Pelikaankerk
Inleiding
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Herenhuis, gebouwd in 1939 naar een plan van de Leeuwarder architect en latere rijksbouwmeester J.J. (Jo) Vegter. De opdrachtgever was de huisarts dr. R.A. Hoekstra, die in elk geval tot in de jaren-1950 het huis heeft bewoond. De Mr. P.J. Troelstraweg, samenvallend met de oude weg naar Stiens die vroeger de Brede Dijk of Stienserweg heette en later vernoemd werd naar Piter Jelles Troelstra, begint waar de Spanjaardslaan met een kleine knik afbuigt in noordoostelijke richting. De Troelstraweg maakt ten opzichte van dat punt juist een knik in noordwestelijke richting. Op die in het oog springende plek, in de binnenbocht, werd in 1939 een voor die tijd opvallend woonhuis gebouwd, een huis met ofschoon duidelijke traditionalistische trekken die passen bij de late jaren-1930, tegelijk een uitstraling, mede bewerkstelligd door de lichtgele baksteen, die licht modernistisch overkomt. Het huis is in de periode 1970-1982 ook nog ambtswoning geweest van de Commissaris van de Koningin mr. H. Rijpstra. Het pand onderging daarvoor een verbouwing, waarbij een speciale ruimte is ingericht voor leden van het Koninklijk Huis. De traditie dat het Stadhouderlijke Hof aan het Hofplein als ambtswoning diende, kwam daarmee ten einde. Een bijzonder onderdeel in het huis is het in 1939 in het trappenhuis aangebrachte gebrandschilderde glas-in-loodraam van de hand van de beroemde glazenier Joep Nicolas. Het huis is gebouwd in een vrij traditionalistische trant, die verwant is aan de architectuur van de destijds in zwang zijnde Delftse School. De bescherming geldt het exterieur en interieur van het woonhuis met aangebouwde garage en ook de gemetselde erfscheiding en de hekpijlers. Exterieur: Het huis is vanuit een rechthoekige plattegrond opgetrokken in schone gele baksteen (het platvolle voegwerk is nog grotendeels oorspronkelijk) en staat met twee bouwlagen onder een met gesmoorde holle pannen gedekt zadeldak met op klossen liggende bakgoten. De sobere gevels bevatten recht gesloten gevelopeningen met voornamelijk openslaande ramen en worden in de langsgevels beëindigd door een muizentandfries. De beide kopse gevels zijn van het tuitgeveltype. De op het noorden gerichte kopse gevel bevat de entree van het woonhuis. Het betreft een rechts van het midden geplaatste portiek onder een segmentboogvormige ontlastingsboog en een houten latei met sleutelstukken. De portiekvloer (-stoep) is gevormd van gele klinkers in visgraatmotief. De deur bevat een klein, achter een achter een rooster staand deurlicht en een metalen deurknop, heeft een decoratieve verdeling van ruiten met opstaande lijsten en staat tussen boven- en zijlichten, waarvan de laatste boven een basis van gepolijste natuursteen zijn gezet. Rechts van de deur staat op de begane grond een venster met vierruits raam boven een rollaag en onder een segmentboogvormige ontlastingsboog. Rechts hiervan wordt de gevel geleed door een smalle liseen met een hardstenen beëindiging. Geheel rechts is in een smalle travee rechts van de liseen een klein venster met kruisraam in de gevel opgenomen. De verdieping bevat drie, tussen rollagen staande vensters, waarvan de brede linker is ingevuld met twee, door een dunne houten penant van elkaar gescheiden kruisramen en de andere twee een enkel kruisraam bevatten. De geveltop is voorzien van brede schouders, die zijn afgedekt met een plaat zandsteen, vlechtingen aan de schuine randen, een rond oeil de boeuf met roedeverdeling en een brede tuit met hoekstenen, inspringende hoeken en een geprofileerde dekplaat van zandsteen. Rechts van de rechter hoek is het huis verbonden met een onder een zadeldak staande garage. Deze bevat aan de voorzijde een brede, diep in de gevel en onder een houten latei staande garagedeur met een verdeling in rechthoeken door een raster van opstaande lijsten. De schuine gevelrand is voorzien van vlechtingen. Aan de achterzijde heeft de garage een puntgevel met brede, met zandstenen platen afgedekte schouders en een venster in de met vlechtingen afgedekte top. De hier dwars opstaande, op de tuin gerichte gevel van de garage is voorzien van een deur met deurlicht onder een bovenlicht, waarin een X-vormige roedeverdeling is aangebracht. De langsgevels van de garage zijn evenals die van het huis verlevendigd met een muizentandfries. In de langsgevel van het hoofdvolume aan de straatzijde zijn op de begane grond twee vensters en een erker geplaatst. Het rechts in de gevel geplaatste venster staat tussen een rollaag en twee segmentboogvormige ontlastingsbogen. Het hier links van, in het midden van de gevel staande venster bevat een samengesteld raam boven een rollaag en onder twee segmentboogvormige ontlastingsbogen. Links