Emmakade 173
Inleiding
HERENHUIS, in 1899 gebouwd in neo-renaissancestijl als directeurswoning bij inmiddels verdwenen fabriek bijna aan het slot van de oostelijke stadsuitbreiding aan het Nieuwe Kanaal.
Omschrijving
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Complex van zes reeksen met elk twaalf arbeiderswoningen aan drie binnenstraatjes en de doorgaande Willem Loréstraat, bekend als de ‘Puntdakenbuurt’, in 1915 gebouwd op particulier initiatief naar een ontwerp van architect A.L. Pijkstra. Het complex omvat de adressen: Saskiastraat 12 t/m 22, Willem Lorestraat 60 t/m 78, Rembrandstraat 11 t/m 21, 1e Rembrandtdwarsstraat 1 t/m 19, 2e Rembrandtdwarsstraat 1 t/m 19 en 2 t/m 20, en 3e Rembrandtdwarsstraat 1 t/m 19 en 2 t/m 20. Het graven van het Nieuwe Kanaal, dat in 1895 werd opengesteld, vormde voor de gemeente aanleiding om een grote stadsuitbreiding in oostelijke richting te realiseren. In het voorjaar van 1895 kreeg de nieuwe directeur van Gemeentewerken, W.C.A. Hofkamp, opdracht van B&W om een plan te maken. In oktober had Hofkamp het grondplan, voornamelijk een stratenplan, voor de gronden aan weerszijden van het kanaal gereed en kon de raad zich erover buigen. Die stemde in grote lijnen met het plan in, maar naderhand zijn er nog wel allerlei aanpassingen geweest, al naar gelang de vraag naar bouwterreinen van particuliere ontwikkelaars, veelal lokale bouwondernemers, en zich wijzigende marktomstandigheden. De plaatselijke architect Ate Pijkstra diende, vermoedelijk op eigen initiatief, op 20 oktober 1905 een plan bij de gemeente in voor een vergunning voor het ontwikkelen van een rechthoekig terrein ten zuiden van het Vliet (dus ten noorden van het Nieuwe Kanaal). Het bewuste terrein was eigendom van A.G. van der Meij, een aan de Willemskade woonachtige steenfabrikant en handelaar in bouwmaterialen – gelet op Van der Meij’s reguliere bezigheden is het niet helemaal ondenkbaar dat hij participeerde in het initiatief. Pijkstra’s plan hield de ontwikkeling in van 72 woningen aan vier smalle, parallelle straatjes. Het omvatte diverse tekeningen, waaronder een “Plan van Stratenaanleg” en een “Plan v/d bestrating v/e/ gedeelte v/h/ perceel” dat in bezit was van Van der Meij. Het feitelijke bouwplan was een “Plan v/d bouw van 24 Werkmans Woningen”: kennelijk was het de bedoeling om in eerste instantie een 24-tal woningen te bouwen en het buurtje pas in een later stadium tot 72 woningen te laten uitgroeien. Eind 1906 was het stratenplan gerealiseerd en werden de straten zoals dat gebruikelijk was in eigendom en beheer aan de gemeente overgedragen. Op een plattegrond bij een brief van de directeur Gemeentewerken van 6 december 1906 valt te lezen: “Situatie van de over te nemen straten, aangelegd door A. Pijkstra aan de Noordzijde van het Nieuwe Kanaal, op terrein van A.G. van der Meij”. Daarna is er blijkbaar iets misgegaan, wellicht met de financiering van het geheel, want het heeft uiteindelijk nota bene tot 1915 geduurd voordat de woningen zijn gebouwd. In een wat vereenvoudigde opzet bovendien, waarbij enkele architectonische details uit het oorspronkelijke ontwerp sneuvelden. De meeste woningen meten 7.85 bij 4.90 meter, behalve de eindwoningen die iets groter zijn. Elke woning heeft een klein voortuintje en aan de achterzijde, tussen twee stroken, een achterplaatsje van 2.90 meter diep. De woningen zijn gerenoveerd in de vroege jaren-1990 onder leiding van de Stadsvernieuwingskorporatie (SVK)). Daarbij kregen de meeste woningen onder meer een dakkajuit op één of twee van de zijschilden. De bescherming