Noordvliet 501
Eenvoudig midden 19e eeuws woonhuis onder zadeldak tussen topgevels. Omlijste deur.
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Kerkcomplex, in 1960 gebouwd als onderkomen voor de gereformeerde gemeente in Leeuwarden. Het complex is gesitueerd aan de naoorlogse rondweg (hier Archipelweg geheten) en tegenover de stadsuitbreiding Heechterp, eveneens uit de Wederopbouwperiode. Op een driehoekig terrein tussen de Archipelweg, Kochstraat en de Röntgenstraat verrees het naar Christus Salvator, de reddende en zegenende Christus, vernoemde kerkelijke complex voor een bouwsom van f 431.000,- naar een ontwerp van architectenbureau Egbert Reitsma en Zn. uit Glimmen. Het plan in opdracht van de Raad der Gereformeerde Kerk te Leeuwarden-Oost behelsde “een kerk c.a. en een vergadercentrum c.a. met pastorie en kosterswoning”. De bouwvergunning werd op 11 mei 1960 aangevraagd en op 12 juli van dat jaar door Burgemeester en Wethouders verleend. Daarvan uitgaande is het aannemelijk dat de bouw in 1961 werd voltooid. Het kerkelijke complex verkeert voor wat betreft het exterieur in hoge mate nog in oorspronkelijke staat, maar is wel op onderdelen gewijzigd. Zo zijn de grote, verticale lichttoetredingen van de kerkzaal vernieuwd, is van de pastoriewoning de garagedeur vervangen door een woningpui en is de open binnenruimte tussen de pastoriewoning en het eigenlijke kerkgebouw, achter de verbindende muur, overdekt om een nieuwe garageruimte te creëren. Het kerkelijke complex heeft de stilistische kenmerken van het destijds in zwang zijnde Modernisme in de kerkelijke bouwkunst. De bescherming geldt het exterieur en de inpandige hoofdstructuur van het gehele kerkcomplex en het interieur van de kerkzaal. Exterieur: Kerkcomplex, opgetrokken vanuit een samengestelde, maar min of meer symmetrische plattegrond van een uitgerekte vijfhoek met twee armen en enige uitbouwen. De samenstellende onderdelen verschillen onderling sterk in hoogte, breedte en materialisatie. De volumen staan alle onder een plat dak en zijn voorzien van recht gesloten gevelopeningen, waarvan sommige zijn voorzien van ijzeren ramen. De muren zijn opgetrokken in beton en schone, gele en gemêleerde rode, bruine en roodbruine baksteen in een formaat dat het midden houdt tussen de kloostermop en de rooswinkel. Het voegwerk is platvol. Het aanzicht vanaf de Archipelweg (noordoostzijde) toont een op de voorgrond staande pastorie (links) met rechtsachter daarvan een hoger volume met de kerkzaal, waarin de hoofdentree is geplaatst. In het rechter deel van dit volume is een klokkenstoel opgenomen. Aan de noordwestzijde zijn van links naar rechts de klokkenstoel, de kopse gevel van de kerkzaal en een blokvormig bijgebouw te zien. Vanaf de Röntgenstraat zijn van links naar rechts een vrijwel los van de kerk staand blokvormig volume, het hoofdvolume met een tweede entreepartij en de eveneens hier vrijwel los van staande kosterswoning te zien. De zuidkant (Kochstraat) toont van links naar rechts de kosterswoning en elementen met uiteenlopende functies en van sterk wisselende afmetingen. Een groot, schuin op het geheel staande ‘doos’ (avant corps) op een smallere basis is het hoog opgaande centrale compositieonderdeel van een van oorsprong, vrijwel symmetrisch opgezet aanzicht. Geheel rechts bevindt zich de zuidelijke zijgevel van de met de voorgevel op de Archipel gerichte pastorie. De vanuit een rechthoekige plattegrond, in gemêleerde baksteen met een onregelmatig verband opgetrokken pastorie staat met twee bouwlagen onder een plat dak. De voorgevel bevat qua formaat sterk van elkaar verschillende, onder rollagen staande lichtopeningen, waaronder een over de gehele hoogte van de gevel doorgetrokken gevelopening met traplicht. De onder een risaliet staande entree bevindt zich in het midden van de gevel en bestaat uit een deur met smalle zijlichten tussen met blauwe tegels bekleden lisenen. De brede, rechts in de gevel staande gevelopening wordt geaccentueerd door een dwars op de gevel staande muur en bevatte oorspronkelijk de garagedeur. De rechter zijgevel van de pastorie heeft een in overstand staande verdieping en is op de begane grond voorzien van een drietal ronde vensters. Een laag tussenlid en een muur met een doorgang verbinden de pastorie met het hoofdvolume. De achtergevel van de pastorie bevat een aantal, qua formaat variërende deuren en vensters en wordt geleed door een uitgemetselde schoorsteen, waarvan de roodbruine kleur afwijkt van die van de gevels. De transparante zuidgevel is voorzien van een betonnen omlijsting en bevat doorgetrokken lichtopeningen over de volle breedte van de gevel. Rechts van de noordelijke (linker) zijgevel van de pastorie is een van de twee hoofdentrees tot de kerk te vinden. Deze staat in een brede portiek, wordt geleed door betonnen staanders en bevat twee naast elkaar staande dubbele deuren en een samengesteld, zesdelig raamkozijn. De portiek bevindt zich onder een open wand, samengesteld uit liggers en vierkante staanders van beton waartussen ijzeren balustradehekjes zijn aangebracht. De wand vormt min of meer