicht tussen de horizontale en de verticale belijningen. De verhoudingen van de vlakindeling heeft een expressieve uitdrukking van open en gesloten gevelvlakken, in de voorgevel traditioneel, in zijgevel indifferent. Het materiaalgebruik bestaat uit: een traditioneel gepleisterde plint, metselwerk van hardgrauw in kruisverband, zijgevel met blokverband pleisterwerk en metselwerk raambogen: kozijnen, ramen, deur en lijstwerk hout, traditioneel geschilderd: in de pui bovenlichten glas-in-lood en geglazuurde gegolfde Friese dakpannen. Het kleurgebruik bestaat uit: metselwerk donkerbruin, het overwegende wit in de voorgevel ondersteunt de beeldwaarde: de ramen en de deur zijn blauw geschilderd. De detaillering en ornamentiek bestaat uit een fraai traditioneel en sober vormgegeven en gedetailleerde onderpui en een dakkapel met rosetten op de architraaflijst. Het pand heeft een topschoorsteen in het voorschild en een ranke hoge schoorsteen op het zijdakschild. Het pand heeft een traditioneel fragiele gave vormgeving en detaillering. Het pand heeft een achterliggend bijbehorend omsloten erf. Het interieur maakt geen deel uit van de beschermende werking.