geldt het exterieur, in hoofdzaak de aanzichten van de straat (straatgevels en daken/kappen). Het buurtje bestaat uit zes rijen woningen van in totaal 72 woningen. Deze rijen zijn met een voortuintje gelegen aan kleine straatjes, ‘binnenstraatjes’, van klinkers. Elk vanuit een rechthoekige plattegrond opgetrokken rijtje bevat twaalf geschakelde woningen. Deze staan met één bouwlaag onder een dwars op de straat liggend zadeldak, dat is gedekt met vernieuwde, gesmoorde holle pannen, die de oorspronkelijke holle pannen en de Friese golfpannen vervingen. De bakgoten liggen op klossen. De onversierde gevels zijn opgetrokken in gele baksteen of roodbruine verblendsteen* (het voegwerk is deels nog oorspronkelijk, platvol) en bevatten recht gesloten gevelopeningen onder segmentboogvormige ontlastingsbogen en rollagen. De vensters staan boven gemetselde lekdorpels. De woningen hebben ondiepe voortuintjes en achterplaatsjes met schuurtjes. De eindwoningen hebben een andere gevelindeling dan de overige woningen. De twee meest zuidelijke rijen, de woningen aan de 1e Rembrandtdwarsstraat en aan de zuidkant van de 2e Rembrandtdwarsstraat, zijn gemetseld van rode baksteen. De gevels van de overige rijen woningen aan de 2e Rembrandtdwarsstraat en die aan de 3e Rembrandtdwarsstraat en de Willem Loréstraat zijn van gele baksteen met hiermee contrasterende segmentbogen en lekdorpels van rode verblendsteen. Sommige deuren hebben nog de oorspronkelijke hardstenen drempels en op hardstenen neuten staande deurkozijnen. De deurkozijnen zijn voor het merendeel nog oorspronkelijk, van de vensterkozijnen is een klein deel dat nog. De voorgevels van de woningen zijn eenvoudige puntgevels met een deur met bovenlicht en twee vensters op de begane grond en een kleiner, onder een rollaag staand venster in een beschoten geveltop met onversierde windveren. De 12 eindwoningen aan de Saskiastraat en de Rembrandtstraat zijn op de begane grond voorzien van één venster met tweedelig raam onder een segmentboog en van een zoldervenster. De achter ondiepe tuintjes staande langsgevels van deze eindwoningen zijn gericht op de Saskiastraat en de Rembrandstraat en zijn vier traveeën breed. De deur in deze gevel staat onder een bovenlicht. De drie vensters zijn als die in de kopgevels van de andere woningen. De dakranden zijn voorzien van onversierde windveren. Eén van de eindwoningen wijkt af van de overige: Saskiastraat 22 is met vijf traveeën breder dan de andere. Deze woning heeft een symmetrische indeling met de deur in het midden. De detaillering is dezelfde als bij de andere woningen. Ook bij deze woningen zijn de gevelpunten beschoten en staan de zoldervensters tussen windveren. Enkele woningen in de Rembrandtdwarsstraten bevatten nog het oorspronkelijke voorschot, het gesloten houten beschot in de punt van de gevel. De achtergevels zijn door uiteenlopende wijzigingen in sterke mate aangepast, waardoor er geen sprake meer is van een uniform gevelbeeld. Het inwendige van de woningen is gewijzigd en valt buiten de bescherming.
| Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
|---|---|---|---|---|
| Arbeiderswoning | – | – | Oorspronkelijke functie | – |
| Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2e Rembrandtdwarsstraat | 6 | – | 8921ED | – | – | – | – |
Inleiding
HERENHUIS, in 1899 gebouwd in neo-renaissancestijl als directeurswoning bij inmiddels verdwenen fabriek bijna aan het slot van de oostelijke stadsuitbreiding aan het Nieuwe Kanaal.
Omschrijving
Eenvoudig midden 19e eeuws woonhuis onder zadeldak tussen topgevels. Omlijste deur.
Inleiding