Molenstraat 46, Leeuwarden
- Monumenttype:
-
Gemeentelijk monument
- Monumentnummer:
-
1007486100
- Monumentnaam:
- Molenstraat 46
- Plaats:
- Leeuwarden
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Beschrijving
De Molenstraat ligt in de grotendeels uit het Interbellum daterende westelijke stadsuitbreiding die ruwweg wordt gevormd door de wijken Vossepark en Vogelbuurt. Het stratennet voor deze wijken was vastgelegd in het eerste ontwerp-uitbreidingsplan voor de gemeente Leeuwarden naar gezamenlijk ontwerp van de directeur van Gemeentewerken L.H.E. van Hylckama Vlieg en architect G. Stapensea. Het ontwerpbestemmingsplan werd in oktober 1920 vastgesteld door de gemeenteraad. Het omvatte mede straten die in aanzet of gedeeltelijk al bestonden, zoals de oost-west georiënteerde Molenstraat die begint bij de Westersingel en met een knik eindigt bij de Bildtsestraat. De Leeuwarder architect G.A. Heldoorn maakte in 1931 een ontwerp voor een reeks van elf middenstandswoningen (uitgevoerd in 1932) voor een bouwblok aan de noordkant van de Molenstraat, gelegen tussen de Westerparkstraat (noordelijke deel) en de Wijnaldumerstraat. Het kavel op de hoek van de Molenstraat en de Westerparkstraat, Molenstraat 38, reserveerde Heldoorn voor zichzelf. Daar kwam als een stedenbouwkundig markante beëindiging van de woningreeks zijn eigen woonhuis met een tekenkamer/kantoorruimte. Dit laatste kreeg architectonisch smoel door een hoge, romantisch-expressionistische topgevel aan de zijde van de Westerparkstraat met een fors overstekende zolderverdieping met een groot ateliervenster. Dit hoekpand werd in 1937 nog eens verbouwd door Heldoorn, waarbij hij in het noordelijke dakschild van de kap een dakkapel voor de tekenkamer toevoegde. In de oorlogsjaren was in het hoekpand 56a, waarin oorspronkelijk een kapperszaak zat, het kantoor gevestigd van de NSB-organisatie Nederlandse Landstand (‘Nederlânske Lânstân Haedafd. Folk en Groun’, stond er op een bord te lezen). In de jaren-1970 kwam er een vestiging van de Bondsspaarbank in dit hoekpand. Het rijtje woningen heeft de stilistische kenmerken van het destijds in zwang zijnde, aan de architectuur van de Amsterdamse School verwante Expressionisme. De bescherming geldt het exterieur met uitzondering van Molenstraat 38, waarvan ook de oorspronkelijke interieuronderdelen onder de bescherming vallen. De gemetselde erfscheiding maakt deel uit van de bouw en valt eveneens onder de bescherming. Ook het oorspronkelijke houten hekje van Molenstraat 38 maakt hier deel van uit. Exterieur: Het hoofdvolume van het rijtje woningen is vanuit een langwerpige plattegrond opgetrokken in schone, bruine baksteen met diep gevoegde lintvoegen (alleen voorgevel en zijgevels). Het blok staat met twee bouwlagen onder een met oranje Romaanse pannen gedekte, uitkragende kap met een gebroken zadeldak met wolfeind boven de rechter eindwoning (Molenstraat 38) en een zadeldakvormige dwarskap boven de linker eindwoning (Molenstraat 56a). De gevels hebben een trasraam van deels gesinterde baksteen, met een rollaag van staande steen. De schoorstenen staan op de nok. De gevels bevatten rondboogvormige en recht gesloten gevelopeningen. Het rechter deel van de voorgevel van het blok staat onder een monumentale kap en bevatte de woning met werkkamers van architect Heldoorn. Geheel links is de woning voorzien van een breed venster met een roedeverdeling in het stalen raam. De entree links hiervan is een in een ondiepe, recht gesloten portiek staande deur, die rijkelijk is voorzien van glas-in-lood in de deurlichten. Dit deel van de gevel staat onder een laag afhangend overstek van het