De in opdracht van de Vereeniging voor Christelijk Schoolonderwijs gebouwde Christelijke Nationale School voor M.U.L.O verrees in 1906. Het als de TWEEDE SCHOOL aanbestede schoolgebouw is ook in gebruik geweest als de Christelijke ULO school Groen van Prinsterer. De ontwerper was de Leeuwarder architect H. Feddema. De aannemers Th. de Jong en J. Boersma deden de uitvoering. Het achtklassige schoolgebouw heeft een vrij sober uiterlijk met enkele stilistische kenmerken van de destijds in zwang zijnde Art Nouveau. De school heeft zijn oorspronkelijke functie verloren en is na een voornamelijk inwendige verbouwing in de jaren-1990 in gebruik genomen als appartementencomplex. Exterieur: Het vanuit een vrijwel rechthoekige plattegrond, in schone baksteen opgetrokken schoolgebouw staat met twee hoge bouwlagen onder een plat dak. De gevels hebben een uitgemetselde plint met een hardstenen deklijst. In de plint zijn ventilatieopeningen met hardstenen lekdorpeltjes opgenomen. De gevels zijn voorzien van recht gesloten gevelopeningen onder ijzeren lateien, een rollaag en een fries van vier segmentbogen (alleen begane grond). De gevel wordt verlevendigd door middel van accenten en details van grijze hardsteen (in de penanten op de begane grond) en gele verblendsteen, die de gevel tevens horizontaal geleden. De lekdorpels onder de vensters zijn eveneens van grijze hardsteen. De symmetrische voorgevel heeft in het midden een ruime entreeportiek met een hardstenen stoep met granito vloertje en een originele, dubbele paneeldeur met getoogde deurlichten, tussen boven- en zijlichten. De portiekopening staat onder een ijzeren latei en een segmentboogvormige ontlasting van gele verblendsteen, waaronder het boogveld is versierd met eenvoudige lijndecoraties. De latei rust op zware kraagstenen die de gevelopening accentueren, sterk contrasteren met de donkere baksteen en zijn voorzien van lineaire Art Nouveau decoraties. Aan weerszijden van de ingangstravee staan per bouwlaag twee grote vensters met samengestelde ramen in de gevel. Het traplicht boven de portiek is een smallere versie van de lokaalvensters. De linker zijgevel is op de begane grond voorzien van een hoge, onder segmentboogvormige ontlastingsboog staande gevelopening met dubbele deur onder samengesteld bovenlicht. Op de verdieping bevindt zich een rechthoekig venster. De rechter zijgevel is blind. De achtergevel heeft een grotendeels gewijzigde, terug staande ingangstravee, waarin het traplicht nog oorspronkelijk is. De gevelpartij hier rechts bevat twee vensters lokaalvensters per bouwlaag, die zijn te vergelijken met die in de voorgevel. Het verschil tussen de achtergevel en de voorgevel zit hem in het ontbreken van verblendsteen in de rollagen en de bogen. Ook de natuurstenen lijsten in de penanten op de begane grond ontbreken. Links van de ingangstravee is per bouwlaag één lokaalvenster in de gevel opgenomen. Dwars op deze korte vleugel staat een ondiepe uitbouw met gevelopeningen van uiteenlopend formaat. Interieur: Het inwendige van de school heeft nog steeds het karakter van een onderwijsgebouw, omdat bij de verbouwing tot appartementen alleen de ruimtes achter de lokaaldeuren een voor de woonfunctie aangepaste nieuwe indeling hebben gekregen. De lokalen zijn daarbij als ruimten nog grotendeels herkenbaar, mede doordat voor de woningen entresols zijn ingebracht. De plattegrond van het schoolgebouw is min of meer symmetrisch opgezet, in kwadrantvorm, met de entree in het midden en de trap daar recht achter, en met een halverwege de diepte van het pand gesitueerde middengang. Zo zijn er per bouwlaag vier grote leslokalen ontstaan, twee links en twee rechts van de entree, een aan de voorzijde en een aan de achterzijde van het gebouw. Het ingangsportaal wordt van de daarachter liggen gang gescheiden door een dubbele tochtdeur. Het betreft paneel-glasdeuren met getoogde deurlichten, die zijn geplaatst tussen boven- en zijlichten. Achter het ingangsportaal bevindt zich een lange, evenwijdig aan de voorgevel lopende gang waaraan de klaslokalen liggen. De indeling van de gang is ongewijzigd, met lokaaldeuren onder driedelig bovenlicht. Portaal en gang zijn voorzien van een granito vloer en wanden met een tegellambrisering. De brede doorgangen tussen portaal en gang en tussen gang en trapopgang zijn in de hoeken voorzien van decoratieve consoles. Dwars op de gang bevindt zich een doorgang naar de achteruitgang, die op het schoolplein uitkomt. De trap in het brede trappenhuis is een tweedelige, houten steektrap met tussenbordes en heeft eveneens wanden met een tegellambrisering. De gang op de verdieping bezit geen vermeldenswaardige onderdelen.