Zuidvliet 46
Laag pand onder zadeldak tegen klokgevel, XVIII; gebeeldhouwde omlijsting van rond venster in top.
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Het ruwweg driehoekige gebied ten oosten van de historische (binnen)stad tussen het Vliet en de Groningerstraatweg werd vanaf ongeveer 1910 in hoog tempo ontwikkeld tot een woongebied met grote complexen sociale huurwoningen, gesubsidieerd op grond van de Woningwet (1902). Het waren niet alleen woningstichtingen die hier grote complexen bouwden, waaronder Woningvereeniging Leeuwarden, één van de eerste woningstichtingen in Friesland, maar ook de gemeente Leeuwarden. Tussen de Bleeklaan en het Noordvliet is in 1918-’19 een uit vijf reeksen en rijtjes samengesteld woonbuurtje met 39 arbeiderswoningen tot stand gekomen in opdracht van de gemeente Leeuwarden. Bestek en tekeningen door de Dienst Gemeentewerken waren gereed in 1918. De bewaard gebleven blauwdrukken zijn alle ondertekend door de Directeur der Gemeentewerken, op dat moment L.N. Holsboer, zodat mag worden aangenomen dat hij ook de ontwerper is geweest. De woningen zijn gebouwd in een voor de bouwtijd karakteristieke trant, waarin een wat traditionalistische opzet wordt verlevendigd door accenten die kenmerkend zijn voor het expressionisme van de Amsterdamse School. De woningen zijn voorzien van voortuintjes. Het woningcomplex is in 1983-’85 door bouwbedrijf De Vries gerenoveerd in opdracht van het Gemeentelijk Woningbedrijf naar een plan van de Stadsvernieuwingskorporatie. De bescherming geldt de ruimtelijke samenhang en het exterieur. De interieurs van de woningen bevatten geen bijzondere onderdelen en vallen buiten de bescherming. Het uit vijf reeksen en rijtjes met 39 woningen samengestelde complex bestaat uit drie, noord-zuid gerichte rijen woningen aan de Jacob Binckesstraat en twee hier haaks op staande rijtjes aan de Maerten Gerritszstraat. De rijtjes zijn symmetrisch opgezet. In een knik van de Jacob Binckesstraat aan de noordzijde van het complex, nabij de Bleeklaan, staan woningen die door vorm en materialisatie enigszins afwijken van de andere, waardoor de symmetrie hier enigszins teniet wordt gedaan. Alle onderdelen van het woningcomplex zijn opgetrokken in gemêleerde, deels gesinterde rode strengperssteen. De plinten (trasramen) zijn afgedekt met een rollaag. Op enkele rondbogen na zijn alle gevelopeningen recht gesloten onder rollagen. Enkele woningrijtjes zijn voorzien van verticale accenten in de vorm van slanke schoorstenen. De rijen hebben in grote lijnen een rechthoekige plattegrond met uitstulpingen in de vorm van risalieten en met terug springende gevelpartijen. De hoofdvolumes hebben één bouwlaag onder zadeldak, gedekt met (niet-oorspronkelijke) rode cementpannen en met schoorstenen op de nok. De daken zijn voorzien van geprofileerde (ojiefprofiel) bakgoten op klossen. De onder platte daken staande, blokvormige dakkapellen zijn toegevoegd. De kozijnen en ramen zijn bij renovaties vernieuwd, evenals de deuren, die boven een gemetseld stoepje staan. De twee rijen aan de oneven kant van Jacob Binckesstraat (oostzijde) zijn voorzien van hoger opgaande, risalerende eindwoningen met zadeldakvormige dwarskap. De geveltoppen van deze risalieten zijn beschoten. In het midden van deze rijtjes staat een breed ingangsrisaliet met een vanuit de gevel opgemetselde dakkapel met schilddak. Tegen de zijgevels van vier van de zes eindwoningen in de Jacob Binckesstraat staat een uitgemetselde, zich deels verjongende schoorsteen met vlechtingen aan de schuine zijden. In de lange rij aan de even zijde van de Jacob Binckesstraat (westzijde) staat de helft van de entrees onder een houten luifel met eveneens houten consoles. In dezelfde rij staan twee maal twee entrees (huisnummers 78-80 en 92-94) in een portiek met rondboogvormige opening. Ze staan in een hoog opgaande, onder zadeldak staande risaliet, die wordt beëindigd door een dwars op het hoofdvolume staand zadeldak. De top van deze risalieten is ook beschoten. Aan weerszijden van de rondboog verjongd de risaliet zich ter hoogte van de boog. Aan beide kanten hiervan bevindt zich een ten opzichte van de rest van de gevel eveneens risalerende travee. De aan de knik van de Jacob Binckesstraat staande eindwoningen onderscheiden zich vooral door de toepassing van betonelementen. Zo is de woning met huisnummer 69 voorzien van een om de hoek gaande betonnen latei en is de er tegenover staande woning met huisnummer 72 voorzien van een overdekte entree met een overkapping in de vorm van een gemetselde bovenbouw met schilddak op een betonnen draagstel van stijlen en liggers. Deze woning heeft een complexe plattegrond en staat voor een deel onder een plat dak. De recht tegenover elkaar staande blokken aan de Maarten Gerritszstraat zijn beide voorzien van twee hoger opgaande ingangsrisalieten onder een zadeldak. De geveltoppen van deze risalieten zijn van oudsher beschoten met staande planken. De achtergevels zijn per woning voorzien van een venster, een deur met bovenlicht en een met het kozijn van de deur verbonden zijlicht. Deze gevelopeningen zijn recht gesloten onder een rollaag.
| Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
|---|---|---|---|---|
| Arbeiderswoning | – | – | Oorspronkelijke functie | – |
| Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Maerten Gerritszstraat | 13 | – | 8921GV | – | – | – | – |
Laag pand onder zadeldak tegen klokgevel, XVIII; gebeeldhouwde omlijsting van rond venster in top.
Laag pand onder zadeldak tegen puntgevel met toppilaster.
Pakhuis Burmania. Omvangrijk 19e eeuws pakhuis op enigszins trapeziumvormige plattegrond van vijf bouwlagen onder met pannen belegd schilddak tegen puntgevel.