een voortzetting van de meteen eraan grenzende oostelijke zijgevel van de kerkzaal. Deze heeft een grote transparante gevelpartij van een betonnen raamwerk met hoge en smalle, door regels onderverdeelde vensterstroken. De ramen zijn vernieuwd en voorzien van dubbel glas. Een iets hoger opgaand, in schone baksteen opgetrokken, blokvormig bouwdeel hier rechts van is blind aan alle zijden (hierin is het liturgisch centrum opgenomen). Uit de noordoostelijke hoek van dit blok steekt een smalle, betonnen klokkentoren met bovenin een rechthoekige opening waarin een luiklok is opgehangen. Een laag bijgebouw is door middel van een kort tussenlid met de (noord)westelijke gevel van dit blok verbonden. De (noord)westelijke gevel van het hoofdvolume bevat een tweede hoofdentree, identiek aan en in een symmetrische positie ten opzichte van die in oostgevel. De gevelpartij rechts van de entree wordt geleed door sterk met de gevel contrasterende regenpijpen en bevat vier grote vensters. Rechts van de entree bevindt zich de kosterswoning. Deze staat met één bouwlaag onder een plat dak en bevat diverse gevelopeningen van uiteenlopend formaat. De voordeur staat in een smalle portiek in de zuidgevel. Rechts van de woning bevindt zich een uit meerdere onderdelen samengesteld gedeelte. Centraal hierin staat een op een smallere, blinde basis geplaatst, trapeziumvormig volume, waarvan de uitkragende delen rusten op ijzeren kolommen. Op het dak staat een brede schoorsteen van rode baksteen. Evenals de andere bouwdelen bevat ook dit volume gevelopeningen van zeer uiteenlopend formaat. Aan weerzijden van dit op poten staande blok staat een smalle vleugel met dezelfde hoogte. Links en rechts daarvan bevindt zich een lager bouwdeel, waarin een breed venster is geplaatst. Het linker bouwdeel is echter verhoogd met een extra bouwlaag, waardoor de oorspronkelijke symmetrie in deze samenstelling van bouwdelen is aangetast. Het platte dak van het lage rechter bouwdeel is voorzien van een hek. Een transparante gevel met stalen ramen en een hier dwars opstaande blinde gevel zijn georiënteerd op dit platte dak. Interieur: Van het inpandige zijn de kerkzaal en de ruimtelijke opzet en constructie van de overige ruimten van monumentaal belang. De functies en ruimten zijn gegroepeerd om een centrale hal, die tweezijdig is ontsloten door de symmetrisch ten opzichte van elkaar gepositioneerde hoofdentrees aan de Archipelweg en de Röntgenstraat. De ruimte wordt geleed door ronde stalen kolommen, die betonnen liggers in een orthogonale structuur ondersteunen. De zo ontstane plafondvakken zijn als afwerking betegeld met plavuizen (deze zijn later aan het zicht onttrokken), terwijl de vloer betegeld is met witte en zwarte tegels in een eenvoudig patroon. De kerkzaal heeft een min of meer trapeziumvormige plattegrond en is noord-zuid georiënteerd. De ruimte wordt aan de zuidzijde ingenomen door een breed betonnen balkon op dito liggers, rustend op dunne ijzeren kolommen. Dit balkon is bereikbaar vanuit de centrale hal via een in oorspronkelijke staat verkerende dubbele bordestrap met dunne ijzeren leuningen. Het liturgisch centrum bevindt zich aan de overzijde (noordzijde). De oorspronkelijke kansel, die centraal op het podium stond opgesteld en rechtstreeks daglicht ontving werd door een kleine, cirkelvormige lichtschepping in het dak (deze is nog aanwezig), maakt geen deel meer uit van het interieur. Het orgel evenmin, maar daarvan is wel het betonnen balkon in de noordoostelijke (rechter) hoek bewaard gebleven. De binnenwanden van de kerkzaal zijn van baksteen, uitgevoerd in schoonwerk om het podium annex liturgisch centrum en verder grotendeels gesausd (mogelijk een latere wijziging). In de noordwestelijke (linker) hoek van het podium is op de westelijke en noordelijke binnenmuur een groot figuratief bakstenen reliëf aangebracht, waarvan architect Reitsma zelf vermoedelijk de ontwerper is geweest. Elders zijn baksteenreliëfs van zijn hand bekend uit dezelfde periode, zoals aan een flatgebouw (Grote Markt, 1957) en aan de Goede Herder-kerk (Heinsiusstraat, 1955) in de stad Groningen. Het reliëf in de Salvatorkerk stelt de Intocht in Jeruzalem voor. Het vlak gestucte plafond van de kerkzaal is niet meer oorspronkelijk. Dat zijn nog de gelamineerd houten klapstoeltjes, met een vak voor een bijbel in de rugleuning, waarmee de kerkzaal is gevuld. Ook deze zijn vermoedelijk door Reitsma zelf ontworpen.
| Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
|---|---|---|---|---|
| Kerk | – | – | Oorspronkelijke functie | – |
| Woonfunctie | Religieuze gebouwen | – | Huidige functie | – |
| Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Archipelweg | 131 | – | 8921VX | – | – | – | – |
Eenvoudig midden 19e eeuws woonhuis onder zadeldak tussen topgevels. Omlijste deur.
Inleiding
DUBBEL HERENHUIS in 1929 door architect Piet de Vries (1897-1992) in Amsterdamse School-stijl ontworpen. Met zijn eigen woonhuis Druifstreek 63 en de artsenpraktijk met bovenwoning Ruiterskwartier 113, beide in Leeuwarden en beschermd, een hoogtepunt in het oeuvre van de architect.