gebroken dakschild dat links is voorzien van een dakraam en een smalle houten dakkapel en een krachtig verticaal accent in de vorm van een hoge schoorsteen, die is verheeld met de over de beide bouwlagen doorgetrokken erker van de woning ernaast (nr. 40). De woningen tussen de beide hoekpanden bezitten per woning op de begane grond de nog oorspronkelijke, achter een gemetseld stoepjes staande rondboogvormige voordeur met vaak nog de met glas-in-lood ingevulde deurlichten en een erker met schuine zijden, die is doorgetrokken over beide bouwlagen. De erkers zijn voorzien van een om de hoek gaand venster, oorspronkelijk met regelverdeling in de zijramen. Per woning zijn op de verdieping tevens twee smalle vensters in de gevel opgenomen. Halverwege de woningrij is in de gevel een rondboogvormige doorgang naar het binnenterrein opgenomen. Het brede dakschild is voorzien van een grote detonerende dakkapel. De oostelijke kopgevel (van Molenstraat 38) aan de Westerparkstraat is links op de begane grond voorzien van een staand venster met roedeverdeling in het stalen raam. Rechts daarvan staat een overluifelde erker met een roedeverdeling in de openslaande stalen deuren, schuin staande zijlichten, bakstenen stoepje en vanuit de plint doorgetrokken, aangemetselde bloembakken. De verdieping bevat twee grote vensters met vierdelig stalen raam. Ze staan boven een houten lijst, die wordt gedragen door drie dubbele steekbalken, en onder een uitkragende houten geveltop. Het onder een uitkragend wolfeind staande overstek rust op drie enkele steekbalken en bevat een breed venster met roedeverdeling in het stalen raam. De achterzijde van de hoekwoning is links voorzien van een met een luik behangen venster met roedeverdeling. Het onderste deel van gebroken dakschild wordt rechts beëindigd door een scheimuurtje, die verdwijnt in een forse dakkapel met gemetselde borstwering en rechter zijgevel met schoorsteen, een om de hoek gaand venster met roedeverdeling in de ramen en een plat dak. Tegen de gevel staat uit dwarse uitbouw onder zadeldak. De op de straat gerichte gevel hiervan bevat een deur met kruisraam en aan weerszijden een venster met roedeverdeling. Een hiermee verbonden, risalerend bouwlichaam voor de autogarage voor Molenstraat 38 staat onder een schilddak en bevat een brede garagedeur. Deze uitbouw staat tegen een rij woningen van architect Heldoorn uit dezelfde periode.. De westelijke hoekwoning heeft op de begane grond sterke wijzigingen ondergaan. De gevels zijn ingrijpend verbouwd, gepleisterd en hebben een andere indeling gekregen, waardoor de oorspronkelijke architectuur verstoord is geraakt. De op de Molenstraat gerichte puntgevel is rechts nog voorzien van een klein stuk ongepleisterde gevel. Boven een brede lijst heeft de gevel het oorspronkelijke aanzien grotendeels behouden, met een gewijzigd venster (oorspronkelijk met balkon) op de verdieping en een eveneens gewijzigd, met luiken behangen venster in de geveltop, die rechts is voorzien van een vanuit de gevel opgetrokken schoorsteen. De zijgevel aan de Wijnaldumerstraat is rechts voorzien van een onder een overstek staande brede gevelopening met ramen en een deur die uitkomt op een met balkon. Links ervan is het dakschild verder afhangend en voorzien van twee, boven elkaar staande dakkapellen. Het onderste deel van de kap vormt een geheel met het van zinken mastgoten voorziene zadeldak van een uitbouw. Deze is doorgetrokken vanuit de zijgevel van het hoofdvolume en bevat rechts een breed venster met een om de hoek gaand stalen raam, een smal venster links hiervan en geheel links een stalen venster met daarin opgenomen een later