in de gevel staat een ondiepe erker met een om de hoeken gaande raampartij. De verdieping bevat in het midden een breed venster met een samengesteld raam. De smallere ramen aan weerszijden staan boven een rollaag en bevatten vierruits ramen. De zuidelijke kopgevel heeft door lisenen geaccentueerde hoeken en bevat rechts op de begane grond een venster onder een segmentboogvormige ontlastingsboog en links een venster met zesruits raam, eveneens onder een segmentboogvormige ontlastingsboog. Tussen deze twee vensters staat een kleine erker met schuine zijden, een om de hoeken gaande raampartij boven een gemetselde borstwering en een met koper gedekt dakje. Op de verdieping staan twee vensters tussen rollagen. In de top van de gevel staan eveneens twee vensters tussen rollagen. Ook deze geveltop is voorzien van brede schouders, die zijn afgedekt met een dekplaat van grijze hardsteen, vlechtingen aan de schuine randen en een brede tuit met hoekstenen, inspringende hoeken en een geprofileerde dekplaat van zandsteen. Tegen de achtergevel staat een moderne, platte aanbouw, die buiten de bescherming valt. Links in de gevelpartij rechts hiervan staat een breed, tussen een rollaag en twee segmentboogvormige ontlastingsbogen geplaatst venster met een openslaand raam aan weerszijden van een dunne houten penant. Rechts daarvan is een eveneens onder een segmentboogvormige ontlastingsboog staande gevelopening met openslaande deuren in de gevel opgenomen. Links op de verdieping bevindt zich een loggiabalkon onder een op houten stijlen rustende uitkraging van het dakschild. In de gevelpartij onder dit overstek staan van links naar rechts een smal raam, een deur en het met gebrandschilderd glas-in-lood ingevulde traplicht. Rechts hiervan bevat de gevel een venster met samengesteld raam en een klein venster met kruisraam. Ook deze achterste langsgevel wordt beëindigd door een muizentandfries. De oprit naar het huis is afsluitbaar door openslaande houten hekken, waarvan het linker is bevestigd aan een uit de rechter kopse gevel stekend dwarsmuurtje en het rechter aan een gemetselde hekpijler, beide van gele baksteen. Muurtje en pijler zijn verlevendigd met een muizentandfries en worden afgedekt door een zandstenen dekplaat. Een deel van de gebogen, gemetselde tuinmuur is eveneens bewaard gebleven. Interieur: In het huis zijn nog veel van de oorspronkelijke onderdelen bewaard gebleven. Het huis heeft zware binnenmuren. Meerdere wandopeningen zijn in de bovenhoeken en onder de lateien voorzien van sleutelstukken en consoles. Het houtwerk is voorzien van profileringen. In de gang en op andere plaatsen liggen vloeren van Noorse leisteen. De gang heeft een houten plafond en marmeren plinten en drempels. In de woonkamer met houten vloer staat een originele Rooyaards haard van bruin marmer en hout. De boezem is voorzien van een schildering en het haardvloertje is samengesteld uit geglazuurde steentjes. De boven een getoogde trapopgang beginnende trap naar de verdieping is een royale, dubbele houten steektrap met een brede, marmeren aantrede, een tussenbordes en ijzeren leuningen met spijlen. De leuning is op de verdieping bevestigd aan een volwandige, aan twee zijden voor het trapgat staande houten balustrade. Boven het tussenbordes staat het traplicht met het gesigneerde en gedateerde gebrandschilderde glas-in-loodraam van Joep Nicolas, waarop drie figuren met attributen en een skelet staan afgebeeld. Het plafond boven de trap is een houten plafond dat door opstaande lijsten is verdeeld in vakken. Op de snijvlakken daarvan zijn cijfers gesneden die het jaartal 1939 vormen. De vloer van de overloop is een parketvloer. De doorgangen op de overloop en een op de trap uitkomende brede muuropening zijn getoogd. De badkamer heeft nog de oorspronkelijke glasdeur met gebobbelde ruiten en een roedeverdeling. De deur in een van de slaapkamers komt uit op het loggiabalkon, dat is voorzien van een tegelvloer met donkerrode en beige tegels en smeedijzeren balkonhekken. De ‘koninginnekamer’ heeft een plafond dat is doorsneden en verfraaid door geprofileerde lijsten die een geometrisch patroon vormen.
| Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
|---|---|---|---|---|
| Tuinmuur | – | – | Oorspronkelijke functie | – |
| Los object | Voorwerpen op pleinen en dergelijke | – | Huidige functie | – |
| Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Mr. P.J. Troelstraweg | 1 | – | 8916AA | – | – | – | – |
Inleiding
Inleiding
Inleiding
VILLA Zonneweelde, in 1927 ontworpen door architect Andries Baart in de Engelse Landhuisstijl. In 1927 gaf de welgestelde koopman in granen G.B. Molenaar architect Andries Baart de opdracht om een grote villa aan het begin van de Harlingerstraatweg te bouwen.