Gemeenteschool no. 2
Omschrijving
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
In de zuidwestelijke hoek van het terrein van het Oud Sint Anthony Gasthuis, achter de lange Abbamavleugel en nabij de Sint Anthonystraat, bevindt zich het oude baarhuisje (“lijkenlokaal”) van het gasthuis. In de Wet op de Besmettelijke Ziekten van 1872 was vastgelegd, dat bij elke begraafplaats de aanwezigheid van een lijkenhuisje verplicht was. Ook bij gast- en ziekenhuizen, waar een relatief hoog sterftecijfer gold, verrezen lijken- of baarhuisjes. Zo konden de door een besmettelijke ziekte overleden gasthuisbewoners en ziekenhuispatiënten geïsoleerd worden van de overige bewoners van het huis. Ook de op een ‘gewone’ wijze overleden bewoners van het gasthuis werden in afwachting van de begrafenis in deze lijkenhuisjes opgebaard. Het gebouwtje heeft diverse stilistische kenmerken. De voor de entree toegepaste hoefijzerboog werd veel gebruikt in de rond 1900 in zwang zijnde Art Nouveau architectuur, waarmee ook de bouwperiode van het lijkenhuisje is aangegeven. Het in 1909-’10 gebouwde lijkenhuisje is ontworpen door W.C. de Groot, die destijds de huisarchitect was van het Sint Anthony Gasthuis. De Groot maakte twee, op één blad getekende ontwerpen (A en B), waarvan het rechts op het blad staande ontwerp B werd uitgevoerd. Het lijkenhuisje heeft inmiddels de oorspronkelijke functie verloren. De bescherming van gemeentewege van het lijkenhuisje is een aanvulling op de bescherming van rijkswege van het gasthuiscomplex. Het in de zuidwestelijke hoek van het gasthuisterrein staande huisje heeft een onregelmatige, vierzijdige plattegrond. Het staat met in schone baksteen opgetrokken gevels onder een plat dak. Het dak ligt op de hoogte van de met een rollaag afgedekte achtergevel. De overige gevels zijn hoger opgetrokken. De op het noorden gerichte, symmetrische voorgevel heeft een hardstenen plint met rustiek behakte hoeken en wordt geleed door natuurstenen speklagen, waarvan de middelste als latei is doorgetrokken boven de ingang en de vensters. Deze latei rust boven de entree op geprofileerde kraagstenen. De originele, dubbele deur staat verder onder een hoefijzerboogvormig bovenlicht, dat oorspronkelijk was ingevuld met glas-in-lood. De boog is voorzien van sluit-, tussen- en aanzetstenen. Hierboven ligt een over de gehele gevelbreedte doorgetrokken, uitgemetseld muizentandfries. De gevel wordt beëindigd door een eveneens uitgemetselde kroonlijst in de vorm van uitkragende kantelen met waterhol en rondstaafjes aan en op de ezelsruggen. Aan weerszijden van de entree is een smal, tussen lekdorpels met afzaat en een speklaag met strek staand venster in de gevel opgenomen. Het huisje bestaat inwendig uit één, ongedeelde ruimte met aangesmeerde muren en een balkenplafond met randprofieltjes.
| Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
|---|---|---|---|---|
| Baarhuisje | – | – | Oorspronkelijke functie | – |
| Los object | Uitvaartcentra en begraafplaatsen | – | Huidige functie | – |
| Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Grote Kerkstraat | 114 | – | 8911EG | – | – | – | – |
Omschrijving
GASTHUISCOMPLEX, bestaande uit een U-vormig hoofdgebouw en twee los staande gebouwen op het binnenterrein, een smeedijzeren hek rondom het terrein met toegangshekken, twee lantaarnpalen op sokkels aan weerszijden van de hoofdingang en twee gietijzeren trapjes op het binnenterrein.
Paleis, het Stadhouderlijk Hof, ommuurde tuin, vier vazen op voetstukken en ingangshof.