toegevoegde deur. Geheel links staat nog een deur met betonnen kraagstukken aan de bovenhoeken. De uitbouw is verbonden met een uit dezelfde periode daterende woningrij. De achterzijde van het hoekpand is (boven de uitbouw) een puntgevel met in het midden een uitgemetselde schoorsteen, die tevens als tuit fungeert. Aan weerszijden van de schoorsteen bevindt zich op de verdieping een gevelopening met een nieuwe invulling. Tussen de hoekwoningen is de achterzijde van de woningen op de begane grond voorzien van een tweedelige uitbouw onder platte daken en een stel openslaande tuindeuren tussen zij- en bovenlichten met een roedeverdeling. Op de verdieping zijn de woningen voorzien van een venster met samengesteld raam, een op het platte dak van de uitbouw uitkomende deur met roedeverdeling in het deurlicht en een hiermee verbonden zijraam met roedeverdeling. Interieur: De meeste woningen hebben in de loop der tijd inpandig grote wijzigingen ondergaan. Zo is in het merendeel van de woningen de tussenwand met de schuifdeuren van de kamers en suite verwijderd. Het interieur van de vroegere kantoorwoning van architect G.A. Heldoorn (Molenstraat 38) is in hoge mate in de oorspronkelijke staat bewaard gebleven. De vloer van het tochtportaal is bedekt met een kleurrijk mozaïek van kleine tegels. De portaalwanden hebben een tegellambrisering. De wand tussen het tochtportaal en de hal bestaat grotendeels uit een glaswand met glas-in-lood en een deur met glas-in-lood en een roedeverdeling. In de gang ligt een parketvloer, is een radiator in een nis geplaatst en zijn de wanden bekleed met een lambrisering van zachtboard. De deuren aan de gang zijn paneeldeuren met driedelig deurlicht, waarvan enkele zijn ingevuld met glas-in-lood. De woonkamer is nog de oorspronkelijke kamer en suite met een roedeverdeling in de schuifdeuren, die tussen ingebouwde kasten staan. De voorkamer bevat onder een verlaagd plafonddeel onder meer een bijzondere schouw met een houten schoorsteenmantel met een gecanneleerde stijl om de gemetselde haardwand. Het venster staat boven een vensterbak van gepolijste natuursteen en de originele houten radiatorkasten. De kamerdeur is door Heldoorn voorzien van een bijzondere klopper. De bovenkanten van de deurposten van deze deur zijn versierd met houtsnijwerk. De vloer van de achterkamer is nog bedekt met het oorspronkelijke Bruynzeel parket. De trap naar de verdieping is een scheluwe trap met een houten leuning. Op de verdieping ligt eveneens een parketvloer en zijn de paneeldeuren voorzien van een driedelig deurlicht, waarvan enkele met glas-in-lood. Eén van de hoeken is afgerond. Eén van de deuren is een glasdeur met roedeverdeling van het kantoor. Het kantoor bevat onder meer ingebouwde kasten. De trap naar de zolder is een vrij steile, scheluwe trap en heeft een met de andere trap vergelijkbare houten leuning. In een kamer op de zolderverdieping zijn boven het brede venster met het stalen raam kastjes ingebouwd. De aan de trap grenzende ruimte in de dakkapel uit 1937 heeft houten wanden. De wand boven de trap bevat een paneeldeur met driedelig deurlicht naast een raam met roedeverdeling, die de ruimte in de dakkapel afsluit.
Specificaties
Eigenschappen
| Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
|---|---|---|---|---|
| Middenstandswoning | – | – | Oorspronkelijke functie | – |
| Woonfunctie | Woningen en woningbouwcomplexen | – | Huidige functie | – |
| Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Molenstraat | 46 | – | 8913BC | – | – | – | – |
Andere monumenten in de buurt
-
-
Rijksmonument
Harlingerstraat 26
Inleiding
-
Rijksmonument
Engelsestraat 6
Inleiding